Vaticaan Museo Pio Clementino

Lysippos ‘Apoxyomenos’ 

Lysippos ‘Apoxyomenos’ Vaticaan museum
foto: Steven Zucker
Lysippos ‘Apoxyomenos’   

Lysippos ‘Apoxyomenos’       Zijkant      Bovenzijde
foto’s: Carole Raddato; Marie-Lan Nguyen; Steven Zucker

Het marmeren beeld is een Romeinse kopie (1e v. Chr.) van een Grieks bronzen beeld dat uit 320 v. Chr. komt. Aan het vijgenblad kun je zien dat we hier in het Vaticaan staan, het is een toevoegsel uit latere tijden. De atleet naar wie je kijkt, schraapt met zijn mes het vuil en zweet van zijn lichaam. Lysippos (Wikipedia) was de laatste klassieke beeldhouwer voor het hellenisme. Hij was een tijdgenoot van Alexander de Grote en net als de schilder Apelles de hofkunstenaar van Alexander. Cicero schrijft dat Alexander alleen door Apelles geschilderd wilde worden en door Lysippos gebeeldhouwd. Alexander verbood zelfs andere kunstenaars hem af te beelden. Plinius schrijft vijftienhonderd werken aan Lysippos toe. De Apoxyomenos, de schraper, is zeker van Lysippos. Het is meer een type dan een individu. Lysippos maakte zijn hoofden kleiner dan zijn voorgangers en de lichamen slanker. Volgens de Canon van Polyclitus moet het hoofd 1/7 van het gehele lichaam zijn. De kop van de Schraper is slechts 1/8 van het lichaam. Volgens Plinius nam Lysippos in navolging van de schilder Eupompos niet de beelden van de voorgangers als model, maar de natuur zelf.

We lopen door naar de Cortile Ottagono 

Naar de Cortile Ottagono

Vaticaan museum: Cortile Ottagono
foto: Lisa Cancade Hackett

Cortile Ottagono 

Vaticaan museum: Cortile Ottagono
foto: Jean-Pol GRANDMONT

Hier zijn een aantal wereldberoemde beelden. Als we hier staan, zal ik bij de rand van de kleine fontein ook een toelichting geven op de stanze van Rafaël, maar met name de fresco’s van Michelangelo. Als we in de stanze en de Sixtijnse kapel staan, is daar vanwege de enorme drukte geen gelegenheid voor. We beperken ons tot twee beelden: de Apollo van Belvedere en de beeldengroep die Laocoön wordt genoemd.

Ook de Apollo is een kopie (ca. 130 v. Chr. Wikipedia) naar een bronzen beeld van Leochares uit ca 330 v. Chr. Dit soort beelden zijn kenmerkend voor veel Griekse beelden en gaan terug naar de Griekse beeldhouwkunst uit de 5e eeuw v. Chr. Polyclitus schreef een beroemde verhandeling: ‘De Canon’. Dit was een theorie over de schoonheid van het menselijk lichaam. Hierbij gaf Polyclitus ook de ideale proporties van de mens. Zo moest het hoofd 1/7 deel van het lichaam en het middel 1/5 van de hoogte zijn. Wat de Griekse beeldhouwers (en schilders) in de 5e eeuw voor Christus deden, was de natuur en in dit geval de mens perfectioneren. De volgende anekdote over de Griekse schilder Zeuxis (maar het zou net zo goed een Griekse beeldhouwer kunnen zijn) is hiervan een goede illustratie: Zeuxis moest een schilderij maken van Helena van Troje –dochter van Zeus en Leda- de mooiste vrouw van de wereld. Zeuxis riep de mooiste vrouwen van de stad bij zich en bekeek hen kritisch. Hij koos de vijf mooisten uit en voor zijn Helena op het doek koos hij steeds dat deel van één van de vijf naakte vrouwen dat hij het mooiste vond. Zo ontstond de perfecte vrouw weliswaar geschilderd, maar toch. Je zult nooit een afwijkend gezicht of een beeld van een man of vrouw met een uitgezakte buik tegenkomen. Individuele trekken of emoties waren volstrekt taboe. Polyclitus ging uit van mathematische verhoudingen. Uiteindelijk zijn dit soort opvattingen over perfectie terug te vinden in de filosofie van Plato met zijn ideeënwereld.

Lysippos wordt zelfs als ‘naturalist’ gezien. Hij gaf de voorkeur aan de ‘onvolmaakte’ natuur. Lysippos vond het het beste om de natuur (realistisch) af te beelden en niet te idealiseren. Toch is het verschil tussen de Schraper die we net hebben bekeken en de Apollo niet zo groot. Alle beeldhouwers gaven hun beelden een ‘Grieks profiel’, geïdealiseerd dus, terwijl de genitaliën bijvoorbeeld veel te klein werden weergegeven. Zelfs ‘de naturalist’ deed dit hoewel Lysippos de proporties van de Canon wel aanpaste. Als we het beeld van Apollo bekijken kun je zien dat zelfs op het einde de 4e eeuw de canon van Polyclitus nog een grote rol speelde bij Leochares.

Na de Apollo bekijken we een beeld dat al in de oudheid als het beste kunstwerk is omschreven: de Laocoön.

De Laocoön          Slangenbeet       Laocoöns’ zoon      In situ

Laocoön Vaticaan museum
Wikipedia en foto’s: slangenbeet: Sergey Sosnovskiy In situ Richard Mortel

Grafsteen van Felice de Fredis

FELICI DE FREDIS QVI OB PROPRIAS VIRTVTES ET REPERTVM LACOOHONTIS DIVINVM QVOD IN VATICANO CERNIS FERE RESPIRAN(s) SIMVLACR(um) IM(mo)RTALITATEM MERVIT 
Aan Felice Fredi, die de onsterfelijkheid verdiende zowel voor zijn eigen verdiensten als voor de ontdekking van de goddelijke, bijna ademende beeltenis van Laocoön die je in het Vaticaan aanschouwt.

Op 14 januari 1506 werd, zoals reeds eerder beschreven, de Laocoön ontdekt door ene Felice de Fredi. De gelukkige Fredi spitte in een wijngaard (achter de San Giorgio Maggiore) en stootte op de stenen die het plafond van een onderaardse ruimte bleken te zijn. Hij waarschuwde direct paus Julius II, die Giuliano da Sangallo tipte. Deze stuurde onmiddellijk zijn zoon naar Michelangelo. Giuliano en Michelangelo zagen onmiddellijk dat dit het beeld was dat Plinius de Oudere had omschreven.

Grafsteen Felice de Fredis Santa Maria in Aracoeli
foto: Peter1936F

“Toen ik nog erg jong was, bezocht ik Rome voor de eerste keer. Op dat moment hoorde de paus over de ontdekking van enkele prachtige beelden in een wijngaard in de buurt van Santa Maria Maggiore. De paus gaf het bevel aan een van zijn officieren om snel naar Giuliano da Sangallo te rennen en hem op te dragen ernaartoe te gaan. Hij vertrok direct. Aangezien Michelangelo Buonarroti altijd bij ons thuis was, omdat mijn vader hem had uitgenodigd en hem de opdracht had gegeven voor het graf van de paus, wilde mijn vader dat hij ook meeging. Ik sloot me aan bij mijn vader en zo gingen we op pad. Toen ik naar beneden klom waar de beelden stonden, hoorde ik meteen mijn vader zeggen: “Dat is de Laocoön waar Plinius over sprak.” Vervolgens hebben ze het gat breder gemaakt, zodat ze het beeld eruit konden trekken. Zodra het zichtbaar werd, begon iedereen te tekenen (of “te lunchen”), terwijl ze de hele tijd praatten over oude zaken en ook over die in Florence.
Vrij vertaald uit Wikipedia

Laocoön priester      Gezicht

Laocoön: priester  
foto’s: Egisto Sani

“[…] Bij verschillende werken van uitzonderlijke uitmuntendheid is het aantal kunstenaars dat eraan heeft bijgedragen een aanzienlijke hindernis gebleken voor de individuele roem van elk van hen. Geen enkel individu kan alle eer opeisen, en het is onmogelijk om deze eer op de juiste wijze toe te schrijven aan de namen van de verschillende beeldhouwers gezamenlijk.  Een voorbeeld van een dergelijk geval is te vinden in het paleis van keizer Titus, namelijk de Laocoön. Dit kunstwerk verdient de voorkeur boven elke andere schilderkunstige of bronzen sculptuur. Het is uit één blok steen gehouwen, zowel de hoofdfiguur als de kinderen, samen met de wonderlijke gedetailleerdheid van de kronkelende slangen. Deze groep is gemaakt door drie van de meest vooraanstaande kunstenaars, namelijk Agesander, Polydorus en Athenodorus, die allen afkomstig zijn uit Rhodos. Vrij vertaald uit: Pliny ‘Encyclopedic Natural History’ (XXXVI, 37; 320 – 321)

Laocoön: priester  
foto: Sergey Sosnovskiy

De Laocoön

Michelangelo en Sangallo waren diep geroerd door deze ontdekking. Het bleek wel dat Plinius niet de waarheid had gesproken. Het beeld bestond namelijk niet uit één, maar uit vijf blokken marmer. Dit was iets waar Michelangelo van gruwde. Een echte beeldhouwer behoorde slechts één blok marmer te gebruiken. Als je het gezicht van de priester Laocoön dat van pijn vertrokken is, bekijkt dan zie je dat er iets wezenlijks is veranderd in de Griekse beeldhouwkunst. Het verhaal over Polyclitus, Lysippos en Leochares dat hierboven staat, klopt bij deze beeldengroep namelijk niet meer. We zitten bij deze beeldengroep in de periode van het hellenisme. Een tijd waarin de emotie niet geschuwd werd, eerder het tegendeel, maar dat zullen we in de volgende zalen nog wel zien

Michelangelo ‘Graflegging’ 161.7 x 149.9 cm, ca. 1500

Het verhaal van de priester Laocoön gaat over zijn waarschuwing aan de Trojanen om toch vooral het grote houten paard niet binnen de stadsmuren te halen. Maar ja, de goegemeente werd boos en doodde deze zeurende gast en zijn beide zonen.

De slang die de drie figuren verbindt, heeft duidelijk indruk gemaakt op Michelangelo. In zijn schilderij, ‘De Graflegging’, (Wikipedia) dat nu in de National Gallery in Londen hangt, heeft hij de slang die om de lichamen kronkelt in een doek veranderd. De schilder Titiaan maakte in 1534 een karikatuur van de Laocoön (Art Institute of Chicago).

Michelangelo 'Graflegging'
National Gallery, London
Sculptuur: Jongen en gans Vaticaan museum
foto: Claire Cessford

Jongen en gans      Detail Jongen en gans

We lopen door naar zaal IV. In deze zaal die naar de dieren is genoemd zien we ook vele beelden van beesten. Eén van de aardigste vind ik zelf een jongetje dat een verwoede poging doet om een gans vast te houden.

Zaal van de dieren

Vaticaan museum: Zaal van de dieren
foto: Richard Mortel

 Sala a Croce Greca Sarcofaag van Constantina (rechts) en Helena (links)   

Sala a Croce Greca Sarcofaag Constantina  Helena
foto: Richard Mortel
  Constantina Sarcofaag
foto’s: Richard Mortel

Sarcofaag van Constantina
Sarcofaag van Constantina replica    Druiven plukken   Druiven

We lopen nu even niet rechtdoor, maar slaan rechtsaf. We komen dan in een zaal in de vorm van een lange gang en bekijken twee sarcofagen. De eerste is van Constantina; het mausoleum (Santa Costanza) waar ze begraven ligt, hebben we op zaterdagmiddag nog bekeken. De tweede sarcofaag is van Helena, de moeder van Constantijn de Grote. Zij heeft het kruis waar Christus aan gestorven is, ontdekt.

De Belvedere Torso      Rug      Torso en sokkel

We gaan terug en lopen nu wel rechtdoor naar de Sala delle Muse. In deze zaal is de beroemde torso van Belvedere uit ca. 50 v. Chr. van Apollonius te zien. Deze Griekse beeldhouwer heeft zijn naam op de sokkel geschreven Apollionius, zoon [van] Nestor, Athener.

Dit beeld zullen we van meerdere kanten rustig bekijken. Dit geldt trouwens ook voor de Laocoon. Als je het goed in je opneemt, zul je dit beeld nog vaak terugzien in de Sixtijnse kapel. Michelangelo was diep onder de indruk van dit klassieke beeld en heeft het gebruikt voor zijn Ignudi (naaktfiguren) op het plafond.

Belvedere Torso
foto’s: João Máximo en torso met sokkel: Jean-Pol GRANDMONT
Daniele da Volterra 'Michelangelo'
The MET

Daniele da Volterra ‘Michelangelo’ c. 1545′

“All of the ignudi [of Michelangelo Sistine chapel ceiling [Web Gallery of Art] are in a sense ideal restorations of the famous Belvedere Torso, which of the surviving antique statues was perhaps the most evocative for Michelangelo’s muscular art. Michelangelo was enamored of this great fragment, and was quoted as saying ‘this is the work of a man who knew more than nature.” Quoted from: Howard Hibbard ‘Michelangelo’ Penguin Books (Second Edition) 1985 London pp. 122-123

Michelangelo’s Ignudi

De houding van de heupen en de bovenbenen keert vaak terug bij vele figuren, zij het dan vanuit vele gezichtshoeken geschilderd. Het beeld is rond vijftig voor Christus gemaakt door Apollonius zoon van Nestor zoals op de sokkel te lezen valt. De sokkel is bedekt met de huid van een dier. Waarschijnlijk een leeuw, want bij de linkerdij zijn nog delen van een kop te zien van wat vermoedelijk een leeuw is. Dit is ook de reden dat sommigen denken dat het de torso van Heracles is. Ascanio Condivi heeft een biografie geschreven over Buonarroti, die door Michelangelo zelf is goedgekeurd nadat hij het nodige commentaar had gegeven. Hierin schrijft Condivi dat Buonarroti over de beeldhouwer van deze torso zei: ‘Dit is het werk van een man die meer weet van de natuur.’ De spierbundels, botten en aderen zijn zo natuurgetrouw dat het bijna niet anders kan dan dat de beeldhouwer, Apollonius, tot in detail op de hoogte moet zijn geweest van de anatomie van de mens. Dit heeft grote indruk op Michelangelo gemaakt die als jongen van zeventien, zoals hier nog maar eens herhaald, ook al lijken ontleed heeft om te weten hoe het lichaam er direct onder de huid uitzag. Zo alleen kon hij immers levensechte beelden hakken.

Michelangelo Ignudi Sixtijnse kapel

We lopen nu door de lange zalen naar het zuiden en komen dan bij de Stanze van Rafaël.

Vervolg Rome dag 5: Vaticaan Rafaël Stanze I