Uffizi museum Galleria degli Uffizi II
Het Uffizi het ontstaan van het museum en de collectie
Alessandro Allori ‘Francesco de Medici’ 1580 – 1585
In 1574 sterft Cosimo I en zijn zoon Francesco wordt de nieuwe heerser. Hij laat de bovenste loggia van het Uffizi afsluiten. 5In het jaar 1581, zoals te lezen is op het plafond, wordt er een begin gemaakt met de galleria [let: gang] ofwel het museum. Allesandro Allori met zijn assistenten schilderen grotesken op de plafonds van de oostelijke vleugel. Een web van planten- en diermotieven omgeven medaillons met allerlei allegorische en symbolische voorstellingen en toespelingen op de Medici. Ook worden er klassieke beelden in de galleria geplaatst. De eerste echte zaal van het museum bouwt Buontalenti in 1584, de zogenaamde Tribuna (klik hier voor de plattegrond: zaal 18).
Drie jaar na de bouw van de Tribuna (Klaudia Zelazowska, ‘The Story Behind The Tribuna Of The Uffizi By Johan Zoffany’ Daily Art Magazine 18 februari 2018) wordt er een theater gebouwd. Hier zouden in de zeventiende eeuw de eerste opera’s opgevoerd worden. Het theater is later verbouwd en bevat een beroemde collectie tekeningen en gravures het zogeheten: Gabinetto dei Disegni.
De Tribuna Uitzoomen Johann Zoffany ‘Tribuna’ 1772-1778
In de westvleugel liet de broer en opvolger van Francesco, Ferdinando I, het volgende plaatsen:
Ateliers van hofkunstenaars, wapensmeden en pietra-dure-bewerkers bevonden zich in de buurt. De laboratoria voor chemische experimenten lagen iets verderop. Oorspronkelijk werden de kunstwerken samen met een grote verscheidenheid aan andere voorwerpen tentoongesteld – wetenschappelijke instrumenten, meubels, kristal, ivoor, exotische gebruiksvoorwerpen uit de Nieuwe Wereld, enzovoort. Deze verzameling als geheel toonde de rijkdom en macht van de Medici en hun koninklijke ambities. Bron: Eva Borsook, ‘Stergids Florence,’ Agon B.V., Amsterdam, 1993 blz. 238
Galleria Oostvleugel West- en Zudvleugel
In de negentiende eeuw komen er nieuwe musea in Florence zoals het Bargello, de San Marco, het archeologisch- en het zilver museum (Museo degli Argenti). Hierdoor kon de enorme en brede collectie van het Uffizi beperkt worden tot schilderkunst, tekeningen, gravures en enkele beelden. Egyptische en Etruskische voorwerpen gingen naar het archeologisch museum en de gemmen en zilverwerk naar het zilver museum. Het Bargello kreeg veel beelden, maar ook andere kunstvoorwerpen. Vele altaarstukken van Fra Angelico werden in het museum van de San Marco ondergebracht.
Het museum werd van begin af aan gezien als een res publica (publieke zaak), maar was natuurlijk wel sterk verbonden met de Medici. De collectie gaat terug op Cosimo de Oude en Piero de Medici (Uccello’s slag bij San Romana). Francesco I liet in de Tribuna werken van Rafaël, Andrea del Sarto en Pontormo tentoonstellen. Zijn broer Ferdinando had als kardinaal in Rome een aantal beelden gekocht zoals de Medici-Venus (Wikipdia), een Niobiden groep, worstelaars en een ‘slijper’.
Kardinaal Leopold de Medici (1617-1675) legde de belangrijke grafische verzameling aan. In de negentiende eeuw nam de belangstelling weer toe voor lang vergeten kunst van Botticelli, Filippo Lippi en anderen vóór Rafaël weer groot. Veel altaarstukken uit kloosters die opgeheven werden, kwamen in het bezit van het Uffizi.
Vervolg Florence dag 6: Uffizi: `Tronende Madonna met Kind: Cimabue, Duccio en Giotto I