Uccello, Andrea del Castagno: John Hawkwood, Niccolò da Tolentino II
Uccello ‘ Ruiterstandbeeld monument van Sir John Hawkwood’ 1436, 820 x 575 cm
Lijst van Lorenzo di Credi 1524
Daar waar de twee gelijke vierkanten, paard met ruiter en de architectuur, bij elkaar komen, ligt ook de grens van de twee verschillende perspectieven. Hawkwood en zijn paard zie je als een reliëf dat uit de muur lijkt te komen. Je ziet het iets van boven. De sokkel met de sarcofaag heeft echter een perspectief in onderaanzicht ofwel sotto in su. Dit perspectief komt het best tot zijn recht als je iets links van het fresco staat. Dit komt trouwens overeen met de lichtval uit de vensters in de zijbeuk. Uccello heeft de plek waar de perspectieven en de vierkanten op elkaar botsen, verzacht door op de holle lijst van het deksel patronen te schilderen die lijken op de afdrukken van paardenhoeven. De muurschildering is in 1842 overgebracht op doek. Helaas hangt het nu te laag, waardoor de perspectivische werking niet meer goed tot haar recht komt. De originele plek was vanaf de vloer op een hoogte van 8.20 meter
Uccello ‘John Hawkwood op zijn paard’
Door ruiter en paard als een reliëf zonder verkorting weer te geven, is het geen portret, maar een geschilderde versie van een bronzen ruiterstandbeeld. Giorgio Vasari dacht hier duidelijk anders over. Hij ging uit van een portret zoals hij in zijn ‘Leven van Paolo Uccello’ beschrijft.
“Dit werk werd en wordt nog steeds als een prachtig voorbeeld van deze soort schilderkunst; en indien Paolo het paard niet zo had voorgesteld als bewoog het slechts de beide benen van één zijde –wat paarden natuurlijk niet doen, want dan vallen ze om (waarschijnlijk is dit Paolo gebeurd doordat hijzelf niet kon paardrijden, en hij niet zo met paarden vertrouwd was als met andere dieren)-, dan zou dit werk geheel volmaakt zijn, want de verhoudingen van het paard, dat enorm groot is, zijn geheel goed; en op de sokkel staan de volgende woorden: PAVLI VCCELLI OPVS.” Giorgio Vasari, ‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, 1990 deel I blz. 129 (oorspronkelijke uitgave 1568).
Na de ingreep van Lorenzo di Credi in 1524
De moeite die Uccello deed om zijn werk driedimensionaal te laten lijken, werd in 1524 deels weer tenietgedaan. Lorenzo di Credi schilderde in dat jaar een platte lijst met decoraties van kandelaars rondom het originele fresco net als bij het werk van Castagno.
De tekening van John Hawkwood te paard met een ruitpatroon werd gebruikt om de afbeelding sterk te vergroten en over te brengen op de muur. Het is een van de vroegste voorbeelden van deze praktische werkwijze. De lijnen die nog te zien zijn in het fresco komen overeen met die van de tekening. Hoe handig deze werkwijze ook is ze werd pas op het einde van de vijftiende eeuw algemeen toegepast door kunstenaars. Door onderzoek met ultraviolette stralen is gebleken dat Uccello paard en ruiter in eerste opzet veel dreigender had geschetst. Het paard stond in de houding klaar voor de strijd net als Hawkwood die zijn staf omhooghield.
Uccello ‘Studie van het ruiterstandbeeld monument van Sir John Hawkwood’
Uccello ‘Niccolò da Tolentino’
In de tijd dat Uccello aan een nieuwe opdracht van de slag bij San Romano werkt, schildert Andrea del Castagno het fresco van de overleden condottiere, Niccolò da Tolentino. Beide kunstenaars schilderden dezelfde legeraanvoerder. Uccello laat Tolentino zien in de strijd bij San Romano en Castagno de condottiere als een ruiterstandbeeld. Niccolò da Tolentino heeft als legeraanvoerder op 1 juni 1432 in de slag bij San Romano het leger van Siena en Milaan verslagen.
Op 19 oktober 1455 stuurde de Signoria de volgende opdracht aan de Operai van de Duomo: “Het schilderij moet geplaatst worden in de eerder genoemde kerk bij het schilderij van Giovanni Acuto [Hawkwood], op dezelfde muur, maar iets verder terug, en het moet in de stijl, vorm en proporties zijn zoals de figuur van de eerder genoemd Giovanni is geschilderd; en bovendien het moet komen bij het monument van de beroemde Florentijnse dichter, Dante Alighieri […]” Spencer, J.R., ‘Andrea del Castagno and his patrons’, Duke University Press, Durham, London 1991 p. 26
Aan de oproep in de opdracht van de Signoria om eer te verlenen aan legeraanvoerders als Niccolò da Tolentino, voldeed Castagno nadrukkelijk door zijn inscriptie op de tombe die als volgt luidt:
HIC QVEM SVBLIMEN IN EQUO PICTVM CERNIS NICOLAVIS EST TOLENTINVS INCLITVS DVX FLORENTINI EXERVCITVS
Hier kun je de grote Niccolò da Tolentino zien, geschilderd op zijn paard, de beroemde generaal van het Florentijnse leger.
In de opdracht stond ook te lezen dat het werk zo moest worden geschilderd dat het op een graftombe lijkt, Uccello gebruikte de kleur: terre verde om brons te suggereren. Castagno wilde juist een monument in marmer weergeven. Daarom gebruikte hij voor de achtergrond het donkergroene antico verte waardoor het wit van de ruiter en het marmer beter uitkomt.
Andrea del Castagno ‘Niccolò da Tolentino’ 1524
Na de ingreep van Lorenzo di Credi in 1524
De vorm, de afmetingen (820 x 514 cm), de proporties, de compositie, het tweevoudige perspectief en de lichtval komen inderdaad overeen met de muurschildering van Giovanni Acuto (Hawkwood).. Toch wijkt Castagno in één opzicht duidelijk af van Uccello.
Vier paarden San Marco, Venetië
In de stijl van Castagno staat de illusie van beweging centraal. Iets dat je trouwens bij vele kunstenaars uit het midden van de vijftiende eeuw ziet. Een vergelijking met Uccello maakt in één oogopslag duidelijk dat Castagno zowel ruiter als paard levendig en dynamisch heeft weergegeven. Hierbij lijken Hawkwood en zijn paard: levenloos en statisch. Castagno heeft zich net als Uccello laten inspireren door de vier paarden van de San Marco. Opvallend is daarbij dat alle paarden van de San Marco hun nek en hoofd gedraaid hebben. Deze houding maakt een veel levendiger en natuurlijker indruk als je dit vergelijkt met het paard van Giovanni Acuto.
Andrea del Castagno ‘Ruiter en Paard’
Uccello ‘Ruiter en Paard’
Hoe schept Castagno de illusie van beweging en levendigheid? Het fladderende lint achter de nek van de ruiter, de opwaaiende plooien van de mantel, de drie stroken van het paardentuig die opbollen, de beweging van de staart. De gedetailleerd uitgewerkte botten, pezen en spieren, het gedraaide hoofd van het paard wekken de indruk dat we hier niet met een ruiterstandbeeld te maken hebben, maar met een paard van vlees en bloed. De achterste benen van Tolentino’s paard lijken te bewegen. Hawkwood houdt de staf dicht bij zich terwijl Tolentino zijn rechterarm voor zich uitstrekt. Castagno gebruikt geen geometrische formule zoals Uccello bij hem staan beweging en levendigheid voorop. Uccello schildert twee wapenschilden op de console.
De inscriptie luidt:
HIC QUEM SUBLIMEM IN EQUO PICTUM CERNIS NICOLAUS TOLENTINAS EST INCLITUS DUX FLORENTINI EXERCITUS
Hier, degene die je hoog op het paard geschilderd ziet, is Niccolò Tolentino, de illustere leider van het Florentijnse leger.
Castagno beeldt twee figuurtjes af met elk een wapenschild. Deze figuren vallen qua formaat wel erg uit de toom. Zij lijken bovendien alleen toegevoegd om de wapenschilden te tonen: rechts de gordiaanse knoop en links een leeuw.
Andrea del Castagno ‘Niccolò da Tolentino’ detail
Toch hebben deze figuren naast het laten zien van de wapenschilden een andere belangrijke functie. Dit is onder meer te zien bij Desiderio da Settignano die in dezelfde tijd waarin Castagno zijn fresco in de Duomo schilderde het grafmonument van Carlo Marsuppini in de Santa Croce hakte. Ook hier twee figuren: kinderen die een schild tonen.
Desiderio da Settignano ‘Tombe monument voor Carlo Marsuppini’ 1453 Uitzoomen
Hier waren oorspronkelijk de wapenschilden van de Marsuppini’s op geschilderd. Zulke figuren hadden de functie om de kijker duidelijk te maken dat hij niet alleen voor een monument stond, maar ook aan een graf. Daarnaast bewaken zij het graf. De figuren die Castagno schilderde, hebben dezelfde functie. Zij geven tenslotte ook nog een politiek statement af: ‘hier ligt het lijk van een belangrijke aanhanger en verdediger van Florence’Iets dat de huidige bezoeker aan de Duomo waarschijnlijk volledig zal ontgaan.
Vervolg Florence dag 6: Giotto ‘Tronende Madonna met Kind’ (Ognissanti I)