Scuola Grande dei Carmini en Santa Maria dei Carmini
We wandelen vanaf het hotel naar het via het Campo Santa Margherita naar de Scuola Santa Maria dei Carmini.
Scuola Grande dei Carmini facade Ingang
Naast de hoofdkerk van de karmelieten, de Santa Maria dei Carmini, ontstond deze scuola. De Scuola is net als de kerk ook gewijd aan Maria. Het gebouw is in 1670 ontworpen door Baldassare Longhena, maar is door een andere bouwmeester uitgevoerd. De mooie trap is wel onder toezicht van Longhena uitgevoerd.
Ingang van de Sala del Capitolo
Op de eerste etage is de beroemde Sala del Capitolo met negen plafondstukken van Tiepolo, waarin de heilige Simon Stock wordt vereerd. Tiepolo kreeg op 21 december 1739 de opdracht voor deze plafondschilderingen. De stijl en het kleurgebruik van Tiepolo maken hem tot een typische schilder van de rococo.
Het plafond van de Sala del Capitolo
Ook hier, zijn net als in de Scuola Grande dei Carmini, spiegels aanwezig zodat je het plafond zonder nekkramp toch goed kunt bekijken.
Het geheel bestaat uit negen schilderijen: het centrale plafondstuk waar de H. Simon het scapulier krijgt met onder zich een graf.
Tiepolo ‘Maria presenteert het scapulier aan Simon Stock’
Vier aangrenzende schilderijen:
1. Engel die het boek van de Scuola draagt
2. Engel laat het scapulier aan de mensen in het vagevuur zien.
3. Engel met lelies krijgt het scapulier aangereikt van een putti.
4. Engel redt een arbeider die van een steiger afvalt.
foto’s: Didier Descounes en Sailko
De vier hoekschilderijen met de deugden:
1. Theologische: Geloof (kruis), Hoop (anker), Liefdadigheid
2. Gerechtigheid (zwaard) en Moed (Ionische zuil)
3. Prudentia (slang), zuiverheid matigheid (schenkt water bij wijn)
4. Boetedoening, nederigheid en waarheid
Tiepolo Voorstudie schets, Louvre
Voor het centrale doek heeft Tiepolo ook een schets gemaakt die nu in het Louvre is. In deze voorstudie kijkt Maria Stock aan, terwijl in de uiteindelijke versie Maria de toeschouwer aankijkt.
In het grote middelste plafondstuk krijgt Simon Stock het scapulier: twee witte stukjes stof die met touwtjes met elkaar verbonden over schouder gedragen worden (scapuliers= schouder). Simon heeft in de 13e eeuw de derde orde van de karmelieten gesticht. Simon heeft kloosters in Cambridge, Oxford, Parijs en Bologna gesticht. Het plafond van de Sala del Capitolo was betrekkelijk laag, maar door een scherp onderaanzicht wordt de ruimte optisch sterk uitgebreid. Je zit als het ware in het vagevuur en kijkt naar boven: di sotto in sù. Zo valt de balk linksboven in beeldvlak op. Benen en een deel van het lichaam zijn op deze balk te zien. Simon krijgt het scapulier omdat hij verdreven was uit het heilige land en in Europa de orde weer nieuw leven heeft ingeblazen. Simon is geknield en achter hem legt een engel het scapulier over hem. Onder Simon, geheel rechtsonder in het beeldvlak, zijn figuren te zien die in het vagevuur zitten. Volgens het geloof krijgt diegene die het scapulier draagt een aanmerkelijk kortere straftijd in het vagevuur. Een pauselijke bul uit 1322 bevestigde dit geloof. In de Contrareformatie werd dit geloof weer zeer populair.
Oorspronkelijk was op de eerste etage alleen een schilderij van Padovanino: de Hemelvaart van Maria. Het bestuur klaagde dat er zo weinig kunst was terwijl de Scuola zoveel leden had. Hier moest iets aan gedaan worden. Giambattista Tiepolo werd gevraagd. Hij was op dat moment dé schilder in de serenissima. Tiepolo had net de fresco’s in de Gesuati ook wel de Santa Maria del Rosario genoemd geschilderd: een gigantisch plafondstuk van maar liefst 1200 bij 450 cm.
Tiepolo had zoveel opdrachten dat hij aarzelde toen hij het verzoek kreeg voor deze plafondschilderingen. Een klein jaar later in 1740 stemde hij uiteindelijk toe. Hij maakte twee ontwerpen waaruit de leden van de scuola konden kiezen. Het hele plafond moest wel vernieuwd worden. Dit betekende dat De Hemelvaart van Maria van Padovanino verwijderd moest worden. Hier waren de leden niet zo blij mee, maar het gebeurde uiteindelijk wel. De leden kozen voor het tweede ontwerp van Tiepolo. Tiepolo verplichtte zich ertoe om het centrale paneel in 1740 voor Kerstmis af te maken, maar in 1743 toen de zaal geopend werd en het houtsnijwerk en de vergulding ervan al voltooid waren, was dit centrale schilderij nog niet klaar. Het zou tot 1749 duren voordat het schilderij er echt kwam. Uit documenten van deze scuola blijkt dat de lijstenmaker en houtsnijder, Zanetti, zijn werk naar ontwerp van Tiepolo al wel voltooid had. Ondanks de vertraging waren de leden toch heel blij. De karmelieten waren zo onder de indruk van het uiteindelijke werk dat zij Tiepolo tot hun erebroeder benoemden.
In de kleine kapittelzaal die aan de grote zaal grenst, is prachtig houtsnijwerk te zien. Deze zaal, waar het bestuur van de Scuola belangrijke beslissingen nam, is goed bewaard gebleven.
Direct om de hoek na luttele stappen zijn we al bij de kerk van dezelfde orde.
De Santa Maria dei Carmini
Hoofdingang van de Santa Maria dei Carmine
Wij nemen de zijingang om twee altaarstukken te bekijken.
De kerk Santa Maria dei Carmini uit de 14e eeuw heeft een apart interieur. De marmeren zuilen zijn soms met kostbare rode stof bekleed, terwijl de bogen rijk versierd zijn en vele houten vergulde beelden bevatten. In deze kerk zijn enkele opmerkelijke kunstwerken te vinden.
Santa Maria dei Carmini Schip en beuk Inzoomen Gewelven
In de zijbeuken zijn links en rechts twee schilderijen te vinden op de oorspronkelijke plaats waar ze ook voor geschilderd zijn.
‘Lorenzo Lotto: ‘De H. Nicolaas in Glorie’’ 1527 – 1529
Aan de noordzijde een altaarstuk van Lotto: De H. Nicolaas in Glorie. Op de lijst staat het jaartal 1527 en de naam van de schilder. Het schilderij is in opdracht van de Scuola dei Mercanti gemaakt. De handelaren van deze scuola hadden de H. Nicolaas als hun beschermheilige. De drie gouden ballen verwijzen naar het verhaal over Nicolaas nog voor hij bisschop werd. Nicolaas gooide namelijk goud door het raam. Zo konden de drie dochters toch nog een goed huwelijk sluiten. Er was immers geen geld voor een bruidsschat. Later werden de gouden ballen aangezien voor brood en zo werd Nicolaas de patroonheilige voor de bakkers.
De twee belangrijkste opdrachtgevers zijn: Giovanni Battist Donati en Giorgio de Mundis. Hun namen staan op het frame. De naamheiligen: H. Johannes en de H. Joris van Donati en de Mundis zijn ook afgebeeld. Johannes links onder de H. Nicolaas en de H. Joris in het landschap rechtsonder in het beeldvlak. De frontale en bijna onnatuurlijke houding van de H. Nicolaas doet nogal ouderwets aan voor de tijd, 1528, waarin het geschilderd is. Lotto heeft het geschilderd naar een oud houten beeld van de H. Nicolaas dat dit schilderij verving.
De tweedeling van het werk: boven ‘H. Nicolaas die ten hemel wordt gedragen’ en onder het landschap, is gebaseerd op de Hemelvaart van Maria van Titiaan uit 1518 in de Frari-kerk. De onderzijde, het giorgioneske landschap en de bovenzijde zijn in iconografische opzicht met elkaar verbonden. Volstrekt nieuw voor Venetië is het landschap in vogelvluchtperspectief
Lotto’ landschap Dürer’ landschap 1498 THE MET
De heilige Nicolaas greep in bij honger en was beschermheer van de matrozen. Dit verklaart ook de schepen en het soort landschap (groot formaat) in dit altaarstuk. De manden op de ezels, die het graan naar de schepen vervoeren, verwijzen naar de legende waarbij de H. Nicolaas de mensen op wonderbaarlijke wijze voor de hongerdood behoedde. In het Oosten vertrok na tiende eeuw geen enkel schip meer zonder een icoon van de H. Nicolaas. De dode en levende boom naast elkaar onder in het midden staan voor de macht van Nicolaas om de doden tot leven te wekken. Dit gold natuurlijk vooral voor de matrozen.
Patinier ‘Landschap met Charon’ detail
De sfeer van het landschap doet sterk aan Vlaamse schilders denken. Vermoedelijk is zelfs een schilderij van Patinir als model gebruikt. Patinir’ ‘Landschap met Charon‘ was in de tijd dat Lotto zijn altaarstuk voor de Santa Carmini schilderde in Venetië. Zeker is dat Lotto een houtsnede van Dürer, ‘Michael bestrijdt de Draak‘ heeft gebruikt.
De broederschap die dit altaarstuk in opdracht had gegeven, had hun winkels bij het Rialto. Hun goederen en daarmee hun winsten kwamen via de zee. Hiermee is de keus voor de H. Nicolaas, patroonheilige van de matrozen en de haven in het landschap verklaard. De leden van de broederschap baden het volgende geknield voor het altaar:
‘God en de H. Nicolaas bescherm en red onze vloot en schepen van deze stad op open zee, en ook allen die meevaren en breng hen veilig naar de haven terug.’
Tegenover deze Lotto hangt achter een altaar een ander beroemd werk van Cima da Conegliano uit 1510 getiteld: De aanbidding van de herders.
Cima da Conegliano ‘Aanbidding van de herders’ 1510 Negen figuren
De koopman Giovanni Calvo had de jonge en moderne schilder Conegliano de opdracht gegeven om een aanbidding van de herders te schilderen en natuurlijk moest hijzelf ook worden afgebeeld. Op het doek staan de H. Catharina met een gebroken wiel aan haar voet en de H. Helena met het kruis afgebeeld. Rechts de aartsengel Raphaël met aan zijn hand de jonge Tobias. Volgens het verhaal werd in opdracht van God de aartsengel Raphaël opgedragen de jonge Tobias bij een reis te begeleiden. Tobias heeft een hond als attribuut. Petrus staat naast Maria. De koopman Giovanni Calvo, de opdrachtgever van dit altaarstuk, staat er natuurlijk zelf ook op en wel als een eenvoudige herder. Toch passen de schoenen die hij draagt niet bij zijn stand.
Nieuw is de iconografische vrijheid die de jonge generatie kunstenaars zich gunt. De herder is een portret van de opdrachtgever. Calvo besliste dat de H.Catharina moest worden afgebeeld, want zijn vrouw Catharina was naar deze heilige vernoemd. De vrouw van Calvo was in 1508 gestorven aan de pest. Calvo was bang zijn vrouw te volgen. Hij wilde in het uiterste geval er in ieder geval voor zorgen dat zijn ziel gered zou worden. Daarom wordt Raphaël aan het tafereel toegevoegd. Dit nu is hoogst ongebruikelijk: een aartsengel in deze context. Raphaël werd gekozen als beschermheer voor Calvo. De engel leidt Tobias uit het donker en gebaart hem niet naar het Kind te kijken, maar naar boven naar het kruis dat Helena draagt. Op de achtergrond zijn ook herders te zien. Hier is Calvo weer afgebeeld bij het pad dat leidt naar de trog en het kruis.
De invloeden van Giorgione zijn overduidelijk. Cima gaf vaak zijn geboortestad Conegliano weer op de achtergrond. Zo ook in dit altaarstuk net als in zijn altaarstuk in de Accademia: Maria van de sinaasappelen boom.
Verder zullen we nog enkele andere kunstwerken in deze kerk bekijken waaronder een werk van Veronese.
We verlaten de kerk door de hoofdingang en vervolgen onze tocht langs de Rio di Santa Margherita richting de parochiekerk, de San Sebastiano, waar Paolo Veronese begraven ligt
Vervolg Venetië dag 5: Chiesa di San Sebastiano