Santi Apostoli en Parte Guelfa
De Santi Apostoli: een inspiratiebron voor Brunelleschi.
“Limbo volgens de katholieke doctrine de plaats is waar kleine kinderen naartoe gaan als ze overlijden voordat ze gedoopt zijn. Ze hebben zelf nog geen zonden begaan, maar zijn evenmin door het sacrament van de doop bevrijd van de erfzonde. Ze kunnen daardoor niet toegelaten worden tot de Hemel en moet dus “in Limbo” blijven. De kerk werd gebouwd op een begraafplaats voor kinderen. Religie kan erg wreed zijn.” Uit: Corvinus
De San Miniato al Monte, het Baptisterium en en de Santi Apostoli hebben grote invloed gehad op de architectuur van Brunelleschi. De Florentijnen schreven de stichting van de Santi Apostoli aan Karel de Grote toe. Dit geldt ook voor Vasari die in zijn voorrede tot ‘De Levens’ over deze kerk het volgende schrijft: ‘Daarna begon de architectuur enige vooruitgang te vertonen: in Florence bouwde Karel de Grote de Santi Apostoli die, hoe klein ook, prachtig van stijl was; immers, niet alleen zijn de zuilschachten, hoewel niet uit één stuk, bijzonder sierlijk en uitgevoerd in goede verhoudingen, ook de kapitelen en de bogen die overgaan in de bescheiden gewelven van de beide kleine schepen tonen aan dat er in Toscane enige goede vaklieden waren overgebleven, of weer waren opgestaan. Kortom, de architectuur van deze kerk is zodanig dat Filippo Brunelleschi zich verwaardigde haar tot voorbeeld te nemen toen hij in diezelfde stad de Santo Spirito en de San Lorenzo bouwde.’
In werkelijkheid komt deze kerk uit de proto-renaissance en wel uit de tweede helft van de elfde eeuw. Deze kerk is naast de andere proto-renaissance kerken zoals de San Miniato al Monte en de San Giovanni – een dankbare bron waar Brunelleschi uit putte zoals uit het volgende blijkt:
1. De zuilen zijn direct op de grond gezet. Waarschijnlijk is dit de inspiratiebron geweest voor de nieuwe benadering van Brunelleschi die de zuilen weer op de klassieke wijze ging gebruiken. Zuilen als een metafoor voor de mens waarbij deze niet op een muurtje of een andere verhoging gezet worden, maar op een zeer lage plint zodat de mens weer oog in oog met de zuil komt te staan. Bij de porticus van het Ospedale degli Innocenti is dit duidelijk te zien. De bundelpilaren zo kenmerkend voor gotische kerken ook in Florence verdwijnen eveneens bij Brunelleschi en hiervoor in de plaats komen zuilen.
2. In deze kerk wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de arcadereeks op zuilen en de lichtbeuk erboven. Brunelleschi zal dit in zijn San Lorenzo en de Santo Spirito door middel van grijsblauwe pietra serena (steensoort) extra benadrukken.
3. De arcadereeks of scheibogen worden op het einde –waar ze de pijlers bij de viering of de muurvlakken raken- afgesloten door een halve zuil. Deze logische oplossing binnen de klassieke denkwereld zal Brunelleschi nog niet toepassen in de San Lorenzo, maar wel in zijn later gebouwde kerk: de Santo Spirito.
4. De zuilen in de Santi Apostoli hebben een composietkapiteel (een combinatie van het Ionische voluut en het Corinthische acanthusblad). Dit wees Brunelleschi af. Bijna altijd gebruikt hij zuiver klassieke kapitelen voornamelijk de Corinthische en soms de Ionische. Michelozzo, een tijdgenoot van Brunelleschi, was veel vrijer in zijn gebruik van de orden. Hij paste het composietkapiteel wel toe.
Brunelleschi de eerste architect van de Renaissance was in zijn zoektocht naar de juiste regels van de architectuur strak in de leer. Alleen wat hij als zuiver klassiek beschouwde, mocht worden gebruikt. Waarbij hij overigens wel degelijk gebruik maakte van zijn tijd, dus van gotische elementen zoals we dit later nog bij zijn gebouwen tegen zullen komen. De architecten na Brunelleschi waren minder rigide in hun opvattingen, maar zij hadden het ook gemakkelijk: de weg was immers door Brunelleschi al geëffend.
Parte Guelfa
The corner of Via delle Terme and Via Capaccio
Het gebouw van de Guelfen is ook een middeleeuws gebouw, maar wel één waar Brunelleschi –een architect uit de vroege renaissance- het nodige aan heeft verbouwd (plattegrond: oranje werk van Brunelleschi). Dit gebouw was de trots van de Welfen of Guelfen (klik hier voor de plattegrond van het complex). Dit waren rijke handelaren die de strijd tegen de Ghibelijnen (de oude landadel) in 1250 gewonnen hadden en de Nieuwe Florentijnse Republiek hadden gesticht. Trots als ze waren op hun democratische stad moesten zij natuurlijk ook een eigen gebouw hebben. Terwijl Cosimo de Oude (Medici) het ontwerp voor zijn palazzo direct vóór de San Lorenzo van Brunelleschi afwees uit angst dat het teveel zou opvallen en te luxe was, wilden de Guelfen wel een rijk en fraai paleis. In de dertiende eeuw, de tijd van de Gotiek, werd met de bouw begonnen. Na een bombardement in de tweede wereldoorlog moest het complex weer worden opgebouwd.
In de vijftiende eeuw krijgt Brunelleschi de opdracht om een nieuwe zaal te bouwen op de hoek van de Via delle Terme en de Via Capaccio. Brunelleschi heeft van 1421-1422 aan de Sala Nuova gewerkt.
Vooral aan de zijde van de Via delle Terme botsen de Gotiek en de Renaissance onverbloemd op elkaar. Brunelleschi heeft geen enkele moeite gedaan om de enorme tegenstelling te verzachten, integendeel ruw wordt het oude gotische bouwwerk doorsneden door het nieuwe deel.
Brunelleschi facades Via delle Terme en Via Capaccio
Facade Brunelleschi Via Capaccio
Het oude deel heeft de traditionele Florentijnse driedeling in de gevel. Op de begane grond zijn de arcaden enigszins spits aan de bovenzijde: gotisch dus. Brunelleschi plaatst zijn gevel, die uit slechts twee verdiepingen bestaat, met een zeer hoge begane grond die als een sokkel werkt- pal tegen de gotische constructie aan. Hiervoor moest wel eerst een deel van het oude palazzo worden afgebroken. Op de hoeken plaatst hij stenen pilasters. Het geheel is een voorloper geweest van ontwerpen uit de hoogrenaissance met palazzi van Bramante en Raphaël. Brunelleschi’s aanpak kreeg in Florence zelf, althans wat dit paleis betreft, geen navolgers.
De kroonlijst of beter gezegd de kordonlijst is de eerste lijst in Florence die voldoet aan de klassieke regels. Hoewel Brunelleschi’s Sala Nuova revolutionair is in vergelijking met het aangrenzende gotische deel, maakt ook hij gebruik van de Gotiek. Zijn grote brede ramen hebben nog een ‘oculi’ ofwel ronde ramen. Dit idee is gebaseerd op de gotische kathedraal in Florence. Natuurlijk zijn de brede hoge ramen van de Duomo wel spits zoals dat in de Gotiek gebruikelijk was.
Einde of dag 1
Vervolg Florence dag 2: Santissima Annunziata