Santa Maria sopra Minerva
Santa Maria sopra Minerva schip Zijbeuk
Het woord sopra betekent boven. In werkelijkheid is deze kerk uit 1280 gebouwd in de resten van een klassieke tempel die gewijd was aan Minerva. De kerk heeft een aantal belangrijke kunstwerken. Eerst gaan we echter een beroemde dame bekijken en wel Catharina van Siena. Deze vrouw heeft een grote rol gespeeld in de terugkeer van de pausen uit Avignon naar Rome. De kamer waarin zij stierf, is zijn geheel overgebracht naar de sacristie van deze kerk. Haar lichaam zonder hoofd, ligt in het hoofdaltaar. Wil je haar schedel of haar vinger bekijken dan zul je naar Siena moeten (voor haar voet Venetië Santi Giovanni e Paolo).
Gewelven Vier Evangelisten Gewelven en deel wanden
Michelangelo ‘Verrezen Christus’ 1519 -1521 Christus
Het belangrijkste kunstwerk in deze kerk staat links vóór het hoofdaltaar tegen een pilaar en is ‘de Verrezen Christus’ van Michelangelo.
Buonarroti heeft in 1514 opdracht gekregen om een beeld voor de Maria sopra Minerva te maken.
In 1516 heeft Michelangelo zijn ‘Verrezen Christus’ al voor een groot deel af, maar helaas al hakkend stuitte hij op een flinke zwarte ader in het witte marmer. (Klik hier Franco Mormando scroll naar nummer 13). Al het werk voor niets gedaan.
Buonarroti laat het beeld achter in zijn huis in Rome en vertrekt naar Florence voor andere opdrachten. Maar Michelangelo wordt door zijn Romeinse opdrachtgevers achtervolgd. Metello Vari dreigde met ingrijpen van hogerhand als Buonarroti niet aan de afspraken in zijn contract voldeed. In een brief schrijft Michelangelo over de vervelende situatie waarin hij zich in 1518 bevindt als volgt:
“Ik sterf van kwelling doordat ik niets kan doen, weer door pech […] een geladen boot [met marmerblokken] is niet aangekomen, want het regende niet en de Arno is volledig drooggevallen. De andere vier bestelde boten die vanuit Pisa varen zullen alleen met water geladen terugkomen. Op dit moment voel ik mij de meest ontstemde man op aarde. Messer Metello Vari oefent nog druk op mij uit over zijn beeld [Verrezen Christus], dat [marmerblok] ook in Pisa is en in een van de eerste volgende boten […] Ik sterf van gekweldheid en lijk een bedrieger tegen mijn wil, te worden. Ik heb hier een uitstekend atelier in voorbereiding, waar ik twintig figuren moet gaan houwen. Ik kan er geen dak op maken, want er is geen hout in Florence, en met de regen zal dat wel een tijd zo blijven.” Geciteerd en vrij vertaald uit: Howard Hibbard ‘Michelangelo’, Penguin Book Art/Architecture second edition, 1985 blz. 167
Daniele da Volterra ‘Michelangelo’
Buonarroti maakt onder indruk van de bedreigingen van de heren opdrachtgevers in Florence een kopie van het beeld. Als hij het beeld gehakt heeft, stuurt hij één van zijn assistenten, Pietro Urbano, met het beeld naar Rome. De arme jongen krijgt al direct problemen bij de stadspoort. Hij moet invoerrechten betalen voor het beeld. Na veel gedoe en ingrijpen van de opdrachtgevers mag Urbano toch zonder te betalen naar de Santa Maria sopra Minerva. Velen zien dit beeld als een van de mindere werken van Michelangelo. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat Buonarroti er een hekel aan had om oude paden te betreden. Zo maakte hij vaak zijn beelden niet af omdat hij al weer een nieuw en beter idee had. Dit beeld in deze gotische kerk heeft Pietro Urbano ter plekke voltooid. Hij moest het nodige schraap- en schuurwerk verrichten om de sporen van de beitel uit te wissen. Pietro ging hier veel verder in dan Michelangelo dat in deze fase van zijn leven deed.
Sebastiaan del Piombo schreef in een brief aan Michelangelo over de ingreep van Urbano het volgende:
“Maar ik wil u melden dat hij alles waaraan hij heeft gewerkt heeft verpest, vooral de rechtervoet heeft hij ingekort wat je duidelijk ziet bij de tenen; ook heeft hij de vingers ingekort, vooral aan de rechterhand die het kruis vasthoudt. Frizzi zegt dat ze eruitzien als krakelingen: ze lijken niet van marmer gemaakt, maar van deeg gekneed, zo verschrikkelijk zien ze eruit […] en ik geloof beslist dat het slecht met hem afloopt, want ik heb gehoord dat hij gokt en graag bij de hoeren is en dat hij als nimf op fluwelen schoenen door Rome loopt en zo veel geld verdient.’ De beeldhouwer Federico Frizzi heeft het beeld nog ‘gerepareerd.” Geciteerd uit: Antonio Forcellino, ‘Michelangelo Een rusteloos leven’, Nieuw Amsterdam/Manteau 2005 blz. 156
Studietekening voor Christus recto Verso
Als we voor het beeld staan zal ik nog een A3-’tje van een voorstudie van Michelangelo laten zien. In deze tekening (geheel) kun je prachtig zien dat hij voornamelijk de spieren van de torso heeft bestudeerd. Terwijl de rest van de studie in grove lijnen is opgezet, is de tors verfijnd en gedetailleerd uitgewerkt. Voor een beeldhouwer is een mannenlichaam veel moeilijker dan een vrouwenlichaam. Je moet heel goed op de hoogte zijn van de anatomie om de onderliggende spierbundels, aderen en botten goed te kunnen hakken. Bij vrouwen is dit veel makkelijker daar zij vaak niet zulke uitgesproken spieren hebben. Het is niet voor niets geweest dat Michelangelo toen hij zeventien jaar was in het geniep in het klooster van de Santo Spirito in Florence in het lijkenhuis menig lijk ontleed heeft (benen; Haarlem, Teylers Museum, A39v). Het voornaamste bezwaar tegen dit beeld is dat het gezicht weinig expressie heeft of zoals sommige kritische tijdgenoten schreven: ‘leeg is’.
Bovendien zijn sommige attributen en het beeld zelf wel erg gladjes uitgewerkt. Pietro heeft zich te braaf aan het motto van Vasari gehouden die schrijft: ‘na de beitel, rasp en puimsteen, de Tripoli aarde, en tenslotte stro zodat het voltooide en glimmende [Teg: beeld] voor ons verschijnt.’ Je moet maar kijken of je het met deze kritiek eens bent of niet. Eén ding is wel zeker namelijk dat Buonarroti zelf zijn beeld niet zo afgewerkt zou hebben. Bij zijn Pietà in de Sint Pieter heeft de jonge Michelangelo dit wel gedaan zoals jullie in programma twee nog te zien krijgen.
Michelangelo ‘Verrezen Christus’ 1519 -1521 Christus
De lendendoek die nu te zien is, was er eerst niet. Christus werd weergegeven als een heidens figuur. Hierdoor ontstaat er een conflict tussen de gebruikelijke christelijke wijze van afbeelden en de manier waarop Michelangelo Christus heeft gebeeldhouwd. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom later een lendendoek is aangebracht. Iets wat bij de fresco’s van Michelangelo in de Sixtijnse kapel, die we in de namiddag zullen bekijken ook al gebeurd is. Het motief dat Michelangelo bij dit beeld gebruikt, is klassiek. De arm kruist het lichaam terwijl het hoofd naar de andere kant kijkt. Het lichaam van Christus is kenmerkend voor de periode van Buonarroti na 1520. In zijn verdere ontwikkeling legt Michelangelo de basis voor een nieuwe periode in de kunst: het maniërisme (Wikipedia). Hierbij zijn figuren (Michelangelo) vaak met een spiraalachtige draaiing (een soort kurkentrekker of zoals dat in de kunst genoemd wordt: een figura serpentinata) weergeven. In de tijd dat Michelangelo dit beeld gehakt heeft, was hij zo beroemd dat hij zijn opdrachten kon uitkiezen. Heel bijzonder was bovendien dat hij zich weinig meer liet voorschrijven. Hoewel, maar dat zullen we nog wel zien, dit niet voor de opdrachten van de paus gold.
Het graf van Fra Angelico Inzoomen
Paul Hippolyte Flandrin ‘Engelen bezoeken Fra Angelico’ 1856
Wij bekijken het graf van een beroemde schilder: Fra Angelico. Vasari verhaalde ook over de nederigheid van deze schilder als volgt:
“Kortom, deze nimmer volprezen pater was in al zijn woorden en daden bescheiden en bijzonder nederig, en in zijn werken zachtaardig en vroom; en de door hem geschilderde heiligen zijn in houding of uiterlijk heiliger dan wie dan ook. Nooit retoucheerde of verbeterde hij een van zijn schilderingen, maar hij liet ze altijd precies zoals ze waren uitgevallen, want dat -zo zei hij- was de wil van God. Sommigen zeggen dat Fra Giovanni nooit zijn penselen ter hand nam dan na een gebed te hebben uitgesproken. Nooit maakte hij een Kruisiging zonder dat de tranen hem over de wangen vloeiden: vandaar dat men in de gelaatsuitdrukkingen en houdingen van zijn figuren de goedheid van zijn ziel gewaarwordt, groot en oprecht in de christelijke godsdienst.”
Giorgio Vasari, ‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, 1990 deel I blz. 220 (oorspronkelijke uitgave 1568)
In 1455 werd Fra Angelico op zestig jarige leeftijd begraven in de Santa Maria sopra Minerva de hoofdkerk van de dominicanen in Rome.
Tenslotte nemen we nog even een kijkje bij twee werken van Bernini die ook in deze kerk te zien is waaronder een gedenkteken gewijd aan Maria Raggi.
Bernini ‘Maria Raggi’ Maria Inzoomen In situ
Bernini ‘Giovanni Vigevano’ 1617 – 1618
“De buste is gemaakt tussen 1617 en 1618, en werd in 1630 in de graftombe gezet na de dood van Vigevano.” Bron: Wikipedia