Santa Croce en het Piazza
We lopen nu naar het Piazza Santa Croce waar de gelijknamige kerk aan ligt. Deze basiliek die gewijd is aan het heilige kruis, is rond 1295 gebouwd door de bedelorde der franciscanen. Er waren twee belangrijke bedelorden en wel de franciscanen en de dominicanen. Bedelorden trokken naar de steden en kochten betaalbare bouwgrond aan de rand van de stad om hier hun kerken op te richten.
De twee belangrijkste in Florence zijn de Santa Croce van de franciscanen en de Santa Maria Novella van de dominicanen. Nieuw en bijzonder aan de bedelorden die in de dertiende eeuw ontstaan, is dat de monniken zich niet terugtrokken achter de muren van hun kloosters, maar preekten voor het gewone volk en leefden van de aalmoezen die zij ontvingen. Nederigheid en eenvoud was hun leuze.
Eén jaar na de bouw van de Duomo en het Palazzo della Signoria werd in de sloppenwijk van Santa Croce begonnen met de bouw van een eenvoudige, maar wel grote basiliek: de Santa Croce. De architect is niet met zekerheid bekend wel komt hij waarschijnlijk uit Siena.
De kerk kreeg bij benadering de afmetingen van de oude Sint-Pieter in Rome. Franciscus, de stichter van de bedelorde, vertrok zelf uit Bologna op het moment dat er in plaats van een houten huis een stenen werd gebouwd. De basiliek is tamelijk eenvoudig als je tenminste de latere graftombes en versieringen wegdenkt. Zo bekroont een open houten dakstoel het schip en dat is veel goedkoper dan de gemetselde kruisribgewelven die in de Santa Maria Novella, de andere bedelorde basiliek, waren aangebracht.
Voordat je de kerk ingaat, kun je aan de gevel al zien dat deze kerk naar het heilige kruis is genoemd. Boven de ingang en in de top van de gevel staat: ‘In Hoc Signo Vinces’ ofwel ‘in dit teken zult gij overwinnen.’
Constantijn zag deze tekst rond een kruis aan het firmament voordat hij de strijd aanging met zijn Romeinse rivaal Maxentius. Constantijn gaf de christenen in het Romeinse rijk godsdienstvrijheid. De moeder van Constantijn, Helena, is in de nis boven de linker deur afgebeeld. Helena heeft het heilige kruis ontdekt. Rechts boven de ingang is Constantijn te zien. In het midden boven de deur wordt de gelovige er fijntjes aan herinnerd dat hij bij het einde der wereld tijdens de Apocalyps wordt afgerekend: zijn ziel wordt door Gabriël gewogen. Op de top van gevel is natuurlijk een kruis te zien.
De gevel van marmer komt trouwens net als die van Duomo uit de negentiende eeuw. Het neogotische ontwerp gaat wel terug op een ontwerp uit de zeventiende eeuw. Dit ontwerp is weer gebaseerd op het werk van Arnolfo di Cambio.
Als we de kerk ingaan, valt op hoe breed en hoog de gotische scheibogen zijn. In de lichtbeuk zijn twee ramen per travee geplaatst, waardoor er veel licht naar binnenstroomt. Het roze en gele metselwerk geeft het binnenvallende licht een rozeachtige tint. Precies tegenover de ingang wordt de kerk beëindigd door een vierhoekige koorafsluiting.
Santa Croce Zoom in Houten dakstoel
Apsis Hoogaltaar Kruis Altaarstuk
De plattegrond heeft net als bij de oude Sint-Pieter een T-vorm. Naast de vierhoekige apsis met het hoofdaltaar zijn er aan beide zijden nog vijf kapellen. Op de dag van de schilderkunst, zullen we enkele van deze kapellen bekijken waaronder de Cappella Peruzzi met fresco’s van Giotto. De huidige kerk maakt zeker geen armoedige indruk. Dit komt doordat de kerk wel één grote cenotaaf lijkt. Vele belangrijke figuren liggen hier begraven waaronder rechts naast de ingang het graf van Michelangelo Buonarroti (voor Michelangelo’s graf klik hier).
De bouw van de kerk is niet alleen met geld gefinancierd dat voor de graven betaald moest worden, maar ook met de opbrengst van de publieke taken die door de stad aan de franciscanen waren toegewezen. Dit waren:
- De inquisitie (kerkelijke rechtbank die ketters moest opspeuren en ter dood brengen). De bezittingen van de ketters, vaak Ghibelijnen, werden als volgt verdeeld: eenderde werd aan de bouw van de grote stadsmuren besteed en de rest aan de bouw van de Santa Maria Novella en de Santa Croce. Tot grote woede van de dominicanen waren zij niet, zoals gebruikelijk, aangewezen om de ketters op te sporen en te elimineren.
- Het opstellen van de kieslijsten en het bewaren van de stembiljetten in zakken, de zogenaamde ‘borse’.
Het Piazza Santa Croce of het Piazza degli Spettaccoli
Giovanni Signorini ‘Carnaval Piazza Santa Croce’ 1846
Giuseppe Zocchi ‘Kerk en Piazza Santa Croce’ The Morgan Library&Museum
De beroemde Cappella Pazzi en de refter (Museo dell’Opera di Santa Croce) in het binnenhof rechts naast de kerk komen later nog aan bod.
Santa Croce Piazza Santa Croce Santa Croce aan de rand van de stad
Giovanni Stradano (Jan Van der Straet) ‘Steekspel met paarden Piazza Santa Croce’
De pleinen voor de kerken speelden een belangrijke rol zoals je dit heden ten dage nog kunt zien. Het is nu nog een belangrijke ontmoetingsplek waar gekeuveld, gespeeld en muziek gemaakt wordt. Het beeld van Dante moest zelfs wijken voor de voetballende jeugd en is teruggezet links op een verhoging voor de Santa Croce. De kerk, toch bepaald niet klein, kon niet alle mensen bevatten die op de populaire volkspreken afkwamen. Hieraan heeft het plein zijn bijnaam: la Piazza degli Spettaccoli, te danken (Wikipedia). Er werden steekspelen en volkspreken gehouden.
Een ander belangrijk spel was de zogenaamde giuoco del calcio fiorentino (Wikipedia).
Tijdens de Calcio Storico wordt elk jaar in juni-juli een traditioneel soort voetbaltoernooi gehouden tussen vier wijken op de Piazza Santa Croce. Alles in historische aankleding. De prijs: een levende koe. Dit wordt al sinds de 16e eeuw georganiseerd. Het betreft geen gewoon voetbal, maar een lokale variant, de ”calcio storico”, een mengeling van voetbal, rugby en worstelen. Links van de toegangsdeur van Palazzo dell’Antella met nummer 20 is een marmeren schijf aangebracht voor de 10 februari 1565, die de middellijn aangaf van het speelveld. Op die datum is de eerste wedstrijd gespeeld.” Bron: Henk Woudsma ‘Het onbekende Florence’
Jacopo Bellini ‘Bernardinus van Siena’ 1450-1455 privécollectie
Natuurlijk preekten de monniken van de bedelorden in de taal van de eenvoudige gelovige. Beroemd zijn de preken van de franciscaanse rondtrekkende monnik: Bernardino van Siena. Als hij preekte stond het plein stampvol. Deze monnik begon zijn populaire preken altijd met Italië is het verstandigste land in Europa, Toscane is het verstandigste gebied in Italië en Florence is de verstandigste stad in Toscane … [maar] waar edele gaven samengaan met kwaadaardigheid, krijgt men de slechtste mensen.’ Eva Borsook
Enorme menigtes verzamelden zich om hem te horen spreken. Er werd gezegd dat tegenstanders binnen de kerk zich door hem verzoenden en mirakels gebeurden tijdens zijn preken. Ook werden er vreugdevuren van de ijdelheden gehouden tijdens zijn preken waarin mensen werden aangespoord om alle voorwerpen van verleiding te verbranden. Tijdens een verblijf in 1425 in Siena preekte hij iedere dag, zeven weken lang. Zijn begeestering was zo groot dat hij voor een preek soms tot vier versies had voorbereid. Bron: Wikipedia
Fra Bartolomeo ‘Portret van Girolamo Savonarola’ 1499 – 1500
Vervolgens kwam er een donderpreek waarbij de gelovige op krachtige en beeldende wijze aan de kortstondigheid van het aardse bestaan herinnerd werd. Wee hij die niet goed leefde. Het verbranden van boeken door de nazi’s in Berlijn anno 1933 (Mahnmal zur Bücherverbrennung auf dem Bebelplatz Berlin) is niet de eerste boekverbranding geweest. Al in de vijftiende eeuw gebeurde dit in Florence en wel op het Piazza degli Spettaccoli. Het was op aanraden van Bernardino, maar vooral de latere religieuze machthebber, Savonarola, dat er brandstapels op het plein werden opgericht. De invloed en autoriteit van Savonarola waren zo groot dat niemand bezwaar durfde te maken. Lachen op straat, allerlei soorten sieraden, mooie jurken waren verboden. De dienaren van het regime namen niet alleen luxe artikelen mee, maar ook speelkaarten, dobbelstenen en alles wat als voorwerp van vleselijke genoegens kon dienen, waarna ze demonstratief werden verbrand bij de zogenaamde ‘Vreugdevuren van ijdelheid’.
Inscriptie:
Hieronymi Ferrariensis A deo missi prophetae effigies
Hieronymus Ferrariensis De door God gezonden profeet
Sandro Botticelli ‘Zelfportret’
detail uit: Aanbidding van de herders 1475
Stapels met niet alleen boeken, maar ook met zulke verderfelijke dingen als spiegels, pruiken en cosmetica. Zelfs Botticelli heeft enkele van zijn schilderijen met klassiek mythologische onderwerpen in het vuur gegooid. Hij zou hierna alleen nog maar christelijke onderwerpen schilderen. Tot 1580 werden op het plein nog brandstapels met wereldse snuisterijen in de brand gestoken. Uiteindelijk kwam er een einde aan de religieuze terreur en eindigde Savonarola zelf ook op de brandstapel.
Filippo Dolciatia ‘Het ophangen en. verbranden van Savonarola in 1498’ Museo di San Marco
Kunstenaar onbekend ‘Het ophangen en verbranden van Savonarola in 1498’ Museo di San Marco
De wijk Santa Croce heeft van oudsher een slechte naam en niet alleen vanwege de armoede die er heerste. Zo schrijft Boccaccio al in zijn Decamerone over ‘de grijze pijen’, de franciscanen, die regelmatig naar de vrouwen van lichte zeden gingen in deze wijk. De magistraten hebben natuurlijk ingegrepen. Zij lieten stenen aanbrengen in het wegdek met een nadrukkelijke waarschuwing tegen de gevaren die een bezoek aan de dames, die zich lieten betalen voor de liefde, meebracht. De Via de’Macci heeft nog steeds de bijnaam: Malborghetto ofwel de straat van de ontucht.