Ospedale degli Innocenti II
Een vergelijking: de gevel van het Ospedale en de San Matteo (Accademia)
De façade van Brunelleschi is heel anders dan die van San Matteo: een spedale op een steenworp afstand van het Ospedale degli Innocenti. Zo stemmen de zuilen die Brunelleschi gebruikte weer overeen met de klassieke zuilen. De Grieken vergeleken hun zuilen met de mens. De ionisch zuil kan als volgt omschreven worden:
Om de vrouwelijke slankheid op de zuil over te brengen, besloten ze eerst om de dikte van de zuil te verminderen tot een achtste van zijn hoogte, om zo een slankere uitstraling te creëren. Onderaan de zuil plaatsten ze een voetstuk, vergelijkbaar met een schoen. Het kapiteel werd verfraaid met voluten die sierlijk naar beneden hingen, als krullende lokken in een kapsel. Aan de voorzijde werd het versierd met eierlijsten en festoenen die deden denken aan haarlokken op het voorhoofd, terwijl over de gehele schacht groeven werden aangebracht, als de plooien in de lange kleding die vrouwen doorgaans dragen. Voor citaat van Vitruvius zelf zie: Vitruvius, ‘Handbook of Architecture’, Athenaeum-Polak &Van Gennep, Amsterdam 1997 blz. 113 (Volume IV).
Iets verder in zijn tekst merkt Vitruvius nog op dat de hoogte van de Ionische zuil uiteindelijk negen keer de doorsnede werd. De Corinthische zuil die Brunelleschi meestal gebruikte, werd niet als een vrouw beschouwd, maar als een meisje. Zo’n zuil moest natuurlijk nog ranker lijken vandaar dat de doorsnede met tien vermenigvuldigd werd om de juiste hoogte te krijgen. Als je de trappen oploopt, sta je op gelijke hoogte met de Corinthische zuilen. Je voet staat direct naast een plint die niet veel hoger is dan je schoen.
Hiermee keert Brunelleschi weer terug naar de klassieke antropomorfische opvattingen over zuilen. Vergeet daarbij niet dat er over de voet van een zuil gesproken werd en een capitellum [Lat: kopje], waar het woord kapiteel van is afgeleid. Deze benadering van zuilen is een breuk in de traditie van de architectuur in Florence. Zo werden onder meer in de oude Santa Reparata, de Duomo en de Santa Maria Novella achthoekige zuilen zonder een entasis gebruikt. In de loggia uit ca. 1390 van het oudste spedale, de San Matteo, waar we nu even naar toelopen, is prachtig te zien hoe nieuw de benadering van Brunelleschi is.
De San Matteo is in de zestiende eeuw veranderd in een Academie voor kunstenaars en is sinds de negentiende eeuw een museum. De zuilen van de loggia zijn hier octagonaal en op een muur geplaatst. De bladeren van de zuilen zijn erg stijf en onnatuurlijk. Deze bladeren van steen hebben niets te maken met het naturalistische Toscaanse model: folia d’aqua, het lijken wel vaste stempels. De bogen die deze zuilen dragen zijn niet halfrond, maar iets gedrukt.
Toch zijn er ook duidelijke overeenkomsten tussen de San Matteo en het Ospedale degli Innocenti. Zo is er sprake van een oneven aantal traveeën –zeven en negen bij het Ospedale waardoor symmetrie ontstaat met de nadruk op een centrale as. Bovendien zijn de verdiepingen duidelijk van elkaar gescheiden door een kordonlijst en wordt de reeks arcaden afgesloten door een eindtravee als ware het een boekensteun.
De kapitelen bij het Ospedale degli Innocenti van de Korinthische orde zijn aanmerkelijk naturalistischer dan die we net bij de San Matteo gezien hebben.
Bovendien heeft het kapiteel de klassieke dubbele rij bladeren. De schacht van de zuil oogt niet rigide zoals de octagonale zuilen van de San Matteo. Brunelleschi gebruikt bij zijn ronde zuilen ook een entasis, waardoor de zuilen een veel natuurlijker indruk maken.
De bogen raken precies de architraaf. Dit in tegenstelling tot wat we bij de San Matteo gezien hebben, waar een smalle lijst, een kordonlijst, niet verbonden is met de bogen eronder. Bij elke travee wordt precies boven in het midden van de boog een venster geplaatst. Hierdoor krijgt de gang erachter die toegang geeft tot de slaapvertrekken voldoende licht. Brunelleschi was heel precies in het plaatsen van ramen. Hij zorgde altijd voor een regelmatige belichting. De twee afsluitende traveeën zijn breder waardoor de afstand van de ramen in de hoektraveeën tot de andere ramen ook groter is. Dat is mede de reden dat Brunelleschi bij de afsluitende traveeën oorspronkelijk pilasters gepland had. Dit had bovendien het voordeel dat de hoektraveeën net als bij de San Matteo als een boekensteun fungeren in de reeks van negen identieke traveeën (later werd het aantal traveeën nog uitgebreid).
Als Brunelleschi zich na 1427 niet meer bemoeit met de bouw van het Ospedale degli Innocenti neemt Francesco di Francesco di Pierozzo della Luna (door Vasari foutief geïdentificeerd als Francesco della Luna) de uitvoering verder ter hand.82 Francesco had aanzienlijke macht in het zijdegilde en hij was waarschijnlijk de drijvende kracht achter de plannen van 1427 om het complex flink uit te breiden.De wijze waarop Francesco de gevel bouwde, beviel de biograaf van Brunelleschi, Manetti, helemaal niet. Zijn kritiek luidde vrij vertaald:
“Het heeft een aantal ernstige tekortkomingen in tegenstelling het ontwerp van Brunelleschi die eenieder kan zien die ernaar kijkt. Eén ervan is de fries, die over de bogen loopt; een ander is de architraaf. Als mede de twee ramen en de smalle pilasters, die boven de kroonlijst uitsteken, die tegelijkertijd als een steun voor de ramen dient en de bovenste kroonlijst ondersteunen, dat het uitkragende dak zou steunen. Net als de uitbreiding van het gebouw [travee zuidzijde] die voor de porticus, langs de façade verschijnt en waarin een foute proportie zit als ook de uitbreiding zelf. Dan is er nog de architraaf die naar beneden gedraaid wordt, afdalend naar het basement van het gebouw. Met één woord allerlei afwijkingen.’ A. Manetti, ‘The life of Brunelleschi by Antonio di Tucci Manetti’, The Pennsylvania State University Press, University Park and London 1970 regels: 1074-1089 (eerste uitgave rond 1480).
De architraaf die naar beneden gedraaid wordt mag dan wel in strijd zijn met de vitruviaanse canon, maar was in Florence niet ongewoon. Bij het Baptisterium en de San Miniato al Monte wordt de architraaf ook van een horizontale lijst omgebogen in een verticale. Als Filippo Brunelleschi weer in Florence is en hij het resultaat ziet van zijn ontwerp berispt hij Francesco. Deze echter verdedigde zich door te zeggen dat hij de omgebogen architraaf van het godshuis San Giovanni (Baptisterium), dat een heel oud gebouw was, had overgenomen. ‘Waarop Filippo zei: ‘Er is in dat gebouw [Baptisterium] maar één fout, en die heb jij overgenomen.’ Bovendien had Francesco de geplande twee pilasters bij de hoektraveeën niet aangebracht.
Waardoor de ‘boekensteunen’ veel minder werden onderscheiden van de tussenliggende negen traveeën in de loggia. Manetti schrijft over nog ‘een foute proportie’ in de gevel, maar zegt niet welke verhouding in de gevel nu precies onjuist is.
De proporties in de gevel van het Ospedale degli Innocenti
Reconstructie ontwerp van Brunelleschi
De verhoudingen van de façade zijn onder meer gebaseerd op de afstand tussen de zuilen zoals in deze tekening is te zien. Daar Brunelleschi zoals vaak de Korinthische orde gebruikt, moet hij volgens de klassiek voorgeschreven regels de hoogte tien keer de doorsnede van de zuil maken. Dit nu is niet het geval. Dit komt omdat Brunelleschi zich niet alleen baseerde op de klassieke getalsverhoudingen, maar ook op het middeleeuwse systeem van geometrische verhoudingen
Zo ging Brunelleschi bij de plattegrond uit van het middelste vierkant (zonder de loggia dus) van de centrale binnenhof. De diagonaal van dit binnenste vierkant wordt als module gebruikt voor de opzet van de plattegrond. Deze diagonaal (tweeënveertig braccia; wel afgerond) wordt dan gebruikt om een tweede grotere vierhoek te maken. Dit is de vierhoek van de binnenplaats met de loggia erbij gerekend waarvan de diagonaal zestig braccia bedraagt (weer afgerond). De twee vierhoeken worden vervolgens concentrisch met een loodlijn in het midden gezet. De lengte van voorgevel wordt door de diagonaal van het grote vierkant bepaald. Dit gebeurt door aan beide zijden van de middenlijn, de centrale oost-west as, de grote diagonaal (zestig braccia) uit te klappen.
De façade (originele ontwerp van Brunelleschi) wordt dan honderdentwintig braccia breed. Tenslotte wordt de gevel opgedeeld in traveeën en wel vijftien braccia voor de twee buitenste en tien voor elk van de negen traveeën van de loggia. Echter de twee systemen, het middeleeuwse en klassieke, bijten elkaar. Dit betekent dat Brunelleschi wel moest schipperen. Zo zijn de brede hoektraveeën niet vijftien, maar 14,33 braccia. Hierdoor kloppen de geometrische verhoudingen niet meer. De afwijking van de klassieke regel voor de Korinthische zuil is voor het oog echter nauwelijks te zien. De afstand is niet 1:10, maar 1:10,77. Een afwijking van rond de acht procent is nauwelijks waar te nemen. Kortom, een compromis dat optisch alleszins acceptabel is. Het is echter wel weer veel voor een architect, die als een van de eersten de klassieke regels weer invoerde en hierbij zeer strikt in de leer was. Michelozzo en Alberti gingen veel vrijer met de klassieke canon om zeker wat betreft het gebruik van de orden. Zo gebruikte Michelozzo in zijn tabernakel in de San Miniato al Monte, maar liefst vier verschillende kapitelen voor de zuilen.
Het Ospedale degli Innocenti en het Piazza della Santissima Annunziata
De gevel van het Ospedale degli Innocenti laat zich niet alleen verklaren vanuit de geometrische verhoudingen die Brunelleschi voor zijn oorspronkelijke ontwerp gebruikte. Minstens zo belangrijk was het plein dat ervoor lag en toen nog het Piazza dei Servi genoemd werd. Als de kavel voor het Ospedale is opgekocht, ligt er nog zoveel grond onbebouwd dat het complex vrij kan worden ontworpen. Als je de Via dei Servi, een straat die het plein van de Duomo verbindt met het Piazza dei Servi, uitloopt, is aan de overkant de Santissima Annunziata te zien. Michelozzo bouwde later in 1444, één jaar voordat de eerste weeskinderen in het Ospedale kwamen, nog een atrium met een loggia voor deze kerk. De later gebouwde Rotonda van de Santissima Annunziata wordt precies op de as gezet van de Via dei Servi.
De Santissima Annunziata sluit de noordzijde van het plein af. Brunelleschi plaatste de loggia van zijn Ospedale precies op de as van de al bestaande kerk, en wel zo dat zijn gevel parallel liep aan de Santissima Annunziata. Hiermee schiep Filippo Brunelleschi de aanzet voor een regelmatig plein (Klik hier voor een plattegrond met de veranderingen van het plein van 1427, 1454 en 1629). Waarschijnlijk had Filippo al voor de uiteindelijke bouw van de tegenoverliggende galerij het plan voor een loggia als die van zijn Ospedale.
De loggia wordt in 1516 door Antonio da Sangallo en Baccio D’Agnolo gebouwd en hiermee is de westzijde van het plein ook afgesloten. De zuidzijde werd tenslotte in het midden van de zestiende eeuw afgebakend door de bouw van het Palazzo Griffoni. Hiermee is het plein voltooid en heeft het veel weg van een openbare kamer, maar dan één zonder dak.