Michelangelo’s beelden in de Nieuwe Sacristie I
De beelden van Michelangelo in de Nieuwe Sacristie van de San Lorenzo
Voor we naar de Nieuwe Sacristie gaan, werpen we nog even een blik op een werk van Bandinelli een tijdgenoot van Michelangelo van wie we later op de dag nog werk zullen zien. Bandinelli maakte een monument met Giovanni dalle Bande Nere ook zittend, net als de Lorenzo en Giuliano van Buonarroti, die we straks zullen zien. Bandinelli’s beeld staat rechts naast de gevel van de San Lorenzo.
We lopen nu niet de San Lorenzo in, maar gaan langs de marktkraampjes naar het westen en komen dan bij de apsiszijde van de kerk, waar we de Vorstenkapel zien en de ingang van de Cappelle Medicee. Hier is de entree van de Vorstenkapel en de Nieuwe Sacristie. Nu bekijken we, hoe kan het ook anders op de dagen van de beeldhouwkunst, de sculptuur van Michelangelo. (Klik hier voor de architectuur van de Nieuwe Sacristie wel even scrollen en hier voor de plattegrond: Oude [A] en de Nieuwe Sacristie [E]).
Voordat wij de nieuwe sacristie ingaan, eerst nog een kijk in de Cappella dei Principi.
Na de mislukking van het gevelproject, krijgt Michelangelo de opdracht voor de Nieuwe Sacristie. Op het moment dat de Medici, Giovanni, tot paus Leo X is gekozen, wordt besloten om de graven van de Medici in hun kerk, de San Lorenzo, uit te breiden. De ouders van Cosimo de Oude liggen in de Oude Sacristie. Hijzelf ligt in de crypte onder de viering nabij Donatello en in het linkertransept liggen zijn zoons: Giovanni en Piero. De jongere broer van paus Leo X was Giuliano, hertog van Nemours. De neef van Leo X was Lorenzo, hertog van Urbino, hij stierf in 1519. Beiden, Capitani, zoals zij vaak genoemd worden, komen in de Nieuwe Sacristie, naast nog twee andere Medici en wel Lorenzo il Magnifico en Giuliano de Medici, die vaak Magnifici worden genoemd. Twee Lorenzo’s en twee Giuliano’s, Capitani en Magnifici dus.
De ontstaansgeschiedenis van de beelden in de Nieuwe Sacristie
In een pauselijke bul zorgde Clemens VII ervoor dat er drie missen per dag in de Nieuwe Sacristie door de monniken van de San Lorenzo gehouden werden, afgewisseld door het lezen van psalmen en gebeden voor de overledenen. Pas in 1629 verloste paus Urbanus VIII de monniken van deze verplichting
Michelangelo ‘Twee tombes’ tekening 1521
Net als bij de bibliotheek van Laurenziana veranderde Michelangelo zijn ideeën en ontwerpen terwijl hij bezig was. Oorspronkelijk zou er een vrijstaand grafmonument in het midden van de sacristie komen; van deze tombe is nog een schets (British Museum) bewaard gebleven. Later is van dit plan afgezien: de ruimte rondom zo’n tombe zou veel te klein worden om een goed zicht op de beelden toe te laten, aldus Michelangelo in een brief op 28 december 1520. Tegelijkertijd speelde Michelangelo met het idee van vier graftombes, twee aan de beide zijwanden, zoals te zien is op tekeningen van Michelangelo in het British museum.
Inscriptieon: Ingeschreven op de rectozijde in het handschrift van Michelangelo met dezelfde bruine inkt als de studie op de rectozijde: `la fama tiene gli epitafi a giacere no(n) ua ne ina(n)zi ne indieto / p(er)ch(e) so(n) morti e e loro op(er)are e fermo’ (`Beroemdheid houdt de grafschriften op hun plaats; het gaat noch vooruit, noch achteruit, want zij zijn dood en hun werk leeft voort.’)
Michelangelo Studietekening tombe Giuliano de’Medici ca. 1524
De tombe met vier figuren
De tombes aan de zijwanden zouden oorspronkelijk ook nog andere beelden krijgen zoals hurkende figuren en beelden in de twee kleinere nissen die nu leeg zijn. Eerst wilde Michelangelo onder de beide tombes nog riviergoden plaatsen. Deze figuren zijn weliswaar nooit gehakt, maar wel zijn er levensgrote kleimodellen gemaakt. In het Casa Buonarroti hebben we nog zo’n model van een riviergod bekeken. Op deze tekening is links boven de sarcofaag ook nog een liggende riviergod geschetst. De staande figuren naast de nis lijken veel op de figuren die Michelangelo voor de graftombe van Julius II bedacht had en die we nog in de Accademia als slaven gezien hebben. De staande figuren zullen verdwijnen, maar de liggende figuur rechts op de sarcofaag niet. Nog later komt het idee om slechts één tombe per wand te maken: twee sarcofagen in totaal dus. Er is nog een studietekening in zwart krijt en gewassen inkt in het Louvre van de tombe van Giuliano de’Medici. Dit ontwerp, dat nog mogelijk is voorgelegd aan paus Clemens, verraadt waarschijnlijk wat Michelangelo uiteindelijk wilde.
De graftombes aan de zijwanden waren oorspronkelijk bedoeld om andere beelden te hebben, zoals gehurkte figuren en beelden in de twee kleinere nissen die nu leeg zijn. Eerst wilde Michelangelo riviergoden onder beide tombes plaatsen. Deze figuren werden nooit uitgehouwen, maar er werden in plaats daarvan levensgrote kleimodellen gemaakt. We hebben zo’n model van een riviergod gezien in Casa Buonarroti.
In april 1521 was het werk tot de architraaf voltooid. In hetzelfde jaar gaat Buonarroti naar Carrara om contracten af te sluiten met steenhouwers voor de marmerblokken bestemd voor de figuren in de kapel. Om sneller te kunnen werken, gebruikte Michelangelo een blok marmer uit zijn eigen atelier aan de Via Mozza. Dit blok was eigenlijk bestemd voor de beelden van de graftombe van Julius II, waar Michelangelo ook nog aan werkte. In oktober 1525 begon Michelangelo met vier figuren. In een brief van Michelangelo uit april 1526 aan Fattucci valt ondermeer te lezen:
In een brief van Michelangelo uit april 1526 aan Fattucci valt ondermeer te lezen:
“Ik werk zoveel als ik kan, en over vijftien dagen zal ik de andere kapitein laten vertrekken: dan heb ik alleen nog de vier Rivieren over met belangrijke dingen. De vier figuren op de kisten, de vier figuren op de grond die de Rivieren zijn, en de twee Kapiteins en Onze Lieve Vrouw die in het hoofdgraf gaan, zijn de figuren die ik graag met mijn eigen hand zou willen maken: en sommige daarvan zijn begonnen zes: en ik heb gewoon de moed om ze op een geschikte tijd te doen en ook de anderen te laten doen die er niet zoveel toe doen.” Brieven van Michelangelo Project Gutenberg
In 1527 stopten de werkzaamheden aan de Nieuwe Sacristie: er kwam een nieuwe republikeinse regering in Florence. Michelangelo kreeg van deze nieuwe regering de opdracht een beeld te hakken van Samson en de Filistijn. De paus die het grillige gedrag van Buonarroti, maar al te goed kende, was bang dat de beelden voor de Nieuwe Sacristie nooit zouden afkomen. Hij zorgde er in 1533 voor dat de beeldhouwer Tribolo naar Florence gestuurd werd om Michelangelo bij te staan. Ook twee andere beeldhouwers, Rafaello da Montelupo en Montorsoli werden naar de Nieuwe Sacristie gedirigeerd. Niet alleen Tribolo, Montorsoli en Montelupo, maar ook Francesco da Sangallo heeft nog meegewerkt aan de grafsculptuur. Zo maakte Sangallo een deel van de fries onder de kordonlijst naar een model van de meester zelf, maar helaas Michelangelo vond het maar niets. Sangallo kon de zure blikken en de wijze waarop Buonarroti hem probeerde te ontlopen niet verdragen.
Terwijl de beelden van Lorenzo en Giuliano, de Capitani, in de nissen werden geplaatst waren de vier beelden voor de deksels van de graftombes nog niet op hun plaats. In de zomer van 1534 verlaat Michelangelo Florence en gaat naar Rome waar hij tot aan zijn dood zou blijven. Elf jaar later plaatste Tribolo de vier figuren op de graftomben en veertien jaar later maakte Vasari de lelijke vloer. Cosimo deed in 1562 nog een verzoek aan Michelangelo met de vraag waar nu precies de beelden geplaatst moesten worden, maar Buonarroti gaf geen antwoord. Deze weigering is niet zo vreemd aldus Pope-Hennessy als je de beelden afzonderlijk bekijkt.
De vier beelden op de twee tombes in de Nieuwe Sacristie
Het marmerblok dat Michelangelo uit zijn atelier had gehaalde, is het blok waar hij de Dag uit hakte. De Dag is het eerste gehouwen en ziet er vanuit het altaar gezien om het vriendelijk te formuleren bepaald niet indrukwekkend uit. Waarschijnlijk heeft Michelangelo in het begin nog niet overwogen om de figuren zo op elkaar af te stemmen, dat ze vanuit het altaar het best tot hun recht komen en vanaf die plek bekeken moeten worden. Dit verklaart zijn weigering om op de vraag van Cosimo, waar de beelden nu het best geplaatst konden worden, in te gaan. Als je met je rug naar het altaar staat, zie je links de wand met in de nis boven de grafkist: Giuliano en op de sarcofaag twee liggende figuren: het zijn personificaties van de Nacht (vrouw) en de Dag (man). Bij de rechterwand is Lorenzo te zien en onder hem twee achteroverliggende figuren: de man belichaamt de Schemering en de vrouw de Dageraad.
Vervolg Florence dag 4: Michelangelo’s beelden in de Nieuwe Sacristie II