Michelangelo Sixtijnse kapel I

Uitleg over de fresco’s van Michelangelo heb je al in de Cortile Ottagono van het Museo Pio Clementino gehad. Het is gezien de enorme drukte onmogelijk om in de Sixtijnse kapel zelf voor een groep een toelichting te geven. Ik raad je aan om zo snel als mogelijk is op één van de banken te gaan zitten en dan het geheel rustig te bekijken. Je hebt beslist een kleine verrekijker nodig wil je alle details van het plafond echt goed kunnen bekijken. De achterwand die Michelangelo op gevorderde leeftijd geschilderd heeft, is zonder verrekijker wel goed te zien.

He oorspronkelijke exterieur van de Sixtijnse kapel en de tegenwoordige kapel.
Op het volgende adres op internet kun je de Sixtijnse kapel met de fresco’s goed bekijken van het plafond en de achterwand: Web Gallery of Art.

Exterieur of the Sistine Chapel      Luchtfoto      Oorspronkelijk exterieur

foto’s: Sailko; luchtfoto Maus-Trauden

Sixtijnse kapel      Altaarwand

Wikipedia

Daniele da Volterra ‘Michelangelo’

Het plafond van de Sixtijnse kapel heeft Michelangelo tussen 1508 en 1512 geschilderd. Het contract is helaas niet bewaard gebleven. Door de brieven van Buonarroti zelf en vele andere bronnen van tijdgenoten zijn we goed op de hoogte van het ontstaan van de fresco’s. Michelangelo wilde zoals te lezen is in een brief van Bramante uit 1506 deze opdracht absoluut niet. Hij zag zichzelf als beeldhouwer en niet als schilder. De invloedrijke architect Bramante heeft erbij Julius II op aangedrongen dat de grote kunstenaar Michelangelo deze opdracht zou krijgen. Bramante hoopte heimelijk dat Michelangelo als schilder zou mislukken.

Horace Vernet ‘Julius II vraagt Bramante om een nieuwe Sint-Pieter te bouwen’ 1827

Twee jaar eerder had Julius II de opdracht voor zijn tombe ingetrokken. De paus was van gedachte veranderd door het voorstel van Bramante. Deze architect stelde voor om een nieuwe Sint-Pieter te bouwen. Uit woede vluchtte Michelangelo uit Rome. Te paard ging hij naar Florence, op de hielen gezeten door ruiters van de Paus. Michelangelo was net op tijd in Florence, waar het pauselijke gezag niet meer gold.

Rafaël ‘Zelfportret’
J. C. Riepenhausen ‘Bramante stelt Rafaël voor aan Julius II’ 1836 

Gezien de vreemde afmetingen van de kapel en de vorm van dit plafond was dit ook wel te verwachten. De afmetingen van deze kapel zijn gebaseerd op de tempel van Salomo zoals die in het oude testament (2 Kronieken 3 en 1 Koningen 6) beschreven wordt. De lengte is drie keer de breedte en twee keer de hoogte. Je zult merken als je in de kapel staat, hoe onmogelijk hoog deze kapel is. Daar kwam nog bij dat Michelangelo weinig tot geen ervaring had met het schilderen van fresco’s. Als jongen van twaalf was hij nog wel in de leer bij Ghirlandaio (zelfportret) geweest. Hier had hij wat ervaring opgedaan met fresco’s, maar daarna had Michelangelo de frescotechniek nooit meer gebruikt. Bramante hoopte door deze slimme truc dat zijn jonge vriend Raphaël na de te verwachten mislukking van Michelangelo de belangrijkste opdrachten zou binnenhalen.

Als Michelangelo in mei wil beginnen, gaat het direct al mis tussen Bramante en hem. Vasari een tijdgenoot en vriend van Michelangelo beschrijft het conflict tussen de beide kunstenaars als volgt:

“[…] Bramante bracht een vrij aan touwen hangende steiger aan, en daartoe maakte hij gaten in het gewelf. Toen Michelangelo dit zag, vroeg hij Bramante hoe hij, eenmaal klaar met de schildering, de gaten weer dicht moest krijgen; Bramante zei: ‘Dat zien we dan wel weer’ en dat het niet anders kon.” Giorgio Vasari, ‘De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten’ Contact, Amsterdam deel II 1992 blz. 218

Woedend beent Buonarroti naar de paus en krijgt toestemming om zelf steigers te ontwerpen. Er is nog een ruwe  schets (tekening Uffizi) van de steigers bewaard gebleven. De timmerman die de nieuwe steigers (reconstructie) bouwde, mocht het vele overbodige touw houden. De man verkocht het touw en de opbrengst gebruikte hij als bruidsschat voor zijn dochter.

1. Plattegrond van de wanden met kunstenaars en de fresco’s vóór Michelangelo.
2. Wikipedia Fresco’s Southern, Northern and Eastern wall (Engels).

Wand ingang Mozes en Christus en plattegrond
1. G. Matteo da Lecce, ‘Dispuut over Mozes’ lichaam’   
2. H. Van den Broeck, ‘Opstanding van Christus’ 

Perugino ‘Christus overhandigt Petrus de sleutels’       Sleutels       Portret Perugino

Wikipedia (Engels)
photo: Khan Academy

“[…] de prachtige figuur van de Libische sibille [Studie en THE MET], die, na een dik boekdeel te hebben volgeschreven met citaten uit vele boeken, in een vrouwelijke houding aanstalten maakt om op te staan, en uit een en dezelfde houding blijkt dat zij wil opstaan en dat zij het boek wil sluiten: dit is, voor ieder ander dan de meester van dit werk zelf, iets bijzonder moeilijks, om niet te zeggen iets onmogelijks.” Giorgio Vasari, ‘De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten’ Contact, Amsterdam deel II 1992 blz. 225

Velazquez ‘Julius II 1511 – 1512I’

Paus Julius II had Michelangelo de opdracht gegeven om twaalf apostelen op het plafond af te beelden. Dit vond Michelangelo toch wat mager. Als hij dan toch moest schilderen in plaats van beeldhouwen dan meteen ook maar een grote verhalende cyclus. Julius II was enthousiast over dit idee. Zeker is dat de bijbelse verhalen, de sibillen en de figuren uit het oude testament die hij schilderde in nauw overleg met de theologen zijn bedacht. Michelangelo had een aantal schilders uit Florence laten komen, maar hij was ontevreden over hun werk. Al vrij snel probeerde hij zoveel mogelijk zelf te doen. De eerste geschilderde scènes: de Zondvloed en Noach’ dronkenschap, is door een aantal schilders gemaakt. Michelangelo heeft met meerdere schilders gewerkt, maar deed het liefst alles zelf. En toch had Michelangelo consequent hulp bij het voorbereiden van het gips, het mengen van de verf, het maken van de cartoons, tekeningen (Web Gallery of Art) en het schilderen van enkele van de minder belangrijke details.

De zondvloed        In situ      Noah’ ark      Aan land        Kookgerei

Ascanio Condivi schreef in zijn biografie van Michelangelo over de zondvloed het volgende
“[…] waarin de ark van Noach in de verte te zien is, te midden van de wateren, met enkele figuren die zich eraan vastklampen om gered te worden. Dichterbij, in dezelfde zee, is een boot met verschillende mensen, die, omdat hij overbeladen is en vanwege de frequente en hevige schokken van de golven, zijn zeil verloren, verstoken van alle hulp, al met water volloopt en begint te zinken. Zielig om de mensheid zo ellendig in de golven te zien omkomen. Evenzo, dichter bij het oog, verschijnt een bergtop nog steeds boven het water, als een eiland, waarnaar een menigte mannen en vrouwen zich hebben teruggetrokken terwijl ze het stijgende water ontvluchten; ze drukken verschillende emoties uit, maar allemaal zielig en angstig, terwijl ze onder een tent staan die over een boom is gespannen als bescherming tegen de buitengewone regen; en boven hen wordt de toorn van God prachtig uitgebeeld. Wateren, donder en bliksem wordt over hen uitstort. Er is een andere bergtop aan de rechterkant, aanzienlijk dichter bij het oog, met een menigte geteisterd door dezelfde ramp […]” Author (and translation) Charles Holroyd ‘Michael Angelo Buonarroti’, Chapter VI pp. 44 – 45 vrij vertaald

Ondanks Condivi’ treffende beschrijving, is de scène slecht te zien. De afstand tussen de Zondvloed en de kijker is, maar liefst 20,7 meter. Er zijn teveel figuren die bovendien veel te klein zijn. 

De gehele cyclus op de wanden, het plafond en later de achterwand (Laatste Oordeel) zijn te lezen als één groot verhaal met een duidelijke boodschap. Centraal op het plafond staan de schepping en de val van de mens. Vervolgens de nieuw gekozen mens: Noach. Het plafond beperkt zich tot de periode vóór de wetten Mozes. Op de wanden is de periode van de wetten van Mozes weergegeven en het leven van Christus die op aarde komt om de mensheid te redden. Bij de achterwand zien we het sluitstuk van het verhaal: het laatste oordeel.Het liefst deed hij alles zelf. Toch had Michelangelo voortdurend hulp bij het maken van de kalk, het mengen van verf, de kartons en bij het schilderen van sommige minder belangrijke details.

Zecharia

Als de paus de Sixtijnse kapel binnenkomt, kijkt boven hem Zacharia op hem neer (plattegrond, nummer 19) en natuurlijk is het wapenschild van Julius II hier nadrukkelijk aanwezig. Zacharia voorspelde de intocht van Christus in Jeruzalem.

Jubel luid, gij dochter Sion,
juich, gij dochter Jeruzalem!
Zie, uw koning komt tot u,
rechtvaardig en zegevierend;
hij is deemoedig, hij rijdt op een ezel
[…]
Dan kondigt hij vrede af
onder de volken,
dan gaat zijn heerschappij
van zee tot zee,
van de Rivier tot de grenzen
der aarde.
Zecharia 9: 9-10

De Sixtijnse kapel werd voornamelijk op palmzondag gebruikt door de paus. Hij kwam dan als plaatsvervanger van Christus binnen en deelde palmbladeren uit aan de gelovigen.

Jonas boven het Kruis

foto: Richard Mortel

Boven het altaar is Jonas op het plafond afgebeeld (plattegrond, nummer 25). Jonas verwijst naar de consecratie (hostie en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Christus). Dit slaat weer op de dood van Christus aan het kruis en zijn wederopstanding. De Jonas uit het oude testament is door een grote vis opgegeten en werd na drie dagen en nachten weer uitgespuugd en zie hij leefde. Christus heeft na zijn dood drie dagen en drie nachten in het graf gelegen en stond toen weer op. Dat lijkt voor ons misschien wat vergezocht, maar is na te lezen bij de evangelist Mattheüs 12: 38-40.

De vertical symbolische lijn tussen Jonas en het kruis op het altaar

De bronzen slag op de staak      Het pendentief
“Ook een scène  [in situ] als die van de Bronzen Slang wordt in verband gebracht op de kruisiging. De episode verhaalt van een slangenplaag die het volk Israël trof. Door te kijken naar een bronzen slang die op een staak was bevestigd, werden de Israëlieten beschermd tegen het slangengif. De heilzame werking van het object aan een paal werd vergeleken met de verlossing die Christus aan het kruis bracht.” Aldus Bram de Klerck NRC  12 september 2008

foto: Richard Mortel

Boven het altaar bronzen slang rechter pendentief

foto: Richard Mortel

Het koorhek staat tegenwoordig niet meer op zijn originele plek. Het stond oorspronkelijk precies op de plek waar het verhaal op het plafond een nare wending neemt. Achter het koorhek mochten alleen de geestelijken komen. Vóór het koorhek de eenvoudige gelovigen. Hij of zij zagen als ze naar boven keken de zondeval en alle ellende die daarop volgde. De hoge prelaten keken naar de schepping en het paradijs, kortom, een wat vrolijker uitzicht.

Zondeval en verdrijving        Adam en Eva     Zondeval       Verdrijving

Wikipedia (Engels)

De schepping van Adam      God     Adam       Handen    

Wikipedia
foto’s: Richard Mortel en Frans Vanderwalle

Adam      Voorstudie      British Museum      Adam

Julius II wilde graag weten hoe het werk aan het plafond vorderde. Bovendien vond hij dat het al met al veel te lang duurde. Zowel Vasari als Condivi melden dat dit soms tot grote spanningen leidde tussen beide heren. Zo wierp Michelangelo op een keer dat hij absoluut niet gestoord wilde worden planken naar de paus. Julius II, zeker geen gemakkelijk man bracht de grootheid op om dit maar te nemen. Hij zag wel in dat deze kunstenaar tot grootse dingen in staat was. Michelangelo was ook de enige die een hoed mocht ophouden als Julius II met hem sprak. Dat was iets wat de paus van niemand ooit zou accepteren. Toch dwong de paus hem in juli of augustus 1510 om de steigers weg te halen. Op dat moment heeft Michelangelo de helft van het enorme plafond geschilderd: van Zacharia tot de schepping van Adam.

Ascanio Condivi beschrijft hoe de paus en heel Rome kwamen kijken naar het werk van Michelangelo. Men was onder de indruk en dat terwijl het ‘secco-gedeelte’ nog niet eens gedaan was. Dit wil zeggen dat sommige delen bij fresco’s pas geschilderd worden als de kalklaag droog is. De kleur blauw moet altijd op een droge ondergrond worden aangebracht anders pakt de verf niet goed. Terwijl andere kleuren juist op een vochtige kalklaag moeten worden aangebracht om ze goed te laten hechten. Julius II was zeer tevreden, maar vroeg wel aan Buonarroti om het geheel nog wat te verrijken met goud en kleuren. Het gesprek tussen de paus en Michelangelo verliep aldus Condivi als volgt:

“Ik zie niet dat deze mensen goud dragen.’ Waarop de paus antwoordde: “maar dat ziet er zo arm uit.” Michelangelo zei hierop dat “degenen die hij hier afbeeldde ook arm waren.” Zo reageerde hij spottend en zo bleef het werk zoals het was.” Author (and translation) Charles Holroyd ‘Michael Angelo Buonarroti’, Chapter VI pp. 48 – 49 vrij vertaald

In situ      Billen      God

Als je goed kijkt, is het verschil tussen de twee delen van het plafond duidelijk te zien. Voor het eerst ziet Michelangelo zijn fresco’s vanaf de grond. Hij ontdekt tot zijn schrik dat sommige details niet te zien zijn, met name bij de Zondvloed en het offer van Noach. Deze fout zou hij bij zijn latere schilderingen zoals de scheiding van donker en lichten  en de schepping van de zon, de maan en de planten niet meer maken.

De Zondvloed in situ

foto: Richard Mortel

De Cumaea Sibille

Voor dat deel van het plafond heb je dan ook niet echt een verrekijker nodig. Michelangelo heeft vele voorstudies (Web Gallery of Art) van het plafond gemaakt. Soms heeft Buonarroti heel bewust gebruik gemaakt van de grote zichtafstand om een grap te verbergen. Bij de sibille van Cumae is dit het geval. Er is een venijnig detail op de achtergrond en wel bij het handje van een van de kinderen te zien. Een kind maakt het gebaar van de vijg. Een gebaar dat wij kennen als de opgestoken middelvinger.

Judith en Holofernes      In situ

Michelangelo zelf is ook op het plafond te zien. In het oostelijke pendentief in de hoek zien we Judith met een bediende en Holofernes. Het hoofd van de legeraanvoerder, Holofernes, ligt op een schaal en is een zelfportret van de kunstenaar. In de lunetten is de figuur, Zadoch, ook een zelfportret van Michelangelo.

“[…] Michelangelo schilderde in het tafereel van Judith, in de andere hoek, waar het lichaam van Holofernes zonder hoofd ontwaakt, terwijl Judith de dode kop in een mand legt op het hoofd van haar oude dienstmaagd, die zo groot van gestalte is dat ze moet bukken om haar meesteres gelegenheid te geven erbij te kunnen en de kop goed te leggen; en terwijl Judith met haar handen de last helpt ondersteunen, tracht ze de kop te bedekken en intussen kijkt ze naar het onthoofde lichaam -dat, zo dood als het is, een been en arm opheft en voor rumoer in de tent zorgt-, waarbij haar gezicht uitdrukking geeft aan een sterke vrees dat de dode  met zijn rumoer de legerplaats zal doen ontwaken: voorwaar een bijzonder weloverwogen schildering.” Giorgio Vasari,‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, 1990  (twee delen, oorspronkelijke uitgave 1568), deel II blz. 308.


Belvedere Torso     Inzoomen      Rug      Torso met sokkel

Zoals je al hebt kunnen lezen heeft de torso van Belverdere grote invloed gehad op zijn naaktfiguren (Web Gallery of Art). Dit zijn de mannelijke naakten die rond de negen centrale thema’s in het midden van het plafond te zien zijn. Zij houden gouden medaillons vast en als je ze aandachtig bekijkt, zie je hoe Michelangelo de torso van Belvedere hier steeds vanuit verschillende hoeken als het ware voltooid heeft met hoofden, onderbenen en armen.

foto’s: João Máximo en torso met sokkel: Jean-Pol GRANDMONT

Ignudi

foto: Frans Vandewalle

Vroege Ignudi      Latere Ignudi      In situ

In de ruim drie jaar dat Michelangelo aan het plafond gewerkt heeft, is hij duidelijk beter geworden. Dit is onder meer te zien bij de Ignudi’s. Als je de eerste Ignudi bij de ingang, vergelijkt met de latere nabij het altaar dan ontdek je enorme verschillen.

Er is nog een brief bewaard die Michelangelo aan Giovanni da Pistoia schreef met een sonnet en een tekening. Hierin beklaagt hij zich over de houding waarin hij met zijn hoofd achterover moest schilderen. Buonarroti kon hierdoor maanden lang niet lezen. De brief van Michelangelo aan zijn vriend:

Michelangelo aan het schilderen       Schets uit de brief

Bij mij is door de ellende een kropgezwel ontstaan
Als bij een kat door water uit een Lombardijse bron.
Of van een andere plaats, waar dit gebeuren kon.
En met geweld is mij de buik tegen de kin gegaan.
Mijn baard wijst hemelwaarts, mijn hoofd richt
Naar mijn schouder zich; als bij harpijen is mijn borst.
En mijn penseel, dat vele druppels morst,
Maakt een veelkleurig mozaïek van mijn gezicht.
Mijn lendenen zijn in mijn borst gedrongen
En maken van mijn hals het tegenwicht van ’t kruis.
Vergeefs gaan, zonder zien, mijn stappen door het huis.
Mijn huid is aan mijn voorkant eindeloos gerekt
En aan de achterzij in plooi na plooi gelegd.
Mijn lichaam als een boog uit Syrië gespannen.
En vals en zonderling
Komt daardoor ’t oordeel door mijn geest gedragen,
Al even slecht als door een kromme buis een pijl kan jagen.
Bepleit mijn dode schilderwerk,
Giovanni, steeds even moedig als mijn eer.
Geen schilder ben ‘k, zodat ‘k op drasse grond verkeer.
Uit: Nico van Suchtelen, ‘Verzamelde werken I’, Wereldbibliotheek, Amsterdam/Antwerpen, 1948 (brief juli 1510)


Vervolg Rome dag 5: Michelangelo Sixtijnse kapel II (Laatste Oordeel)