Lippi in de Santa Maria sopra Minerva
Maria, Dominicus en kardinaal Oliviero Carafa
Annunciatie
Kardinaal Oliviero Carafa (Ceasre da Sesto ca. 1511) was aanhanger van de observanten. Dit was een hervormingsbeweging binnen de kerk die weer terug wilde keren naar de bron van het geloof. Zij wilden eenvoudig leven volgens de regels van de kloosterorde. Een belangrijk centrum van de observanten in Rome was de dominicaner dominicaner kerk: Santa Maria sopra Minerva. In deze kerk liggen bekende dominicaner observanten als Fra Angelico begraven even als de dominicanesse Catharina van Siena, die onder het hoofdaltaar ligt.
Rechts van het altaar in het dwarsschip is de Cappella Carafa. Bij Web Gallery of Art zijn deze fresco’s te zien. Het schema van de frescocyclus en de plattegrond van de kerk. De tekst is grotendeels gebaseerd op Roetten, Steffi ‘The Flowering of the Renaissance 1470-1510′ Abbeville Press Publishers, New York London Paris Oorspronkelijk 1944 (Engelse vertaling 1996) blz. 202-229
Carafa-kapel in de Santa Maria sopra Minerva
Lorenzo de Medici vroeg Filippino Lippi, die in de Strozzi kapel van de Santa Maria Novella (klik hier voor het verhaal over de Strozzi-kapel) werkte aan een frescocyclus, of hij voor zijn vriend Oliviero Carafa wilde werken. In augustus 1488 ging Filippino naar Rome om zich aan kardinaal Carafa voor te stellen. Oliviero was onder de indruk van de jonge kunstenaar en een paar dagen later werd het contract voor de schilderingen gesloten.Lorenzo de Medici asked
“Het contract dat destijds werd opgesteld tussen Carafa en Lippi is bewaard gebleven. Daarin lezen we dat de kardinaal 2.000 dukaten betaalde aan de meester voor zijn persoonlijke aandeel in het werk. De assistenten en het ultramarijn (een blauw pigment) werden afzonderlijk in rekening gebracht. Lippi beloofde het werk eigenhandig te schilderen en in het bijzonder de figuren. Er staat letterlijk: ‘tutto di sua mano, e massime le figure’.
Het specificeren van de kwaliteit van het blauw was belangrijk want het ultramarijn, fijngemalen lapis lazuli, was de duurste en moeilijkste kleur die een schilder destijds kon gebruiken. Afhankelijk van de kwaliteit varieerde de prijs tussen 1 en 4 florijnen per 30 gram. Pruisisch blauw (kopercarbonaat) was een goedkopere mogelijkheid,” Geciteerd uit: S.P.Q.R. De beroemde Carafa-kapel in de Santa Maria sopra Minerva
Carlo Crivelli ‘Thomas van Aquino’
Als Lippi de gewelven van de Strozzi-kapel heeft voltooid, vertrekt hij naar Rome om aan de frescocyclus in de Carafa-kapel te beginnen.
Twee jaar eerder in 1486 had kardinaal Carafa de kapel uitgebreid. Er was een elegante marmeren triomfboog opgericht en een balustrade van kostbaar pavonazzo marmer. Carafa was een aanhanger van de dominicaan Thomas van Aquino. Deze theoloog en filosoof uit de 13e eeuw beschreef en verdedigde de zuivere leer en het ware geloof. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de fresco’s op de rechterwand (oostzijde) geheel over Thomas van Aquino gaan en dat hij ook in het altaarstuk te zien is, waar hij Oliviero aan Maria voorstelt.
De wand bij het altaar: fresco’s en het altaarstuk
In een kerk die gewijd is aan Maria ligt het voor de hand dat Carafa koos voor Maria’s Hemelvaart. Bovendien past dit thema goed bij deze kapel waar Oliviero later begraven wilde worden.
De wijze waarop Filippino de Hemelvaart vormgeeft, is hoogst ongebruikelijk. Naast en boven het altaarstuk is een landschap te zien met onder in het beeldvlak de apostelen, waarvan sommigen naar boven kijken. In de lucht zien we Maria in gebed staande op een wolk ten hemel opstijgen. Zij wordt door engelen met muziekinstrumenten omgeven. Het ontwerp van Lippi is beïnvloed door zijn vader, Fra Lippi, die een Kroning van Maria geschilderd had.
Hemelvaart van Maria Instrumenten Engelen Trommel
Fra Filippo Lippi ‘Madonna en Kind’ ca. 1460-65, Uffizi
G. Castagnola ‘Liefde of plicht’ 1873
“[…] Op een dag ontving hij [Fra Filippo Lippi Zelfportret] op zekere dag een glimp op van een dochter van de Florentijnse burger Francesco Buti die in dat klooster was ondergebracht. Fra Filippo had geknipoogd naar Lucrezia, want zo heette het meisje, dat bijzonder knap en lieftallig was, en met veel moeite kreeg hij van de nonnen gedaan dat hij haar portret mocht schilderen om dit te gebruiken voor de figuur van Onze-Lieve-Vrouw in het door hen bestelde werk; bij deze gelegenheid werd hij nog verliefder dan hij al was, en door middel van geschenken en allerlei praktijken wist hij Lucrezia te verleiden de nonnen te verlaten […] zij [Lucrezia] wilde nooit meer terug; zij wilde bij Filippo blijven, wie zij een zoon schonk, die eveneens Filippo [Filippino] werd genoemd en die later, net als zijn vader, een uitstekende en alom befaamde schilder was.”Giorgio Vasari, ‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, 1990 deel I blz. 231 (oorspronkelijke uitgave 1568).
In de apsis van de kathedraal van Spoleto is een ‘Kroning van Maria’ te zien (geschilderd tussen 1467 en 1469). In 1488 heeft Filippino dit fresco van zijn vader gezien. Een tweede bron is het fresco, ‘Maria Hemelvaart’ van Ghirlandaio in de Tornabuoni kapel in de Santa Maria Novella. Bij Ghirlandaio wordt Maria ook begeleid door engelen. Filippino weet dat door zijn compositie, waarbij het altaarstuk een deel van het landschap bedekt, de Hemelvaart veel dichter bij de kijker komt. De lijst rond het altaarstuk is van marmer, zodat die deel uitmaakt van de wereld van de kijker. De geschilderde ruimte suggereert een andere hogere en voor de mens onbereikbare wereld. Vasari die enkele tekeningen (De triomf van de heilige Thomas) van Filippino bezat, was gefascineerd door zulke vernieuwingen.
Altaarstuk en apostelen Altaarwand (deel) In situ met altaar
Apostelen In situ Detail landschap
Door de expressieve houding van de toeschouwers (elf apostelen en Thomas van Aquino) lijkt het alsof de gebeurtenis zich voor je ogen afspeelt. Aquino rechts van het altaarstuk is op de achtergrond gezet met zijn armen uitgestrekt alsof hij de gordel van Maria krijgt. Hét traditionele bewijs voor de Hemelvaart. De apostelen hadden oorspronkelijk (of een latere toevoeging?) een halo met hun naam. Bij de laatste restauratie zijn die verwijderd.
Apostelen In situ Detail landschap
De twee Putti boven de marmeren lijst van het altaarstuk zijn zwaar beschadigd. Zij hielden een rood lint vast. Deze linten hielden een stok op zijn plek waar een draperie aan hing. Twee andere putti (bijna geheel verdwenen) hielden de weelderige draperie iets omhoog. Dit suggereert dat het altaarstuk, maar tijdelijke te zien was.
Dat er voor een annunciatie gekozen is, ligt voor de hand. De kapel was, voordat Carafa het recht op de kapel kreeg, al gewijd aan Maria Annunciatie en Maria Hemelvaart.
Door de annunciatie als een plaatje in een plaatje weer te geven, legt Filippino een theologische link tussen de incarnatie en de kruisiging. Dit had Masolino al in de kapel van kardinaal Branda in de San Clemente in Rome gedaan. Wat dit betreft lijkt de gift van de gordel op de Hemelvaart in de kapel van Baroncelli (S. Croce) van Sebastiano Mainardi. Dit fresco was gebaseerd op voorstudies en kartons van Ghirlandaio.
Wat Filippino’s weergave zo vernieuwend maakt, is de enorme diepte en de grootheid van het landschap.
De gewelven met de vier sibyllen
Cumae Sibylle Delphische Sibylle
Net als de patriarchen in de Strozzi-kapel zijn de sibillen in de Carafa-kapel een breuk met de traditie in zoverre dat zij bijna uit de gewelven barsten. Deze sibillen zitten niet zoals bij Pinturicchio of Ghirlandaio op een troon, maar zijn volop in beweging en staan op de grond. De vergezellende engelen zijn ook in beweging. Filippino heeft hiervoor als bron Antonio del Pollaiuolo’s tombe (De filosofie) van Sixtus IV gebruikt.
Lippi verwierp de stijl, formules en de traditie van de 15e eeuw. Lippi ging meer terug naar Donatello. Deze kunstenaar werkte met principes als chaotische wanorde en ontregeling. Zowel de sibillen als de patriarchen in de Strozzi-kapel zijn nieuw. De innerlijke agitatie wordt vertaald en vormgegeven door krachtige en dynamische bewegingen zoals dat in de Carafa-kapel ook te zien is.
De sibillen op het gewelf hebben te maken met de Hemelvaart van Maria. Direct boven de Hemelvaart in het gewelf is de Cumae sibille. Zij heeft de komst van Christus voorspeld.Dit wordt weer getoond in het altaarstuk waar de annunciatie plaats heeft. Boven Thomas van Aquino is de sibille van de Hellespont. Zij voorspelde de kruisiging van Christus. De twee andere sibillen verwijzen naar de geboorte van Christus.
Crivelli ‘Thomas van Aquino’ 1476
Het demidoff Altaarstuk National Gallery, Londen
“Thomas van Aquino stond bekend als uitermate corpulent. Dit zorgde ervoor dat hij in de koorbanken in feite twee plaatsen innam. De scheiding tussen beide werd hiertoe weggenomen. Dante beschreef hem hierdoor als gezeten in het paradijs, namelijk de hemel van de zon (canto 10-11 & 13). Hij gaf hem hiervoor zijn bijnaam: bos aquinatis (het rund van Aquino).” Bron Wikipedia
Maria,Thomas van Aquino en Oliviero Carafa
Oliviero Carafa was nog verre familie van de grote scholasticus uit de 13e eeuw: Thomas van Aquino. In het altaarstuk stelt Aquino
Carafa aan Maria voor. De kapel was oorspronkelijk bedoeld als grafkapel voor Oliviero. De fresco’s op de rechterwand gaan over Thomas van Aquino
Thomas van Aquino rechterwand
Schema van de frescocyclus en de plattegrond van de kerk
Het wonder van het sprekende kruis
Volgens Vasari gaat de scene in de lunet over ‘Het wonder van het sprekende Kruis.’ Het verhaal gaat dat, als Thomas bidt bij een kruis, Christus aan het kruis vooroverbuigt en zegt: “Je hebt goed over mij geschreven, Thomas. Welke beloning wil je hebben?” Waarop Thomas antwoordde: Niets dan uzelf HEER.” Vasari haalt de Latijnse tekst aan “Bene scripsisti de me Thomas (Quam mercedem recipies? Domine non aliam nisi te ipsum)”. Deze spreuk keert vaak terug in het open boek dat Thomas in de hand houdt.
In de kapel is dit niet te zien mogelijk is deze spreuk verdwenen. Een monnik vlucht weg want hij hoort twee stemmen terwijl Thomas toch echt alleen is. Het wonder van het kruis vond plaats in de familiekapel van de Carafa’s in de San Domenico Maggiore in Napels (Velázquez’ ‘Thomas van Aquino’ 1632).
De twee vrouwen aan de andere kant zijn waarschijnlijk de moeder van de heilige en zijn zus Marotta. Zij was zo onder de indruk van haar broer dat zij intrad in het klooster in Capua. De twee andere figuren geven waarschijnlijk commentaar. Het jongetje bij wie de hond een stuk van zijn gewaad afscheurt, zou misschien een toespeling kunnen zijn op de kuisheidsgordel die pijn veroorzaakte. Waarmee er nog sprake is van een tweede wonder: het wonder van de kuisheid. Dit wonder werd juist de 15e eeuw vaak aangehaald door predikers en hervormers. Vaak als kritiek op het losbandige gedrag in kerkelijke kringen. Gerespecteerde humanisten preekten op de feestdag van Thomas van Aquino op zeven maart in de kapel van Carafa. Deze preken waren gebaseerd op de geschilderde scenes. De aansluitende ruimte was voor de sarcofaag van de kardinaal bestemd. De twee ruimtes zouden waarschijnlijk door een deur met elkaar verbonden worden. In de grafkapel is op het tongewelf in klassieke lijsten het verhaal Virginia van Rome geschilderd. Zij verkoos zich niet te laten bezoedelen en koos er voor om maagd te blijven en hiermee tekende zij haar doodvonnis.
De triomf van het ware geloof Inzoomen Voorstudie
Thomas van Aquino Boeken
Gozzoli ‘Triomf van Thomas van Aquino’ geheel
Onder de lunet zien we Thomas van Aquino in debat met denkers uit de 14e en 15e eeuw zoals Apollonarius, Plotinus, Arius, Sabellius, Eutyches en Manichius die tegen het dogma van de Triniteit waren. Thomas verdedigde het ware geloof tegen de ongelovigen.
Dit debat wordt gecombineerd met de triomf van het geloof over de rede. Waarbij wel bedacht moet worden dat het de leermeester van Aquino, Albertus Magnus, en Thomas zelf waren, die uitgingen van het standpunt dat de ratio nooit in strijd kon zijn met het geloof. Naast Plato werd nu de meer aardse Aristoteles in de kerk ook geaccepteerd. Zo gaf Gozzoli in zijn ‘Triomf van de heilige Thomas van Aquino’ Aristoteles de ereplaats rechts van Aquino terwijl Plato rechts wordt afgebeeld. In Rafaël’ ‘School van Athene‘ neemt Plato de ereplaats in rechts van Christus.‘
“Het opschrift [Gozzoli ‘Triomf van Thomas van Aquino’] onder de heerlijkheid van Christus, drukt zijn instemming uit met de theologische geschriften van St. Thomas van Aquino: BENE SCPSISTI DE ME, THOMMA (“Je hebt goed over mij geschreven, Thomas”). De heilige troont in het midden tussen Aristoteles en Plato. Aan zijn voeten ligt de Arabische geleerde Averroes, wiens geschriften hij weerlegde. In het onderste deel van de afbeelding is aan weerszijden van de paus een groep geestelijken te zien. Eén van hen is volgens Vasari Sixtus IV [Titiaan 1545-1546, Uffizi].” Bron: Web Gallery of Art
De triomf van het ware geloof Thomas van Aquino
Thomas zit onder een baldakijn. Twee putti houden een inscriptie uit psalm 119: 130 omhoog. ‘Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.’ In het boek in de tondo staat: ‘Mijn mond verkondigt slechts de waarheid, mijn lippen haten onbetrouwbaarheid.’ Spreuken 8: 7. In het boek dat Thomas in zijn handen heeft, staat: ‘Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen’ en op de banderol staat ‘Want na dat licht komt de nacht, maar de boosheid zal de wijsheid niet overweldigen.’ Boek der wijsheid 7:30.
Sommige figuren kijken naar beneden naar een plein voor hen. In de achtergrond zijn twee stadsgezichten afgebeeld. Een motief dat geïnspireerd is op Ghirlandaio in de Sassetti-kapel en de kapel van St. Fina in San Gimignano. Het zijn voorgangers van de School van Rafael. De twee stadsgezichten rechts en links van het baldakijn zijn opmerkelijk.
Filippino Lippi ‘Triomf van het ware geloof’ detail
Maarten van Heemskerck ‘San Giovanni in Laterano’
In 1538 verplaatste Paus Paulus III het ruiterstandbeeld naar het Campidoglio. Het is nooit gesmolten omdat men dacht dat het Constantijn was. De eerste christelijke keizer. In de tijd dat het geschilderd werd, stond het in opdracht van Sixtus IV vanwege het heilige jaar 1475, op een sokkel naast het paleis van Lateranen en de San Giovanni in Laterano.
Men dacht dat Constantijn in het paleis van Lateranen woonde. Het was ook de kerk van de paus voor de stad Rome. Bovendien hebben de stichters van de bedelorden, Dominicus en Franciscus (Fra Angelico ca. 1430), elkaar hier ontmoet.
Het uitzicht rechts heeft ook een specifieke betekenis. Hier is de Ripa Grande (Wittel ca. 1711) te zien. Het was vanuit deze haven dat Oliviero Carafa als leider van de vloot uitvoer om de Turken te bestrijden. Door de Turken te verslaan is wederom sprake van een overwinning.
Linkerwand: Paulus IV of Gian Pietro Carafa’s grafmonument
Pius IV (1566-72) had Gian Pietro Carafa, een neef van Oliviero Carafa, tot kardinaal benoemd van de Santa Maria sopra Minerva. Pietro Carafa bewonderde Thomas van Aquino.
In 1555 wordt deze kardinaal paus onder de naam Paulus IV (Wikipedia). Als paus stichtte hij de inquisitie in Rome een machtig instrument om de waarheid te laten winnen. Tegenstander konden immers door de inquisitie worden veroordeeld.
De fresco’s van de deugden en ondeugden op de linkerwand (oostwand) hadden betrekking op de zaken in de katholieke kerk van die tijd die de observanten wilden veranderen. De kerk moest weer deugdzaam worden. Als Paulus IV in 1566 een grafmonument laat installeren op de oostwand van de kapel verdwijnen de fresco’s.
Een jaar later in 1567 wordt Thomas van Aquino tot leraar van de Kerk verklaard. Het monument past zo heel goed bij de frescocyclus. Het is een logische uitbreiding van het theologische verhaal dat uit de boodschap van de frescocyclus spreekt.
Meer lezen: S.P.Q.R. De beroemde Carafa-kapel in de Santa Maria sopra Minerva