Gozzoli en de Cappella dei Magi III

2. Betekenis van de fresco’s en het altaarstuk in de kapel

2.1. Gedicht, inscriptie vloer, portaal en altaarstuk

Cappella dei Magi reconstruction
Dr. Rebecca Howard Smarthistory
Cappella dei Magi Heavenly singing Gozzoli

Waarschijnlijk stond het volgende couplet in de vloer direct vóór de opgang naar het koor.

Geschenken      Hemels Gezang

REGVM DONA PRECES
SVPERVM MENS
VIRGINIS ARE
SVNT SACRA
SISTE PROCVL
TVRBA PROFANA PEDEM

De geschenken van de Koningen,
de gebeden van de goddelijke wezens,
de geest van de Maagd,
dit zijn de heiligheden in de kapel [van het altaar]
Betreed deze ruimte niet, O wereldlijke menigte

Bij de verdrijving van de Medici uit Florence in 1494 zijn het vloerdeel met het couplet, veel zilverwerk en het originele altaarstuk van Lippi verdwenen. Later heeft Becchi een titulus aan het couplet toegevoegd. Het rijm is waarschijnlijk van een andere auteur.
“Aan Cosimos’ kapel, in het eerste deel waar is geschilderd de Magiërs, in het tweede de zingende engelen, in het derde Maria die het kind aanbidt. Opdat de bezoeker met zijn hart, woord en werk zal offeren.”

Filippo Lippi ‘Aanbidding in het Woud’  
Maria, Kind, God de Vader en de Heilige Geest

De tekst van het couplet en de titulus komen overeen met de driedeling in de kapel. De ruimte van de koningen, de wanden van het koor met de engelen en als derde het altaarstuk waar Maria haar kind aanbidt. In deze verdeling is sprake van een oplopende rangorde in wat belangrijk is. Van de aardse geschenken die de drie koningen meebrengen in het eerste deel van de kapel, naar het hemelse gezang van de engelen in de koorruimte en als apotheose tenslotte de Maagd die haar kind vereert.

Filippo Lippi ‘Adoration in the Forest’  detail: Mary and Child

Het belang van de koorruimte wordt niet alleen bevestigd door deze hiërarchie, maar ook door de waarschuwing aan de kapelbezoeker de koorruimte niet te betreden. De kapel had, zoals eerder beschreven, een dubbele functie, maar duidelijk was dat het koorgedeelte alleen voor de priester was en niet voor de gelovige.

Johannes de Doper       Gozzoli ‘Lam Gods’
Schubert Agnes Dei

In het altaarstuk is Johannes de Doper afgebeeld met in zijn linkerhand een staf met een banderol waarop de woorden: ECCE AGNUS DEI staan geschreven. Dit verwijst naar ‘Ecce Agnus Dei, qui tollis peccata mundi’ ofwel ‘Ik ben het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.’

De oorspronkelijke deur in het portaal gaf toegang tot de kapel. Boven deze ingang heeft Benozzo Gozzoli een liggend Lam op een altaar geschilderd met zeven gesloten zegels. Johannes de Evangelist heeft dit in zijn boek, ‘Openbaringen’, beschreven (Openbaringen 5: 1-3).

Gozzoli ‘Lam Gods’ in situ

Daar de zegels nog niet verbroken zijn, ligt de nadruk niet op de Apocalyps, het Laatste Oordeel en de zegevierende God, maar op het lijden van Christus. Het Lam wordt niet zoals gebruikelijk fier en staand afgebeeld, maar gedwee en bedeesd liggend op een altaar. Deze houding van het Lam past bij de passiewerktuigen in de reliekhouder, die op het altaar in het koor stond. De passiewerktuigen verwijzen immers naar het lijden van Christus.

De distelvink bij de voeten van de pasgeborene in het altaarstuk is een symbool van het lijden van Christus. In die tijd dacht men dat distelvinken van doornen en distels leefden. In de kopie die eind vijftiende eeuw van het altaarstuk van Lippi gemaakt werd, is de distelvink verdwenen.

Gozzoli 'Lamb of God;'detail Cappella dei Magi

De nimbus van het Lam wijst al wel naar de toekomst: Christus als overwinnaar en redder van de mensheid. In het antependium (Wikipedia) van het altaar schilderde Gozzoli granaatappelen, de gebruikelijke tekens voor de wederopstanding. Er is nog een duidelijke link tussen het Lam Gods in het voorportaal en de tegenoverliggende achterwand van het koor. De vier evangelisten vereerden het Lam als een teken van de zege van Christus en de redding van de mensheid (Openbaringen 4: 7). Het monogram, IHS, dat in het midden van het plafond in de koorruimte te zien is, symboliseerde in de dagen van Cosimo en Piero ook de tweede komst van Christus en zijn overwinning.

2.2. Symbolen en portretten

Rond het monogram, IHS, is een ronde guirlande met struisvogelveren die door diamanten ringen bijeen worden gehouden. In de hoeken van het koorplafond zijn vier grote ringen die door een banderol verbonden worden. Op de banderol staat SEMPER (ALTIJD). Dit was een motto dat vooral gebruikt werd door ridders. De veren en diamanten ringen zijn heraldische symbolen van de Medici. Semper was de zinspreuk van Piero de Medici. Op het bord dat Piero voor de geboorte van zijn zoon, Lorenzo, in 1449 liet maken, zijn op de achterzijde de veren, de ring en de spreuk te zien.

‘Triomf van de Roem ca. 1444            Achterzijde

Lo Sceggia 'Triumph of Fame '
THE MET
Gozzoli 'Three pages with ostrich feathers' Cappella dei Magi

Drie pages met struisvogelveren

Deze leus is op meerdere plaatsen in de fresco’s te zien zoals op de rijkversierde tuigage van zijn paard en bij de man die voor de jonge koning loopt. Ook de ballen die in het wapenschild van de Medici zitten, keren terug in de tuigage van het paard waar Piero d’ Medici op rijdt. De rijk ingelegde vloer is uitgevoerd in de kleuren: rood, wit en groen, de heraldische kleuren van Piero.

De struisvogelveren zijn niet alleen te vinden op het plafond in de guirlande, maar ook bij meerdere figuren in de stoet van de drie koningen. Zo zijn op de zuidwand achter de middelste koning drie pages met elk drie struisvogelveren op hun mazzocchio (een hoofddeksel dat toen in de mode was).

Devalk met de haas als prooi

De struisvogelveren zijn niet alleen te vinden op het plafond in de guirlande, maar ook bij meerdere figuren in de stoet van de drie koningen. Zo zijn op de zuidwand achter de middelste koning drie pages met elk drie struisvogelveren op hun mazzocchio (een hoofddeksel dat toen in de mode was). Op de aangrenzende wand, rechts van de oude koning, draagt een man ook drie veren. Deze veren worden geïnterpreteerd als tekens van de heilige drie-eenheid of als de theologische deugden: geloof, hoop en liefde. De oude traditie van dieren als symbolen gaat terug naar de Physiologus (hier te lezen) waar de veer stond voor de volgelingen van Christus. Sommige dieren in de frescocyclus zijn ook symbolen, zoals de valk met de haas als buit of de wilde kat die aangelijnd is. De kat kijkt net als de ezel uit het fresco. In de christelijke symboliek hebben de ezel en de wilde kat een negatieve betekenis. Dit geldt niet voor de valk die een teken van ridderlijke deugd is. Het is niet zeker of dit iets te maken heeft met een van Piero’s emblemen waar een valk een diamanten ring in zijn klauwen heeft.

Gozzoli 'Falcon with the hare as prey'
Cappella dei Magi

De pauw in de verering van de engelen (koor) is een bekend christelijk teken dat ook vaak met de Medici geassocieerd wordt. Vanwege het geloof dat het vlees van een pauw nooit bederft, is het een symbool van onsterfelijkheid, het paradijs en de wederopstanding. Op twee altaarstukken van Fra Filippo Lippi en Domenico Veneziano met als onderwerp: Aanbiddingen der koningen, in opdracht van de Medici geschilderd, zijn ook pauwen te zien.s.

Fra Angelico and Filippo Lippi ‘Aanbidding van Maria tondo’ 1492

Fra Angelico and Filippo Lippi ‘Adoration of the Magi tondo'
National Gallery of Art, Washington, D.C. en Wikipediai (details)

De Pauw

Niet één van de bovengenoemde symbolen was uitsluitend kenmerkend voor de Medici. Gonzaga en Sforza gebruikten deze tekens ook. De valk en pauw werden algemeen gebruikt. De zonen van Cosimo, Piero en Giovanni, gebruikten voor het eerst in de familie de emblemen en symbolen van de adel.

Gozzoli 'The Peacock' Cappella dei Magi
Gozzoli 'Portrait of Piero d' Medici' Cappella dei magi

Piero d’ Medici

In een kapel van de Medici zijn natuurlijk de belangrijkste Medici geportretteerd. De opdrachtgever van Benozzo Gozzoli, Piero de Medici, bijgenaamd il Gottoso (de jichtige), rijdt op een schimmel direct achter de jonge koning. Naast en rechts van hem zit zijn vader, Cosimo, op een bruine ezel.

Cosimo op een bruine ezel, Piero, de oudste zoon van Cosimo, op een grijze paard      Inzoomen       Wand (oost)

Gozzoli 'Cosimo on a brown donkey, Piero, Cosimo's eldest son, on a gray horse' Cappella dei Magi

Mantegna ‘Carlo de Medici’ 1465 – 1470

Achter vader en zoon bevinden zich de zonen, van Piero, Lorenzo en Giuliano. Onder in het beeldvlak geheel links in het fresco zijn zoals al vermeld, Sigismondo Pandolfo Malatesta en Galeazzo Maria Sforza zoon van de hertog van Milaan weergegeven. Het gezicht van de man tussen Cosimo en Piero is waarschijnlijk Carlo de Medici de onwettige zoon van Cosimo die later bisschop van Prato is geworden. Mantegna heeft deze bisschop vereeuwigd in een schilderij dat nu in het Uffizi hangt.

Mantegna 'Carlo de Medici'
Uffizi, Florence
Gozzoli 'Ethiopian slave of the Cardinal of Portugal?' Cappella dei magi

Ethiopische slaaf van de kardinaal van Portugal?      Gezicht

De zwarte man met de boog links op de voorgrond tussen de vier paarden is volgens de kunsthistorica Cole, die een monografie over Gozzoli geschreven heeft, Bastiano. Hij was een Ethiopische slaaf van de kardinaal van Portugal. Na de dood van deze kardinaal werd Bastiano doorverkocht aan de Portugese bisschop Silves Alvaro Alfonso. Bastiano moest van zijn nieuwe heer in de Portugese kapel in de San Miniato al Monte bij het graf van zijn eerste baas de wacht houden (Deze identificatie is nogal omstreden. Zo heeft Luchinat deze figuur niet kunnen identificeren en schrijft Morhart in een artikel uit 2005 dat Cole zich vergist). Gozzoli lijkt zich op het eerste gezicht wel aan de algemene regel uit die tijd te houden namelijk dat er geen vrouwen in de stoet mogen voorkomen. Toch klopt dit niet, want er zijn wel degelijk vrouwen geschilderd, maar die zijn zo klein dat ze nauwelijks opgemerkt worden. Rechts hoog in het beeldvlak bij de wand van de oude koning daar waar de stoet in het bos verdwijnt, zijn Contessina de’Bardi en haar schoondochters: Lucrezia en Ginevra afgebeeld.



Gozzoli lijkt zich op het eerste gezicht wel aan de algemene regel uit die tijd te houden namelijk dat er geen vrouwen in de stoet mogen voorkomen. Toch klopt dit niet, want er zijn wel degelijk vrouwen geschilderd, maar die zijn zo klein dat ze nauwelijks opgemerkt worden. Rechts hoog in het beeldvlak bij de wand van de oude koning daar waar de stoet in het bos verdwijnt, zijn Contessina de’Bardi en haar schoondochters: Lucrezia en Ginevra afgebeeld.

Benozzo Gozzoli ‘Zelfportret’

De schilder heeft zichzelf drie keer vereeuwigd. Twee keer in het fresco met de oude koning: één keer terwijl hij zijn hand opsteekt en uit het fresco kijkt en op de achtergrond waar hij het hoofddeksel van een pelgrim draagt. Op de tegenoverliggende wand is de kunstenaar ook te zien achter de jonge koning. Hij draagt een rood hoofddeksel met het opschrift: OPVS BENOTHII D [E?] het werk van Benozzo. Ben Noti (Italiaans voor ‘goed opgemerkt’) is ook een woordspeling op de naam van Benozzo Gozzoli. Klik hier voor een afbeelding van de drie wanden.

Benozzo Gozzoli 'Self-portrait' Cappella dei Magi

Vervolg Florence dag 6: Gozzoli en de Cappella dei Magi IV