Gozzoli en de Cappella dei Magi I
Benozzo Gozzoli en de drie koningen in de kapel van het Palazzo Medici-Riccardi Cappella dei Magi
1. De kapel en het palazzo
1.1. Achtergrond en geschiedenis
Het paleis van de Medici aan de Via Larga op een steenworp afstand van de ‘Medici-kerk’, de San Lorenzo, is tussen 1445 en 1460 door Michelozzo gebouwd (klik hier voor de architectuur van het paleis).
Benozzo Gozzoli ‘Self-portrait’
Benozzo Gozzoli met het schilderwerk in de kapel. Drie maanden eerder, in april, was er hoog bezoek in het Palazzo van de Medici van paus Pius II met Sigismondo Pandolfo Malatesta, de opperbevelhebber van het pauselijke leger en Galeazzo Maria Sforza de zoon van de hertog van Milaan. Zij kwamen naar Florence om steun te verwerven voor een nieuwe kruistocht. Zo’n bijzondere en belangrijke gelegenheid werd natuurlijk uitgebreid gevierd. Zo werd het paleis met kostbare tapijten versierd en werden er steekspelen en jachtpartijen met exotische dieren gehouden. Benozzo schilderde Galeazzo Maria Sforza en Sigismondo te paard en de jacht met vreemde beesten op herten en hazen op de wanden van de kapel.
Sigismondo Pandolfo Malatesta (links) Galeazzo Maria Sforza (rechts) Uitzoomen
Volgens sommige interpretaties zouden de koningen afbeeldingen zijn van de keizer, de patriarch en Lorenzo de Medici (de jonge koning).245 Toch is hier geen sprake van, want Lorenzo was nog geen tien jaar oud en de oude en middelbare koning lijken in het geheel niet op de gezichten van de keizer en patriarch die Benozzo zijn koningen gaf. Een vergelijking met Pisanello’s munt van de keizer Palaiologos uit 1438 (National Gallery of Art) maakt dit duidelijk. Ook de patriarch lijkt niet op zijn afbeelding op het grafmonument in de Santa Maria Novella. Gozzoli’s koningen zijn geen karakterstudies, maar zijn naar modellen geschilderd. (zie Web Gallery of Art).
Twintig jaar eerder, in 1439, kwamen de byzantijnse keizer, Johannes VIII Palaiologos, de patriarch van Constantinopel, Jozef II en paus Eugenius IV bijeen om de theologische geschillen tussen de Oosters-orthodoxe en de Christelijke kerk bij te leggen. Cosimo zorgde ervoor dat deze belangrijke bijeenkomst van Ferrarra naar Florence verplaatst werd.
Kapel van de Medici zicht op het koor Inzoomen
Fra Filippo Lippi ‘De aanbidding in het woud’ 1459
De Medici hadden een speciale band met Maria. Zij ondersteunden en speelden een belangrijke rol in de Compagni de’Magi, een vereniging die in de San Marco bijeenkwam in hetzelfde klooster dat Cosimo gefinancierd had en waar hij zich in zijn dubbele cel zo nu en dan terugtrok. In één van deze cellen had Gozzoli, die samen heeft gewerkt met Fra Angelico, een ‘Aanbidding der Koningen’ geschilderd (voor meer informatie klik hier). Op de dag van Driekoningen, was er elk jaar in Florence een rijk uitgedoste stoet te paard en te voet met drie koningen, een grote kribbe, ezel en os, die langs de Via Larga naar de dichtstbijzijnde kerk, de San Marco, toog. Aan het einde van deze processie knielden en zongen de gelovigen voor het hoofdaltaar van Fra Angelico met een Tronende Maria met Kind. Cosimo heeft zelf, natuurlijk als koning, ook meegedaan aan zo’n optocht. Hij droeg een bontmantel en een kroon.
Heel uitzonderlijk is dat de Medici toestemming van de paus hebben gekregen om in hun Palazzo een kapel in te richten waar een priester de mis kon opdragen. In 1422 gaf paus Martinus V de Medici hier toestemming voor en zij hadden dit waarschijnlijk te danken aan het feit dat de Medici de bankiers waren van het pauselijke hof.
De fresco’s in de kapel zijn goed bewaard gebleven. Door de dubbele muren van de kapel kreeg vocht geen kans om de muurschilderingen aan te tasten. Toch is er door de eeuwen heen het een en ander veranderd. Oorspronkelijk waren er slechts twee ronde vensters: één bij de ingang en het andere op de tegenoverliggende wand boven het altaar. Deze vensters lieten alleen indirect licht door (klik hier voor de plattegrond). Er viel zo weinig licht in de kapel dat kaarslicht moest worden gebruikt. Als de Medici in 1494 uit Florence verdreven worden, verdwijnt het altaarstuk van Fra Filippo Lippi uit de kapel. Enige jaren later werd er al een kopie gemaakt dat heden ten dage nog op het altaar staat. Het originele altaarstuk hangt tegenwoordig in de Staatliche Museen in Berlijn.
Een deel van de vloer met een inscriptie is in die tijd waarschijnlijk ook verdwenen. In de zeventiende eeuw zijn naast de deur van de oude ingang twee ramen geplaatst. Eén van deze ramen is later weer dichtgemetseld.
Westmuur naar voren geplaatst in situ
De meest ingrijpende verandering komt uit 1689. Als de Riccardi’s het Palazzo van de Medici gekocht hebben, besluiten ze wat later om een nieuwe monumentale trap aan te leggen (zie plattegrond bij A en E). Dit had nogal wat gevolgen voor de kapel. Zo kwam er in de zuidwesthoek een nieuwe ingang. Hierbij verdween een deel van de zuidmuur (zie plattegrond). Een deel van de westmuur werd naar voren geplaatst om ruimte te maken voor de nieuwe deur.
Het gevolg is dat na deze ingreep de ezel van de oude koning in tweeën is gedeeld: elk deel bevindt zich op een ander muurvlak aan de westzijde. Tenslotte werd er in de negentiende eeuw in de achterwand van het koor een groot raam gezet om zo meer licht te krijgen waardoor twee van de vier evangelisten verdwenen zijn. In 1929 is dit raam weer dichtgemaakt.
Literatuur:
Acidini Luchinat, C. (edited), ‘The Chapel of the Magi Benozzo Gozzoli’s frescoes in the palazzo Medici-Riccardi Florence’, Thames and Hudson Ltd, London and Thames and Hudson, Inc., 500 fifth Avenue New York 1994
Cole Ahl, D., Benozzo Gozzoli, New Haven and London 1996 blz. 81-119 and blz. 292-300; Holmes, M., ‘Fra Filippo Lippi The Carmelite Painter’, Yale University Press, New Haven&London 1999 blz. 176-182
Optiz, M., ‘Benezzo Gozzoli 1420-1497’, Könemann, Köln 1998 blz. 44-59
Roettgen, S., ‘Palazzo Medici-Riccardi Chapel of the Magi Benozzo Gozzoli’, in: Roettgen, S., ‘Italian Frescoes The Flowering of the Renaissance’ blz. 326 -357
Gozzoli Procession of the Magi’ Fresco Cycle in the Palazzo Medici, 1459: A new Interpretation in WJGR Vol. 12 (1) 2005
Na het schrijven van het stuk over de kapel is er nog een Kunstschrift uitgekomen dat grotendeels gewijd is aan Benozzo Gozzoli. Zeer de moeite waard en met ondermeer artikelen van Arjan De Koomen, ‘De kunst van een jong, pronkzuchtig en paraderend tijdperk’ 26-35, van Andrea Muller-Schirmer, ‘Staalkaart van een peperduur product’, 36-43 en een overzicht met literatuur 47, Kunstschrift 54ste jaargang, nr 4 augustus/september 2010