Giotto’s fresco’s in de Peruzzi-kapel en Bardi-kapel IV
Santa Croce Bardi en Peruzzi kapel
De Bardi Kapel
De rijke bankier Bardi gaf Giotto de opdracht om in zijn kapel, direct rechts van de hoofdkapel, een frescocyclus te schilderen. Het verhaal gaat over de heilige Franciscus en dat is voor de hoofdkerk van de franciscanen in Florence wel toepasselijk. Als je de kerk binnenkomt en richting het hoofdaltaar loopt, zie je al direct rechts boven de ingang van de kapel de stigmatisatie van Franciscus. Deze afbeelding is gebaseerd op een visioen dat Franciscus had op de berg, La Verna, bij Arezzo. (Hier bij Web Gallery of Art is Giotto’s werk in de Bardi-kapel te zien en hier het schema van deze frecocyclus). Hier kreeg onze heilige de tekens van de wonden, die Christus bij de kruisiging opliep, in de voeten, handen en in zijn lichaam gedrukt door een gevleugelde serafijn.
Giotto ‘Stigmatisatie van Franciscus’ 1325 -1328 in situ Inzoomen Uitzoomen
Bonaventura beschrijft in zijn ‘Legenda major Sanctus Francisci’ (Grote Biografie van Sint-Franciscus) uit de 13e eeuw, hoofdstuk XIII, vers 3, het volgende (Engels en Nederlands):
“Op een morgen omstreeks het feest van Kruisverheffing was hij op de flank van de berg [La Verna], aan het bidden. Opeens zag hij een Serafijn met zes vleugels die straalden van een vurige gloed, vanuit het zenit van de hemel neerdalen. Toen de Serafijn in bliksemsnelle vlucht door de lucht in zijn nabijheid kwam, bemerkte hij tussen de vleugels de gestalte van een gekruisigde man, die met zijn in kruisvorm uitgestrekte handen en voeten aan een kruis genageld was. Twee vleugels reikten omhoog boven zijn hoofd, twee strekten zich uit als wilde hij gaan vliegen, de twee overige bedekten zijn gehele lichaam. Toen de man Gods dit zag, was hij verbijsterd en aan verschillende gevoelens ten prooi. […]” Vervolg lezen scroll naar beneden.
Bonaventura beschrijft in zijn ‘Legenda major Sanctus Francisci’ (Grote Biografie van Sint-Franciscus) uit de 13e eeuw, hoofdstuk XIII, vers 3, het volgende (Engels en Nederlands):
Ghirlandaio Berg La Verna detail ca. 1485 Wikipedia
“Toen de verschijning verdween, liet ze in zijn hart een wonderbare liefdesgloed achter. Maar niet minder wonderbaar was de indruk van de wondtekenen die ze in zijn lichaam achterliet; op hetzelfde moment begonnen er immers in zijn handen en voeten als het ware spijkers zichtbaar te worden zoals hij die zojuist in de gestalte van de gekruisigde man had gezien. Het leek alsof er midden door zijn handen en voeten spijkers geslagen waren. In de palm van zijn handen en op de wreef van zijn voeten zag je de koppen ervan, terwijl de punten er aan de andere kant uitstaken. De spijkerkoppen in zijn handen en op zijn voeten waren rond en zwart, de punten echter langwerpig en enigszins verbogen, alsof ze van opzij krom geslagen waren. Ze kwamen uit het vlees tevoorschijn en staken iets boven de rest van het vlees uit. Verder was zijn rechterzijde als met een lans doorboord. Daar had hij een rood litteken, waaruit nog vaak heilig bloed stroomde, waarvan de sporen op zijn habijt en lendendoek te zien waren.
Vóór deze kapel heeft Giotto een uitgebreide frescocyclus over Franciscus geschilderd in Assisi (Stigmata en Wikipedia). Hier, net als in een paneel (Stigmata en Musée du Louvre) met hetzelfde onderwerp van zijn hand, was de serafijn met zes vleugels zonder kruis afgebeeld. Voor het eerst beeldt Giotto de serafijn wel met een kruis af. Hiermee legt Giotto een duidelijke link tussen de kapel en de Santa Croce die zoals de naam al zegt, gewijd is aan het heilige kruis. Bovendien stond op het altaar waar nu een paneel staat een crucifix. Het schilderstuk dat er tegenwoordig te zien is, het zogenaamde, ‘Bardi Dossal‘ (In situ en Wikipedia)’, is rond 1250 geschilderd (Wikipedia). Het gaat net als de fresco’s over het leven van de heilige Franciscus. Het werd in 1595 op het altaar geplaatst. Jacobus de Voragine verhaalt in zijn, ‘Leven van de heilige Franciscus,’ over het door Giotto geschilderde wonder als volgt:
Bardi Dossel Detail
“Gods dienaar zag in een visioen een gekruisigde seraf boven zich die de tekens van zijn kruisiging zo duidelijk in Franciscus’ lichaam drukte dat hij zelf ook wel gekruisigd leek. Zijn handen, voeten en zij werden getekend met het merk van het kruis, maar hij hield zijn stigmata zorgvuldig voor iedereen verborgen. Sommige mensen hebben ze toch gezien bij zijn leven, maar de meeste zagen ze pas na zijn dood. (vert. H/N) Wie over dit wonder ook maar enige twijfel heeft, moet oppassen zoals Jacobus duidelijk maakt want: ‘In Apulië dacht een man, een zekere Rogier, die voor een beeld van Sint-Franciscus stond: Is het echt waar dat hij beroemd werd door dit wonder of was het een vrome illusie of een verzinsel van zijn broeders? Deze gedachten gingen in zijn hoofd om. Plotseling hoorde hij een geluid als van een pijl die met een kruisboog wordt afgeschoten en merkte hij dat hij ernstig gewond was aan zijn linkerhand.” Vervolg lezen scroll naar beneden.
Omdat zijn handschoen volkomen onbeschadigd bleek te zijn trok hij hem uit en zag dat zijn hand een zware verwonding vertoonde, een soort pijlwond, die zo hevig brandde dat hij helemaal in zwijm leek te vallen van de hitte en de pijn. Hij toonde berouw en verklaarde dat hij oprecht geloofde aan de stigmata van de heilige Franciscus. Twee dagen later smeekte hij Gods heilige bij zijn stigmata om hem van de pijn te verlossen, wat meteen gebeurde.” (vert. H/N)
Om elke eventuele nog overgebleven twijfel volledig de grond in te boren, wordt nog een tweede man door de Voragine aangehaald. Deze man uit Castilië werd op wonderbaarlijke wijze gered van de dood. Franciscus streek met zijn stigmata over de dodelijke wonden die de man door een zwaard had opgelopen en zie hij genas.” Jacobus de Voragine, ‘De hand van God De mooiste heiligenlevens uit de Legenda Aurea’, (vertaling van Vincent Hunink en Mark Nieuwenhuis) Atheneum-Polak&Van Gennep, Amsterdam 2006 blz. 247-248
Oorspronkelijk waren de fresco’s in de Bardi-kapel voor de gewone kerkganger alleen door een hek te zien. Terwijl Giotto het wel zo geschilderd heeft, dat je het moet zien als je midden in de kapel staat. Het is heel logisch gedaan, hoe hoger de figuren in de kapel des te groter de verkorting is vanuit het standpunt van de kijker. Hierdoor lijkt het alsof de kapel waar de kijker staat, vloeiend overgaat in de schilderkunstige ruimte. De opengewerkte architectuur die parallel loopt aan het muurvlak versterkt dit effect nog eens. Toch wordt deze indruk weer afgezwakt omdat de ruimtes iets terug worden gezet in het beeldvlak. Dit schept toch wel enige afstand tussen de kijker en de schilderkunstige ruimte.
Bardi Chapel:
Rechtermuur Franciscus Schema frescocyclus Linkermuur Franciscus
Giotto ‘Verschijning in Arles’ 1319 – 1328
In tegenstelling tot Giotto’s fresco’s van Franciscus in Assisi, moet de architectuur nu niet meer de indruk wekken echt of op zijn minst half waar te zijn. De architectuur is overduidelijk fictief. Dit geldt trouwens niet voor de kleding die de figuren dragen, deze is eigentijds. Zo is in het fresco waar Franciscus voor de sultan staat, een toneeldecor als achtergrond gebruikt. Hier wordt niet meer de suggestie gewekt dat we te maken hebben met realistische architectuur. Terwijl het klooster bij de verschijning van Franciscus aan zijn broeders niet meer dan een gang is. De plafonds in de twee aangrenzende vertrekken in ‘de bevestiging van de regels van de orde’ zijn veel te laag. De inventio van Giotto om architectuur als een decorscherm te gebruiken, heeft enorme invloed gehad op de schilderkunst in het quattrocento (vijftiende eeuw).
Giotto ‘Het oordeel door het vuur voor de sultan’ 1319 – 1328
Dit is onder meer te zien bij Ghirlandaio (Tornabuoni kapel Santa Maria Novella) of Masaccio (Brancacci kapel). Het handige van deze uitvinding is dat het verhaal dicht bij de kijker komt. Daarnaast kunnen de figuren gemakkelijk als een soort reliëf worden geschilderd. Waarbij de indruk wordt gewekt dat de ruimte waar de toeschouwer staat, doorloopt in de wereld van het fresco.
De hele cyclus in de Bardi kapel over Franciscus heeft naast het gewelf zes scènes uit het leven van Franciscus en een zevende, de stigmatisatie, aan de voorzijde boven de ingang. Bij de achterwand, naast de gebrandschilderde glas in lood ramen, zijn op elke zijde twee heiligen geschilderd. Het zijn belangrijke heiligen van de Franciscanen. Drie zijn er nog te zien en wel Clara, Elisabeth en Lodewijk van Toulouse. De vierde figuur was Lodewijk IX, koning van Frankrijk.
In de vier velden van het kruisribgewelf zijn drie allegorische figuren geschilderd. Zij stellen de deugden, kuisheid, armoede en gehoorzaamheid voor. Aan deze deugden moesten de franciscaner monniken ook trouw beloven. Verder was er ook nog een geschilderde buste van Franciscus. Alleen de armoede met gehoorzaamheid en kuisheid zijn nog overgebleven.
Vervolg Florence dag 5: Giotto’s fresco’s in de Peruzzi-kapel en Bardi-kapel V