Ghirlandaio en de Sassetti-kapel V (Santa Trinita)
4.3.5 De opwekking van de zoon van de notaris
Het wonder van de opwekking door Franciscus is als onderwerp vrij zeldzaam. Daarbij komt dat dit thema de chronologie van de cyclus doorbreekt, aangezien Franciscus dit wonder verrichtte na zijn dood. In het aangrenzende en laatste fresco over Franciscus is zijn dodenmis afgebeeld.
Ghirlandaio ‘De opwekking van de zoon van de notaris’ In situ
Er zijn nog twee tekeningen bewaard gebleven. Het zijn voorstudies die voor de achterwand gepland waren. In deze schetsen is niet de opwekking van de zoon van de notaris te zien, maar Franciscus (recto) die in Arles aan zijn broeders verschijnt (verso) en zijn wondtekenen toont (Rosenauer. A., ‘Ein nicht zur Ausführung gelangter Entwurf Domenico Ghirlandaios für die Cappella Sassetti.’ Wiener Jahrbuch für Kunstgeschichte 25 (1972), pp. 187-96). Giotto schilderde hetzelfde thema in de Bardi-kapel van de Santa Croce. De verschijning past perfect bij de twee andere aangrenzende fresco’s. Links de stigmata met Franciscus in de houding van een gekruisigde. Rechts tenslotte de dood, waarbij de arts en geleerde, Hiëronymus, toch nog even kijkt of de kruiswonden van Franciscus wel echt zijn. Hiermee wordt het ideaal van Franciscus net zo te leven als Christus uitgebeeld. Op de voorzijde (recto) van het vel met de tekeningen staat de verschijning van Franciscus die zich afspeelt in een kerk. Op de achterzijde (verso) staan de maten ‘5 ¼ braccia’ geschreven. Laat dit nu precies de hoogte zijn waar het huidige fresco op de altaarwand begint. Niet alleen de maten zijn aangegeven, maar er is ook een plein op de achtergrond getekend. In de opwekking van zoon van de notaris is eveneens een plein geschilderd en wel het Piazza Santa Trinita.
Het verhaal over de opwekking in de Legenda Aurea speelt zich echter in Rome af op het Piazza San Marco. Waarom schilderde Ghirlandaio niet de verschijning van Franciscus en speelt het wonder van de opwekking zich niet in Rome, maar in Florence af? De oorzaken liggen in een tragische gebeurtenis in het leven van de Sassetti’s. De oudste zoon van Francesco en Nera, Teodoro, stierf eind 1478 of begin 1479. Enkele maanden later op 12 maart 1479 wordt een zoon geboren. Hij wordt zoals gebruikelijk in die tijd vernoemd naar zijn gestorven broer. Gezien de leeftijd van Nera lag het niet voor de hand dat zij nog een kind zou krijgen. Juist in de tijd dat Francesco onderhandelde over de rechten van de kapel was God hem en zijn vrouw na hun grote verlies genadig door de geboorte van een nieuwe zoon. Hier ligt de reden dat er gekozen is voor het wonder dat de heilige Franciscus, de naamheilige van Francesco, verrichtte door de dode jongen weer tot leven te wekken. Kroniekschrijvers uit Florence vermelden dat de kapel geschilderd is vanwege een gelofte die Francesco Sassetti gedaan heeft. Hoewel de reden hiervan niet bekend is, heeft het mogelijk te maken met de dood van zijn oudste en de geboorte en jongste zoon. De leeftijd van de jongen die Ghirlandaio op de lijkbaar schildert, is rond de zes jaar even oud dus als de jongste zoon, Teodoro, was op het moment dat deze scène geschilderd werd.
Een jongetje valt uit het raam
“In de stad Rome viel een klein jongetje uit een raam van een herenhuis en stierf ter plekke.De heilige Franciscus werd aangeroepen en meteen kwam het jongetje weer tot leven .” ‘Jacobus de Voragaine De hand van God De mooiste Heiligenlevens uit de Legenda Aurea’Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2006 blz. 256 (Vertaling: Vincent Hunink en Mark Nieuwenhuis)
Op de achtergrond bij het Palazzo Spini valt een jongen uit het raam met voor hem een rode bal. Een man komt aangehold in een poging om de jongen op te vangen. Een vrouw komt uit de deur waarschijnlijk de moeder. Enkele omstanders kijken naar de ongelukkige val die dodelijk zal aflopen.
Het idee om niet Rome, maar Florence en dan het Piazza Santa Trinita met de kerk waar het plein naar genoemd is, te schilderen ligt dan ook voor de hand. Hiermee verwijst het wonder van de opwekking immers ook naar de dood en geboorte van hun oudste en jongste zoon.
In het midden van het beeldvlak is de lijkbaar afgebeeld. Rechts is de oude romaanse gevel van de Santa Trinita van vóór 1593 te zien. Monniken komen uit de kerk om de dode naar zijn graf te begeleiden. Voor en rechts van de lijkbaar knielen twee franciscanen. Zij bidden en kijken naar de hemel en vragen Franciscus om de dode zoon weer tot leven te wekken. Volgens de legende vroeg de franciscaan, Pao, een bekende prediker in Rome aan de vader van de jongen of hij geloofde dat Franciscus zijn zoon weer tot leven kon brengen. De vader antwoordde met ja. Hij moest wel beloven een trouwe dienaar van de heilige te worden en een pelgrimstocht te houden.
Boven zien we dat het gebed van de twee monniken verhoord wordt. Franciscus verschijnt in stralen gehuld en maakt een zegenend gebaar naar de jongen op de lijkbaar. Ghirlandaio neemt het moment dat de jongen net tot leven is gekomen. Op de achtergrond bij de Ponte Santa Trinita gaat het alledaagse leven gewoon door. Zo zijn er twee mannen die een balk doorzagen.
Romaanse facade van de Santa Trinita en de Ponte Santa Trinita Uitzoomen
Antonio Jolie ‘Ponte Santa Trinita’ Links Palazzo Spini met kantelen 18e eeuw
Een figuur leunt over de brug en kijkt naar de Arno terwijl voetgangers en een man te paard over de brug gaan. Hier heeft niemand de wonderbaarlijke gebeurtenis door. Vasari gaat uitgebreid in op de frescocyclus in de Sassetti-kapel. Over de opwekking schrijft hij het volgende:
“[…] en vervolgens verwierf hij bijzonder grote faam door, in opdracht van Francesco Sassetti, een kapel in de Santa Trinita te voorzien van taferelen uit het leven van Sint-Franciscus, een bewonderenswaardig uitgevoerd werk, sierlijk, zorgvuldig en liefderijk door hem vervaardigd. Waar hij op de eerste wand [altaarwand] de geschiedenis van Sint-Franciscus schilderde, wanneer deze verschijnt in de lucht en het jongetje uit de dood opwekt, beeldde Domenico de brug bij de Santa Trinita af en gaf hij het palazzo van de Spini weer, en bij de vrouwen die getuige zijn van de opwekking, ziet men zowel hun smart om de dode die zij ten grave dragen, als hun vrolijkheid en verbazing wanneer hij herleeft. Domenico schilderde er de fraters die samen met de doodgravers, achter het kruis aan, de kerk uit komenom het kind te begraven, heel levensecht gedaan, en zo nog andere figuren die zich verbazen om wat hier geschiedt, terwijl weer anderen zich niet weinig verheugen, en hierbij treft men portretten aan van Maso degli Albizzi, messer Agnolo Acciaiuoli en messer Palla Strozzi, voorname burgers die veelvuldig worden genoemd in de historiën van deze stad.” Giorgio Vasari ‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione, Contact, Amsterdam 1990 (oorspronkelijke uitgave 1568) Deel I Leven van Domenico Ghirlandaio blz. 247
Sinds Vasari de woorden: ‘het palazzo van de Spini’ in zijn beschrijving heeft gebruikt, werd dit fresco ‘De opwekking van een kind uit het huis van Spini’ genoemd. Lang is er gezocht naar een wonder dat in verband kon worden gebracht met de familie Spini. Pas in 1971 en 1981 hebben de kunsthistorici: Rosenauer, Borsook en Offerhaus ontdekt dat het ging over het verhaal van de zoon van de notaris zoals in de Legenda Aurea is beschreven en dat zich in Rome afspeelt.
Nera d’Corsi en haar zoon Teodoro
De gesluierde vrouw met uitgestrekte handen die over de lijkbaar buigt, is Nera d’Corsi. Haar gezicht is niet vertrokken van verdriet zoals bij de knielende jonge vrouw achter haar. Het gezicht van Nera en haar houding drukken ambivalente gevoelens uit: smart, maar ook verbazing dat de jongen tot leven komt. Zij moet hierbij gedacht hebben aan de dood van haar oudste en de geboorte van de jongste zoon. Is dit wat Vasari bedoelde als hij schrijft: ‘ziet men zowel hun smart om de dode die zij ten grave dragen, als hun vrolijkheid en verbazing wanneer hij herleeft.
Net als in het fresco in de lunet boven zijn ook in deze scène veel portretten te zien. De drie ‘voorname burgers’ die Vasari vermeldt, zijn vermoedelijk de drie mannen die dicht bij de lijkbaar staan. Links zijn de vijf dochters van Francesco en Nera met hun verloofden en schoonzoons te zien. De vrouw in de zwarte mantel met een sluier links is waarschijnlijk Sibilla. Zij is net als haar moeder, onder in de nis naast het altaarstuk, in het zwart gekleed. Zij was getrouwd met Antonio Pucci. De Erythrae sibille in het gewelf is ook een portret van haar. Naast Sibilla is het gezicht te zien van Violante ook zij heeft een sluier om. Zij was getrouwd met Neri Capponi.
De vrouw met gevouwen handen is Lisbetta. De jongste dochter, Lena, kijkt uit het fresco en de geknielde vrouw naast haar is haar zus Vaggia.
Aan de andere kant van het beeldvlak geheel rechts, heeft Ghirlandaio zichzelf geschilderd. Hij kijkt uit het fresco. Naast hem staat zijn zwager en schilder Sebastiano Mainardi. Beiden staan voor de deur van het Palazzo Sassetti. Sebastiano heeft meegewerkt aan het schilderwerk in de kapel van Sassetti. De rugfiguur met het kale hoofd bij Domenico Ghirlandaio is een postuum portret van Neri di Gino Capponi, die in 1457 gestorven was. Capponi had een enorme reputatie als held van de slag bij Anghiari. Fonzio, een vriend van Francesco Sassetti die de grafopschriften bij de tombes bedacht heeft, heeft een korte biografie over Capponi geschreven. Zijn kleinzoon en naamgenoot was getrouwd met Violante, de dochter van Francesco en Nera. Het paleis van Capponi is te zien in het fresco en wel rechts aan de overkant van de Ponte Santa Trinita. De andere vier figuren die naast Capponi staan zijn vermoedelijk de vaders van de aangetrouwde of verloofde zonen.
Voor de compositie en sommige figuren heeft Domenico Ghirlandaio gebruik gemaakt van het werk van de schilder Masaccio en de beeldhouwer Benedetto da Maiano. Ghirlandaio heeft met Maiano samengewerkt in de Fina-kapel van de Collegiata in San Gimignano. De rugfiguur, Capponi en het zelfportret van Ghirlandaio zijn uit de sagra van Masaccio (tekening naar Sagra Masaccio) overgenomen. De sagra was een feestelijke processie die op het plein voor de Santa Maria del Carmine gehouden werd. Beroemde kunstenaars als Masaccio, Brunelleschi, Donatello en Masolino namen er deel aan. Masaccio heeft deze processie vereeuwigd in de kloostergang boven de deur die naar het klooster leidde (Wikipedia). Volgens Vasari was dit de bron voor de latere portretten in de kapel van Brancacci en naar later bleek ook voor de portretten van Capponi en Ghirlandaio in Sassetti-kapel (Masaccio’s Sagra reconstrucie en Wikipedia It). De sagra in terra verde (groene kleuren) is in de zeventiende eeuw vernietigd, er zijn nog wel tekeningen naar de sagra overgebleven.
De jongen op de lijkbaar, de gebogen moeder en de verschijning van Sint Franciscus zijn gebaseerd op een reliëf van het altaar met een graf dat Benedetto da Maiano in 1477 voltooide in de Fina-kapel. Ghirlandaio schilderde een frescocyclus over Sint Fina in dezelfde kapel (Klik hier bij Web Gallery of Art voor de Fina-kapel). Daarnaast was Ghirlandaio bekend met de reliëfs op de preekstoel in Santa Croce, waaronder de afbeelding van de begrafenis van Sint Franciscus (in situ).
Het altaar is niet meer origineel. In 1743 werd het altaarstuk vervangen door een Pietà van Vittorio Barbieri. In 1920 kwam het altaarstuk weer op de originele plek terug, maar helaas was het altaar ongeveer dertig centimeter hoger dan het oorspronkelijke. Hierdoor wordt de compositie van de achterwand geweld aangedaan. Ghirlandaio heeft namelijk de compositie in de opwekking afgestemd op de onderzijde van de altaarwand. De knielende vrouw en de twee franciscanen in de opwekking sluiten mooi aan bij de knielende Nera en Francesco in de geschilderde nissen er onder. Het onderste deel van de opwekking zelf is niet meer te zien, het is verborgen achter het altaarstuk. Hierdoor is een belangrijk motief door onderzoekers vaak over het hoofd gezien. Onder de lijkbaar en nu deels verborgen achter het altaarstuk is een sarcofaag geschilderd. Deze combinatie sarcofaag en altaarstuk is ongebruikelijk en is gebaseerd op de altaartombe Benedetto da Maiano in de Fina-kapel. De figuur in het witte gewaad tussen de sarcofaag en de lijkbaar en het sterk verkorte gezicht achter de lijkbaar ook in wit doen denken aan pleurants. De voorste figuur in het witte gewaad lijkt wel op Lazarus.
Een mogelijke link tussen de opwekking van de zoon van de notaris, de dood van de oudste zoon en de geboorte van de jongste zoon van Sassetti? Toch blijven de twee figuren in het wit raadselachtig en een echte overtuigende verklaring is er nog niet gevonden. Het volgende en laatste verhaal over Franciscus gaat over zijn dood.
3.6 De begrafenis van Franciscus
Ghirlandaio De begrafenis van Franciscus’
Vasari beschrijft de slotakte als volgt ‘En ten slotte gaf hij weer hoe de gestorven Sint-Franciscus door de fraters wordt beweend, en daar ziet men een frater hem de hand kussen; dit laatste kan in de schilderkunst niet beter worden uitgedrukt, en dan is er bovendien nog een bisschop die, in vol ornaat en met een bril op zijn neus, de vigilie zingt, en alleen doordat men hem niet hoort is het duidelijk dat hij geschilderd is.’De dodenmis speelt zich af in een kerk; er is wel een doorkijkje met een landschap als achtergrond. In de begrafenis van Franciscus schept Ghirlandaio aanmerkelijk meer diepte dan Benedetto in zijn reliëf van de preekstoel (Santa Croce) met hetzelfde onderwerp. Twee jonge diaken met een wijwater– en wierookvat begeleiden de bisschop die ‘de vigilie zingt.
TDe bril die de bisschop draagt was voor die tijd bijzonder. Vasari laat dan ook niet na dit in zijn beschrijving te vermelden. Aan het voeteneinde van de lijkbaar staan drie koorknapen. De buitenste twee dragen elk een kaars en de middelste houdt een stok met een kruis er aan omhoog. Achter en voor de lijkbaar zijn franciscanen. Vier ervan knielen en drukken elk op eigen wijze hun verdriet uit, hun gezichten zijn vertrokken van smart. Het gezicht van de dode is erg realistisch. Franciscus ziet er bleek uit en zijn mond is licht geopend terwijl de onderlip naar beneden is gegleden zodat een deel van zijn tanden nog te zien is. De arts en geleerde, Hiëronymus, staat achter de lijkbaar en buigt zich over de dode. Hij bestudeert de zijwonde om te kijken of dit nu echt één van de wondtekenen is. De begeleider van de arts staat achter Hiëronymus. De franciscaan naast de arts vindt het zo te zien aan zijn opgeheven rechterhand, maar niets. Hiermee worden emoties als nieuwsgierigheid, zekerheid willen krijgen en ergernis over de ontering van de dode doeltreffend uitgebeeld. Door drie figuren achter elkaar te plaatsen met de geleerde voorop schept Ghirlandaio op een prachtige manier meer diepte in de scène.
Buiten de kring rondom de baar zien we aan beide zijden opnieuw portretten van tijdgenoten. Zij lijken niet deel te nemen aan het verdriet van de personen rond de dode. De beide figuren geheel links zijn Poliziano in de rode mantel en naast hem Fonzio. De drie portretten aan de rechterkant zijn mogelijk Francesco Sassetti met zijn oudste zoon Teodoro en zijn jongste zoon. Echte bewijzen zijn hier echter niet voor gevonden. Wel is bekend dat de jonge knaap a secco geschilderd is over een eerder geschilderd figuur. Ghirlandaio is hierbij trouwens vergeten om de jongen twee benen te geven. De dood speelt in het altaarstuk eveneens een belangrijke rol hoewel de geboorte van het kind een centrale plek inneemt.
Vervolg Florence dag 6: Ghirlandaio en de Sassetti-kapel VI (Santa Trinita)