Forum Romanum in de keizertijd II
Forum Romanum Kaart van het Roman Forum
Op het eigenlijke Forum, begrensd door de basilieken Julia en Aemilia, lieten latere keizers ook de nodige monumenten na. Zo lieten Augustus en Tiberius triomfbogen oprichten. Hiervan zijn nog slechts enkele resten te zien. De latere triomfbogen van Titus en Septimius Severus zijn nog steeds te bewonderen. De bogen waren een uitdrukking van de macht van de keizer. Ze waren ter ere van zijn grote daden opgericht. In de reliëfs op de bogen werden de goede daden van de keizer uitgebeeld en natuurlijk stond hij als machtige generaal afgebeeld ook al was hij zelf niet bij de veldslag geweest. Na zo’n ‘overwinning’ werd de keizer in een processie, die onder de boog door trok naar het Forum, bejubeld door de menigte.
De boog van Titus Arco di Tito
De boog van Titus en de zijkant Wikipedia afbeeldingen
De boog van Titus plattegrond:
1. De Senaat en het Volk van Rome (dragen dit op aan) de vergoddelijkte Titus
2 Fries de triomf van Titus en Vespasianus over de Joden
3. Overwinningsgodinnen
4. Deuren Linker Rechter met trappen (noordzijde) die naar de attiek leiden
5. Virtus (oostzijde) en Honos (westzijde)
6. Cassette plafond met de apotheose van Titus (wordt een God)
7. Zuidelijk reliëf met de triomftocht
8. Entablement
Voorwerpen uit de Tempel van Jeruzalem worden als krijgsbuit meegevoerd
Klei model
Triomftocht van Titus
Klei model Lacma (Los Angeles County Museum of Art)
Hij werd in 81 na Chr. opgericht door keizer Domitianus voor zijn broer Titus en zijn vader Vespasianus voor hun onderdrukking van de Joodse opstand. In de doorgang zijn aan weerskanten reliëfs te zien van het meenemen van de schatten, waaronder de zevenarmige kandelaar, van de Joodse tempel in Jeruzalem. Titus kon de stad Jeruzalem pas veroveren door haar in brand te steken.
Hij nam tienduizenden krijgsgevangen mee die bij de bouw van het Colosseum werden ingezet. In juni 71 hielden Titus en Vespasianus een triomfantelijke intocht in Rome (voor meer informatie over triomftochten klik hier bij Wikipedia).
Niet bij de huidige boog, die was immers pas na de dood Titus opgericht, maar bij een triomfboog nabij de Porta Capena, in het Circus Maximus. De joodse geschiedschrijver, Josef ben Mathityahu, die zijn leven te danken had aan Vespasianus was bij deze triomfantelijke intocht aanwezig. Zijn ooggetuigenverslag beschrijft hoe zo’n tocht er uitzag en wat er zoal gebeurde..
“Hun kostbare uitvoering was een lust voor het oog en vervulde de toeschouwers tegelijk met ontzetting […] Tal van voorstellingen gaven een uiterst realistisch beeld van de verschillende scènes uit de oorlog. Men zag hoe een welvarende landstreek werd verwoest; hoe hele formaties vijandelijke troepen gedood werden; hoe sommigen op de vlucht sloegen en anderen krijgsgevangen werden gemaakt […] De stellages waren met zoveel vakmanschap gemaakt en de afbeeldingen waren zo indringend dat de toeschouwers, hoewel ze de gebeurtenissen niet zelf hadden meegemaakt, het idee kregen alsof ze er zelf bij aanwezig waren. […] Men had een aparte plaats ingeruimd voor alles wat men in de Tempel buit gemaakt had: een gouden tafel die vele talenten woog; een kandelaar, ook van goud maar van een ander model dan die welke we voor dagelijks gebruik hebben. Uit de voet verhief zich in het midden een schacht, en van die schacht takten dunne stengels af, die geplaatst waren in de vorm van een drietand; elke stengel was aan zijn uiteinde bewerkt tot een lamp. Er waren zeven lampen. Daarmee wordt aangegeven hoeveel waarde de joden aan het getal zeven toekennen. De Wet van de joden werd daarop als laatste stuk van de oorlogsbuit meegedragen. Daarna volgde een hele groep mannen die beelden droegen van Victoria, de godin van de overwinning. Al die beelden waren van goud en ivoor. Vervolgens kwam, te paard, Vespasianus, gevolgd door Titus, met Domitianus aan zijn zijde, in een oogverblindend tenue en op een schitterend mooi paard.”
Geciteerd uit: Jona Lendering, ‘Stad in marmer Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten’, Athenaeum- Polak&Van Gennep, Amsterdam 2002 blz. 206-207.
Boven aan de binnenkant van de boog, wordt Titus afgebeeld, terwijl hij door Jupiter als adelaar naar boven wordt gedragen om een divus te worden.
De boog van Titus inscriptie in situ
“Op de oostelijke attiek van de boog staat een grote inscriptie gegraveerd. Oorspronkelijk waren er bronzen letters in de inscriptie, maar deze zijn verdwenen. De gaten waarin de letters waren vastgemaakt zijn nog te zien. De Latijnse tekst (opgenomen in het Corpus Inscriptionum Latinarum onder nummer VI 945) luidt:
SENATVS
POPVLVSQVE•ROMANVS
DIVO•TITO•DIVI•VESPASIANI•F(ilio)
VESPASIANO•AVGVSTO
De vertaling luidt: “De Senaat en het Volk van Rome (dragen dit op aan) de vergoddelijkte Titus, zoon van de vergoddelijkte Vespasianus, Vespasianus Augustus.”large engraving ornaments the eastern door head. The inscription originally had bronze letters, but these have disappeared.The holes into which the letters were mounted can still be seen. The Latin text (included in the Corpus Inscriptionum Latinarum under no. VI 945) says:
SENATVS
POPVLVSQVE.ROMANVS
DIVO.TITO.DIVI.VESPASIANI.F(ilio)
VESPASIANO.AVGVST
Op de westelijke zijde staat een andere inscriptie. Dit is niet meer de oorspronkelijke Romeinse want die was verloren gegaan. Deze inscriptie vermeldt dat Paus Pius VII de boog aan het begin van de 19e eeuw heeft laten restaureren. Deze inscriptie luidt als volgt:
Detail van de boog van Titus waarop de buit van de plundering van Jeruzalem wordt getoond.
INSIGNE • RELIGIONIS • ATQVE • ARTIS •
MONVMENTVM
VETVSTATE • FATISCENS
PIVS • SEPTIMVS • PONTIFEX • MAX(IMVS)
NOVIS • OPERIBVS • PRISCVM • EXEMPLAR • IMITANTIBVS
FVLCIRI • SERVARIQVE • IVSSIT
ANNO • SACRI • PRINCIPATVS • EIVS • XXIIII
Monument van opvallend religie en ook kunst door verval uiteengevallen: Pius de Zevende, pontifex max(imus), door nieuwe werken het oude exemplaar vervangend heeft opgedragen dit te versterken en te bewaren. In het jaar 24 van zijn heilige primaatschap.”
Bron: Wikipedia
Anno 1995 hebben archeologen ontdekt, dat met de Joodse schatten uit de tempel van Jeruzalem het Colosseum voor een groot deel is gefinancierd. Het bewijsstuk was een steen van één van de ingangen van het amfitheater. De tekst op deze steen kon gereconstrueerd worden met behulp van de gaatjes, die de spijkers van de koperen letters hadden nagelaten. Er stond: “Imp. T. Caes. Vespasianus Aug. Amphitheatrum Novum Ex Manubis Fieri Iussit.” In vertaling: ‘Keizer Caesar Vespasianus Augustus liet dit nieuwe amfitheater bouwen met de oorlogsbuit.” Meer lezen? Klik hier Marc Leijendekker NRC
Charles-Louis Clérisseau ‘De boog van Titus in Rome’ ca. 1721-1820 Hermitage
Caspar Adriaans van Wittel ‘De boog van Titus’ vroeg 17e eeuw
De Titusboog staat op de top van de Velia, een uitloper van de Palatijn en op het hoogste punt van de Via Sacra (Klik hier bij Wiebe Koopmans voor meer informatie over de Via Sacra). Het was een geliefde plek voor vele kunstenaars, zoals de Nederlander Maarten van Heemskerck uit de 16e eeuw, waar zij hun vedutisti, ‘gezichten van Rome’, schilderden. In de Middeleeuwen was de boog ingebouwd als een onderdeel van een burcht (Piranesi, Rijksmuseum), waarschijnlijk is het hieraan te danken dat hij zo goed bewaard is gebleven. De boog van Septimius Severus, uit 203 na Chr. is de laatste triomfboog die op het Forum Romanum gebouwd is.
In tegenstelling tot de boog van Titus heeft deze boog drie doorgangen. De reliëfs op de boog zijn grotendeels verdwenen, ze bevatten de verhalen over de overwinningen van Septimius in Parthia (Irak en Iran) en Arabië. De inscriptie bovenaan de boog was eerst gewijd aan Septimius en zijn zonen Caracalla en Geta, maar nadat Caracalla Geta had vermoord na de dood van zijn vader, werd de naam van Geta verwijderd. Dit is vandaag de dag nog steeds te zien aan de gaatjes van de koperen letters die verwijzen naar de naam Getanog.
De boog van Septimius Severus in situ Wikipedia afbeeldingen

De inscriptie van de boog van Septimius Severus
“Aan Imperator Caesar Lucius Septimius, zoon vanMarcus, Severus Pius Pertinax Augustus, vader des vaderlands, overwinnaar van de Arabische Parthen, overwinnaar van de Adiabenische Parthen opperpriester, in het elfde jaar van zijn bevoegdheid als volkstribuun, elfmaal uitgeroepen tot Imperator, driemaal consul, proconsul; en aan Imperator Caesar Marcus Aurelius, zoon van Lucius, Antoninus Augustus Pius Felix, in het zesde jaar van zijn bevoegdheid als volkstribuun, consul, proconsul; en aan Publius Septimius, zoon van Lucius, Geta, de zeer hoogstaande Caesar; omdat zij met hun bijzondere talenten de staat intern hebben hersteld en het Rijk van het Romeinse volk naar buiten toe hebben vergroot; geschonken door Senaat en volk van Rome. De naam Caesar Marcus Aurelius Antoninus Augustus Pius Felix is Carcalla en de officiële naam van Geta is Caesar Publius Septimius Geta. De woorden ‘en voor Publius Septimius, zoon van Lucius, Geta, de zeer hoogstaande Caesar’ werden na de moord op Geta veranderd in ‘vader des vaderlands, de beste en sterkste vorsten.” (Jona Lendering)
Geciteerd uit: Jona Lendering, ‘Stad in marmer Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten’, Athenaeum- Polak&Van Gennep, Amsterdam 2002 blz. 148-149
De boog was niet meer specifiek gebouwd voor een processie, zoals blijkt uit de treden die een doorgang bemoeilijkten. In de Middeleeuwen bood deze boog, die grotendeels onder aarde en puin lag nog onderdak aan een kapperszaak. De invloed van de Severusboog in de kunstgeschiedenis is bijzonder groot geweest. De figuren in de zwikken (overwinning) aan de Capitool-zijde zijn in vele landhuizen op onder meer deuren en plafonds in heel Europa terug te vinden.
Piranesi ‘De boog van Septimius Severus’ detail 1749-1750 Rijksmuseum, Amsterdam
Matthijs Bril ‘De boog van Septimius Severus’ 1601 Rijksmuseum, Amsterdam
Maarten van Heemskerck ‘Forum Romanum’
Keizer Domitianus, richtte in 91 na Chr. op het oude Forum een ruiterstandbeeld (voor de tempel van Caesar) van zichzelf op. Domitianus werd als ruiter afgebeeld om de overwinning te gedenken die hij op de Germanen had behaald. Het beeld was zo groot dat men in de vierkante sokkel een zware ijzeren kern had ingebracht om het geheel de nodige stevigheid te geven. De senaat, die officieel nog bestond, was hier woedend over en veroordeelde deze keizer tot een damnatio memoriae. Het ruiterstandbeeld werd na de moord op Domitianus in 99 door het woedende volk kapotgeslagen. Pas twee eeuwen later dook op bijna dezelfde plek vlak voor de tempel van Julius Divus nog een ruiterstandbeeld op, dit keer van keizer Constantijn.
Onder Domitianus werden eveneens de zeven erezuilen langs de kant van de Via Sacra tegenover de basiliek opgericht. Deze zuilen waren ter ere van de gewone man. Boven op de zuilen stonden standbeelden van burgers, die onder Diocletianus van betekenis waren geweest voor het Romeinse keizerrijk. Hiervan zijn er nog twee, zij het deels, bewaard gebleven.
Milliarium Aureum
Augustus richtte in 20 v. Chr. een monumentale mijlpaal op in het Forum Romanum, ter gelegenheid van zijn benoeming tot het kantoor van de ‘Curator viarum’. Zoals vermeld door Cassius Dio (Historia Romana, 54.8,4), moest deze mijlpaal de ‘Milliarium Urbis’ worden genoemd, hoewel het de naam ‘Milliarium Aureum’ (Gouden Mijlpaal) kreeg. Volgens Plutarchus (Galba, 24.4) leiden alle wegen die Italië doorkruisten naar dit monument. Deze mijlpaal was zo het ideale oriëntatiepunt van Romeinse wegennet.
Bron: Milestone Rome (The milestone project; vrije vertaling)
De overblijfselen van het Milliarium Aureum en in situ
Onder keizer Augustus werd in 20 v. Chr. het Milliarium Aureum opgericht. Dit was een zuil waar in gouden letters de afstanden stonden aangegeven van Rome tot aan de belangrijkste provincies. De afstand van elke heerbaan werd vanuit deze zuil gemeten. Niet ver van de tempel van Saturnus, de oorspronkelijke plaats, zijn nog steeds enkele resten van het Milliarium Aureum te zien. Plinius de Oudere schrijft over de Gouden Mijlpaal:
“Gemeten vanaf de op een verhoging van het Forum Romanum geplaatste Mijlpaal [overblijfselen] tot iedere poort afzonderlijk –momenteel zijn dat er zevenendertig, met dien verstande dat de twaalf dubbele poorten als één geteld worden, en zeven van de oude poorten, die niet meer bestaan, niet meegerekend worden – bedraagt de gezamenlijke lengte van de [hoofd] wegen binnen diezelfde stadsmuur langs een rechte lijn 31200 meter.’
Geciteerd uit : Jona Lendering, ‘Stad in marmer Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten’, Athenaeum- Polak Van Gennep, Amsterdam 2002 blz.. 167
Dichtbij de rostra en het miliarium aureum werd onder keizer Septimius Severus de umbilicus urbis gebouwd oftewel de navel van Rome. Het cilindervormige bakstenen gebouw was het middelpunt van de stad.
De overblijfselen van de umbilicus urbis
De Porticus deorum consentium
De porticus deorum consentium en bovenaanzicht
De porticus deorum consentium of de porticus van de twaalf goden is onder het keizerschap van Diocletianus aangelegd en werd in 1858 na de opgravingen grotendeels gereconstrueerd. De zuilengalerij ligt aan de Clivus Capitolinus de enige weg voor karren en paarden op het Forum Romanum (klik hier bij Wikipedia of bij de site van Wiebe Koopsmans voor meer informatie over de Clivus Capitolinus). In een geknikte zuilengalerij stonden de beelden van de twaalf oppergoden. De oorspronkelijke porticus, ergens nabij het Forum, stamt al uit de tijd van de Republiek en is na de nederlaag van de Romeinen tegen de Puniërs gebouwd. Er werden banken opgesteld en de twaalf beelden van de goden werden hier geplaatst: één vrouwelijke en één mannelijke god aan elke tafel. Zij namen deel aan een uitgebreide ceremoniële maaltijd. Hiermee hoopten de Romeinen de goden gunstig te stemmen en niet zonder succes, want de derde en laatste oorlog tegen de Puniërs werd uiteindelijk gewonnen door de Romeinen (voor meer informatie over de porticus klik hier bij Wikipedia.
Vervolg Rome dag 3: Het Forum Romanum na de val van het Romeinse keizerrijk