De Palatijn: overzicht en eerste nederzettingen
De opgang naar de Palatijn in de Oudheid en voor toeristen

In de Oudheid werd een andere straat naar boven genomen. Huizen aan deze straat of op de Palatijn kosten een fortuin of zoals Cicero het zei ‘een paar centen.’
“De straat waarlangs men de Palatijn beklom en beklimt, wordt door archeologen Clivus Palatinus genoemd, ‘Palatijnse helling’ Cicero kocht in deze straat een huis waarvoor hij niet minder dan 3 500 000 sestertiën betaalde, evenveel als 2400 handwerkslieden in een jaar verdienden. ‘Bijna de hele stad,’ zie hij, ‘kan mijn huis zien liggen. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat.”
Jona Lendering, ‘Stad in marmer Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten’, Athenaeum- Polak&Van Gennep, Amsterdam 2002 blz. 210.
Zicht op de Palatijn vanuit het lager gelegen Forum Romanum

De Palatijn is één van de zeven heuvels in Rome. Hier hebben zoals reeds beschreven de eerste bewoners van de stad geleefd. De Palatijn bestaat uit drie heuveltoppen: de Germalus, de Palatium en de Velia (klik hier voor de plattegrond Palatijn met de drie heuveltoppen en de twee zijtakken van de Tiber: Vallis Murcia en de Velabrum).
De oorsprong van Rome Capitolijn (links) Palatijn (rechts)

Bij de Velabrum is het mandje met Remus en Romulus gestrand en wel onder een vijgenboom: de ficus ruminalis. De tweeling werden door een wolvin aan de zuidwestelijke voet van de Palatijn in een grot, de Lupercal, gezoogd. Bij de ingang, die het Circus Maximus met de Lupercal verbond stond een bronzen beeld van de wolvin met de tweelingen.
Zoals reeds eerder vermeld zijn de resten van de paalhutten niet ver van de Lupercal gevonden, waaronder de zogenaamde Romulus hut. Naast deze hut zijn nog de resten van de trap van Cacus te zien.

Het dorp op de Palatijn en de hut van Romulus
De eerste bewoners van Rome, de Latijnen, hebben op de Palatijn geleefd. Het was een herdersvolk. Door archeologisch onderzoek zijn nog enkele paalgaten gevonden van dit volk zodat de hutten waarin zij leefden gereconstrueerd konden worden. Hier een Nederlandse site van Wiebe Koopmans met goede teksten en afbeeldingen over het Forum Romanum en bij Wikipedia is ook de nodige informatie te vinden. Heden ten dage zijn de paalgaten onder een afdakje van golfplaten nog steeds te zien. Dit wordt de hut van ‘Romulus’ genoemd.
Op de twee naburige heuvels, de Capitolijn en de Esquilijn, woonden de Sabijnse herders. Het terrein, een dal, tussen deze heuvels is het Forum Romanum. De Romeinse en Sabijnse dorpen op de drie heuvels groeiden zo snel dat zij hun woongebied wel moesten uitbreiden naar de hellingen van de heuvels richting het dal.

Volgens een legende terroriseerde de reus Cacus de bewoners op de heuvels van Rome. Voordat Aeneas nog een voet in Latium had gezet, was de Griekse halfgod Heracles al in Rome geweest. Cacus had de kudde van Heracles gestolen. Precies op de plek aan de oever van de Tiber, waar later de veemarkt (Forum Boarium) is ontstaan. Dit pikte onze Griekse held niet en na een heftige strijd versloeg hij Cacus. De Romeinen waren Hercules zeer dankbaar en richtten een altaar voor hem op.
Deze trap was de opgang vanuit het zuidwesten, vanaf de Lupercal naar de Palatijn. Romulus heeft de drie stammen die op de toppen van de Palatijn woonden tot één volk verenigd. Nadat Romulus, volgens de legende in 753 v. Chr. de stad gesticht had, werd er een muur om de nederzetting van de herders gebouwd: de roma quadrata. Van deze eerste stadsmuur zijn nog enkele resten teruggevonden (zie plattegrond hieronder van de heuveltop Germalus, n. 2). De oudste gebouwen op de Palatijn zijn te vinden in de zuidwestelijke hoek, op de Germalus. Eén van de oudste gebouwen is de mundus, een rond gebouw dat waarschijnlijk een put is geweest (plattegrond n. 6). Elk jaar werden er na de oogst de eerste geplukte vruchten in de mundus gegooid. Elke vreemdeling die in de stad wilde komen was verplicht om wat aarde van zijn geboorteplek in de mundus te gooien.
Eén van de oudste gebouwen is de mundus, een rond gebouw dat waarschijnlijk een put is geweest (plattegrond n. 6). Elk jaar werden er na de oogst de eerste geplukte vruchten in de mundus gegooid. Elke vreemdeling die in de stad wilde komen was verplicht om wat aarde van zijn geboorteplek in de mundus te gooien.
Plattegrond zuidwestzijde van de Palatijn: Germalus:
1. Porta romanula (stadspoort)
2. Overblijfselen Roma quadrata
3. Fundering 8e eeuw v. Chr.
4. Stadspoort
5. Fundering onbekend
6. Mundus
7. Waterreservoir
8. Tempel van Magna Mater Cybele
9. Auguratorium
Cisterna Arcaica

De tempel van Magna Mater Cybele is tijdens de oorlog tegen aartsvijand Carthago, rond 191 v. Chr., gebouwd. Magna Mater Cybele, de grote moeder, was een godin die vereerd werd in de plaats Troas, in het huidige Turkije, waar Aeneas geboren was (reliëf van de tempel en het beeld zelf). Een bijzondere zwarte steen –waarschijnlijk een meteoriet- is door de ambassadeur van de koning van Pergamon (met als hoofdstad Troas) naar Rome gebracht. De zwarte steen reisde niet onder gunstig gesternte. In de Tiber liep het schip met de zwarte meteoriet vast. Gelukkig kwam er hulp van een Vestaalse maagd, die het met haar maagdelijkheid niet al te nauw had genomen.
Overblijfselen podium van de tempel Magna Mater


Magna Mater Arnolfo di Cambio Sint-Pieter ca. 1300
De beschuldigde maagd trok met haar gordel het gestrande schip weer vlot en redde zo ook haar eigen leven. De steen werd eerst in de tempel van Victoria geplaatst, maar later werd de steen naar de tempel van Magna Mater Cybele overgebracht. Het beeld van de grote moeder kreeg in plaats van een hoofd de zwarte steen op haar romp. De grote moeder was zeer populair bij de Romeinen. Haar rechtervoet is zo vaak gekust, dat deze menigmaal door een nieuwe vervangen moest worden. Dit gebruik is vele eeuwen later nog terug te vinden bij Maria– en Petrus beelden. De katholieken waren zo verstandig om de rechtervoet van de gekuste heilige van een koperen of zilveren hoes te voorzien, zoals dit onder meer nog te zien is bij het beeld van de H. Petrus van Arnolfo di Cambio uit ca. 1250 in de Sint Pieter.