Brunelleschi’s Oude Sacristie in de San Lorenzo

Ingang van de Oude Sacristie

Brunelleschi's Oude Sacristie  interieur
foto: Ricardalovesmonuments

We lopen nu links de transeptarm in en gaan door de deur naar de Oude Sacristie: een sacristie, annex grafkapel, die geheel door Brunelleschi ontworpen is. De sacristie is tussen 1422 en 1428 gebouwd. Het laatste jaartal staat nog in de lantaarn geschreven. Al tijdens de bouw oogstte het werk grote bewondering. Het was aldus Manetti van zulk een karakter ‘dat het iedereen verbaasde vanwege zijn nieuwe stijl.’

De Oude Sacristie      Inzoomen      Zijkant

Cosimi wilde perse dat de sacristie nog voor zijn dood voltooid zou worden. Klik hier voor het verhaal over Donatello (tondo’s en de deuren) en de oude sacristie. Het budget dat Brunelleschi tot zijn beschikking had, was onbeperkt. Als je in de sacristie staat, valt op dat de koorruimte met het altaar twee treden hoger is. Dit is voor zo’n heilige ruimte natuurlijk niet zo gek. Naast de koorruimte zie je twee deuren die elk naar een aparte kamer met tongewelven leiden. In het rechtervertrek is een trap die naar de crypte loopt, maar ook naar de bovenkant van de sacristie. De kamer links achter de deur is een wasruimte voor de priester die zich in de sacristie voorbereidt en aankleedt voor de mis in de kerk. Deze vertrekken zijn elke één trede hoger dan de grote hoofdruimte.

 In het rechtervertrek is een trap die naar de crypte loopt, maar ook naar de bovenkant van de sacristie. De kamer links achter de deur is een wasruimte voor de priester die zich in de sacristie voorbereidt en aankleedt voor de mis in de kerk. Deze vertrekken zijn elke één trede hoger dan de grote hoofdruimte.

Brunelleschi        Oude Sacristie     Entablement

Brunelleschi's Oude Sacristie interieur
foto’s: Steven Zucker en Richard Mortel

Als je het geheel overziet, valt op dat Filippo de verschillende onderdelen zowel duidelijk onderscheidt van elkaar, maar tegelijkertijd ook weer nauw met elkaar verbindt. Dit laatste doet hij ondermeer door een hoofdgestel te gebruiken, dat doorloopt in de koorruimte met het altaar. Verder lopen de Corinthische pilasters in de hoeken door, maar dan als bogen in de lunetten. De pilasters in de hoeken van het koor hebben slechts één cannelure, terwijl de hoekpilasters in de hoofdruimte er drie hebben. 


De drie nissen in de ruimte van het altaar onderscheiden zich wel van de wanden van de hoofdruimte net als de kleine ronde koepel. De dragende delen zijn duidelijk geaccentueerd. Zoals we dat in de kerk zelf en bij het Ospedale degli Innocenti al hebben gezien, is het materiaal dat Filippo toepast bij de dragende delen van blauwgrijze pietra serena. De wanden zijn juist wit gestuct waardoor het lijkt alsof de muurvlakken tussen de blauwgrijze pilasters, consoles en het hoofdgestel oplossen. Vanaf de hoeken van de kubus vervolgen de pilasters hun weg omhoog, onderbroken door een horizontale band, het hoofdgestel, om op dit punt te veranderen in halfronde bogen die een ronde ring steunen. Deze ring draagt op zijn beurt weer de grote koepel. De opwaartse beweging wordt voortgezet door de twaalf ribben van de grote koepel. De muren zelf hebben geen pilasters. In de lunetten zijn op het hoogste punt tondo’s geplaatst. Alleen de ramen lijken zoiets als zwaartekracht te hebben en remmen de opwaartse beweging van de dragende delen enigszins af.

Brunelleschi gebruikt drie soorten gewelven: het al eerder genoemde tongewelf in de twee kleine kamers, een ronde kleine koepel in het koorgedeelte en een flinke vouwkoepel met twaalf ribben. Als je goed kijkt, kun je zien dat de ronde ring waar de vouwkoepel (eerder als paraplukoepel betiteld) begint, bestaat uit een opgevouwen en samengebonden zeil.

Koepel          Inzoomen      Koepel altaarruimte

Brunelleschi's Oude Sacristie: koepel
foto’s: Steven Zucker; zoom: Richard Mortel en koepel altaar: virtusincertus

De vlakken tussen de ribben van de vouwkoepel staan bol van de wind die ze lijken vangen. De vouwkoepel wekt de indruk te zweven en dit effect wordt nog eens versterkt door de twaalf ronde ramen waardoor het licht naar binnen valt. Toch krijgen de ribben een extra steun, maar dit is alleen aan de buitenkant van het gebouw te zien. Een muurtje waarin twaalf ronde uitsparingen zijn gemaakt voor de ramen geeft tegelijkertijd ook steun aan de ribben.

Brunelleschi's Oude Sacristie: koepel
foto: Richard Mortel

Het licht in de Oude Sacristie

De belichting die Brunelleschi in zijn gebouwen toepast, is heel doordacht. In de ruimte waar we nu staan, valt op hoe gelijkmatig het licht verdeeld is. Dit weet Filippo te bereiken door alle vensters op een gelijke lijn te plaatsten en wel vrij hoog. De ramen worden precies boven het door de gehele ruimte lopende hoofdgestel gezet. Hiermee wordt het entablement tevens een vensterbank voor de ramen. Dit is geheel volgens de Florentijnse traditie, zoals je dit al bij de gekleurde marmeren strippen onder de vensters bij het Baptisterium aantreft.

Oude Sacristie

Brunelleschi's Oude Sacristie interieur
foto: Steven Zucker
Brunelleschi's Oude Sacristie: koepel
foto: Miguel Hermoso Cuesta

De ramen boven de twee deuren krijgen indirect licht door de er achterliggende ramen in de twee kleine vertrekken. De plaatsing van de twee ramen in de achterste muur van de kleine vertrekken is niet zozeer gedaan om deze ruimten zelf te belichten, maar meer voor de grote ruimte. De belichting van de koepel was geen probleem: de twaalf ronde ramen zorgen al voor een gelijkmatige lichtval. Dit geldt niet voor de lantaarn, hier mocht niet teveel licht doorvallen anders zou het middendeel van de sacristie te sterk belicht worden.Waarschijnlijk heeft Brunelleschi in verband met de gelijkmatige belichting die hij wilde, gekozen voor een vouwkoepel met een kleine ronde lantaarn en twaalf oc

De lantaarn van de Oude Sacristie

Brunelleschi's Oude Sacristie: Lantaarn

Lantaarn

De lantaarn is opmerkelijk en gebaseerd op een kleine tholos met zes gecanneleerde Korinthische zuilen. De zuilen die Filippo voor de lantaarn gebruikt, dragen een volledig hoofdgestel: architraaf, fries met een afsluitende kroonlijst. Daarop is een vreemde spiraalvorm gezet die aan een ui doet denken. Natuurlijk wordt dit alles bekroond met een kruis. Precies in het midden onder de lantaarn ligt het graf van Giovanni di Bicci de’Medici en zijn vrouw. Boven de sarcofaag is een tafel te zien met een porfieren ronde plaat in het midden en natuurlijk de emblemen (zes pillen) van de Medici. Deze tafel werd trouwens ook door de priesters gebruikt.Het geheel lijkt een mensa, een altaarblad waar de relieken van een heilige vaak onder bewaard werden.

Tombe van Giovanni di Bicci de’Medici en zijn vrouw

Brunelleschi's Oude Sacristie: tombe Giovanni di Bicci de’Medici
foto: Steven Zucker

De cirkel, het vierkant en de verhoudingen van de Oude Sacristie

Leonardo da Vinci ‘Vitruviusman’
Vertaling tekst Leonardo


Voor de opzet van de sacristie is gebruik gemaakt van de twee geometrische grondvormen: het vierkant en de cirkel. Elke zijde van het vierkant is twintig braccia lang, oftewel 11. 67 cm. De sacristie heeft met de koepel erbij drie verdiepingen, de lijsten niet meegerekend. Deze verdiepingen vormen elk een volmaakte kubus. De combinatie van een vierkant en cirkel lijkt sterk op de tekening van Leonardo da Vinci die hij voor Fra Luca Pacioli maakte (Wikipedia). Leonardo baseerde zich bij zijn tekening op de al eerder aangehaalde beschrijving van Vitruvius. De cirkel wordt meerdere malen herhaald in de halve bogen boven de muren, in de tondo’s, de koepel en tenslotte in de ronde vorm van de lantaarn. Al met al maakt de kapel een stabiele en tegelijkertijd bewegelijke indruk (Klik hier voor een plattegrond en een doorsnede van de opstand). Wat betreft de proporties van de sacristie is de hierboven beschreven driedeling gebaseerd op een in de middeleeuwse ateliers gebruikelijke geometrische verhouding. Dit was zoals we hebben gezien ook al het geval bij het Ospedale degli Innocenti. In sacristie is de vaste maat de diagonaal van de hoofdruimte geweest, namelijk 11.59 cm.

De doopkapel in Padua en de Oude Sacristie

Baptisterium Padua
foto: Mikolalain

Baptisterium Padua

Filippo Brunelleschi is nimmer in Padua geweest, althans volgens de bewaard gebleven bronnen. Zo schrijven Manetti, maar ook Vasari wel over een verblijf van Filippo in Rome, Padua echter wordt niet genoemd. Toch valt er veel voor te zeggen dat Brunelleschi deze stad bezocht moet hebben of in ieder geval het Baptisterium aldaar goed kende.

Er zijn namelijk frappante overeenkomsten tussen de doopkapel in Padua uit 1260 en de door Brunelleschi gebouwde Oude Sacristie zoals
1. Een pendentieven koepel.
2. Een koor met koepel.
3. Vierkante plattegrond en drie ruimtes: één koorruimte met twee aangrenzende kamers die elk met tongewelven.
4. Elke zijde van het vierkant is ook in Padua precies 11. 67 cm. net als in de Oude Sacristie.
5. Kubusvorm met een koepel en een aangrenzende kleine kubus (koorgedeelte met wederom een koepel).

Het zij hier terzijde vermeld, een bezoek aan het Baptisterium in Padua is meer dan de moeite waard met name vanwege de veertiende-eeuwse fresco’s van de Florentijnse schilder: Giusto de’Menabuoi (Wikipedia). Uniek is de uitgebreide wijze waarop Giusto het onderwerp in het koorgedeelte, de droom of beter gezegd nachtmerrie van Johannes: de ondergang van de wereld, schildert. Bij Wikipedia zijn de fresco’s van Giusto te bewonderen. Brunelleschi heeft zelfs het geschilderde lijstwerk van Giusto voor een deel vertaald in echte klassieke pilasters en bogen. Een ducento ruimte met trecento fresco’s is onder de handen van Brunelleschi in renaissancearchitectuur veranderd.
Een andere bron, maar dan dicht bij huis is het Baptisterium in Florence. In de mozaïeken van de koepel alhier zijn de ribben, pendentieven en het vouwgewelf zo terug te vinden.

De Oude Sacristie: renaissance of gotiek?

De Oude Sacristie is weliswaar een renaissancegebouw, maar de dragende structuur die vanaf de grond tot de top van de lantaarn via pijlers en ribben tot de sluitring loopt, is een gotisch principe. Zulke gotische constructies zijn terug te vinden bij de kapellen in de apsis van de Duomo in Florence. Hoewel er enige nuance nodig is daar de ribben van de vouwkoepel in de Oude Sacristie aan de buitenzijde nog gesteund worden door verticale stijlen. De dragende delen hebben echter geen gotische vormen, bundelpijlers, maar zuiver klassieke. Manetti sprak in zijn biografie over zijn vriend Brunelleschi over ‘membri e ossa’, de botten van een skelet die het lichaam dragen zoals de delen van pietra serena de architectuur van Filippo Brunelleschi dragen. Alle tektonische of dragende delen, de botten, worden met de blauwgrijze pietra serena aangegeven.

De betekenis van de Oude Sacristie en het altaar

Koor en altaar        Inzoomen

photos: Steven Zucker

De betekenis van de sacristie is vrij conventioneel. Het altaar dat duidelijk gebaseerd is op het altaar in het Baptisterium heeft vier halve zuilen met panelen ertussen. Op het middelste paneel was het proefpaneel van de ontwerper van de Oude Sacristie te zien: Brunelleschi met zijn ‘Offer van Isaak’. Dit bronzen reliëf zullen we op de dag van de beeldhouwkunst nog in het Bargello bekijken en vergelijken met het proefpaneel van Ghiberti.

Altaar

Brunelleschi's Oude Sacristie: altaar
foto: Sailko

Altaar        Kruisbeeld

Aan de zijkanten van het altaar was nog een reliëf van Ezechiël en Isaiah aangebracht. Aan de voorzijde zijn de profeten Daniël en Jeremias afgebeeld.  Boven het altaar hangt nu nog een houten kruisbeeld uit de vijftiende eeuw. Het offer van Isaak is natuurlijk een prefiguratie van de kruisdood. Het Oude Testament werd gelezen als ware het een verborgen agenda die de toekomst: het Nieuwe Testament, al aankondigde. De vader van Isaak, Abraham, was bereid om zijn zoon uit liefde voor God op te offeren. Zo liet God de Vader zijn Zoon de kruisdood sterven, waardoor de mensheid gered werd. De vier profeten zijn weer prefiguraties van de vier evangelisten in de tondo’s in de lunetten van de hoofdruimte. De vier evangelisten (Marcus) zijn op de hoofdassen geplaatst. Bovendien worden zij ook nog eens subtiel benadrukt door de ribben van de vouwkoepel die haaks op de muurvlakken staan. In de tondo’s op de pendentieven, op de diagonale as, is het leven Johannes de Doper weergegeven. Zeker niet toevallig daar Johannes de Doper de beschermheilige van Florence is. De tondo’s zijn vanaf het begin gepland.

Brunelleschi's Oude Sacristie: Kruisbeeld
foto’s: Steven Zucker

Cosimo die nogal gek was op versieringen gaf Donatello de opdracht om de tondi en de panelen op de deuren van reliëfs te voorzien. Deze zullen we op de dag van de beeldhouwkunst als we deze kerk en de beide sacristieën (de oude en de nieuwe) zullen bezoeken, nader bespreken en bekijken. Manetti verhaalt in zijn biografie over Brunelleschi dat hij ruzie kreeg met Donatello over de decoraties van de Oude Sacristie. Hierover meer op de dag dat we in het kader van de beeldhouwkunst deze ruimte opnieuw zullen bekijken (Klik hier als je het verhaal over de decoraties in de Oude Sacristie wilt lezen en bekijken). De plek waar deze tondo’s geplaatst zijn, maakt dat ze meer zijn dan alleen maar ornament. De negentiende-eeuwse Ruskin, maar met name de twintigste-eeuwse architect Alfred Loose waren mordicus tegen het gebruiken van oude ornamenten. De in deze ruimte gebruikte tondo’s zijn echter niet zozeer ornament, maar eerder een markering van de ruimte, waar Donatelo later een verhalend reliëf aan toevoegde. In de woorden van Castex:
‘Horizontale cirkels en verticale halve cirkels beschrijven de bissectrices van de ruimte en draaien om de as van de grote koepel, de medaillons zwermen uit en hechten zich aan alle ribben, tot zelfs aan het gewaagde overstek van het pendentief, waarvan ze de schuine positie aangeven.’ Jean Castex, ‘De architectuur van Renaissance, Barok en Classicisme Een overzicht 1420-1720, Sun, Nijmegen, 1993 blz. 56

Brunelleschi's Oude Sacristie: Koepel

Wij gaan de kerk uit op weg naar Michelangelo’s Nieuwe Sacristie aan de apsis zijde van de San Lorenzo.

Vervolg Florence dag 2: Michelangelo’s Nieuwe Sacristie in de San Lorenzo