Brancacci-kapel (Santa Maria del Carmine) II
De betekenis van de frescocyclus
De cyclus gaat over Petrus, de naamheilige van Piero di Piuvichese (Brancacci). Piero had de kapel aan de kerk geschonken en Felice Brancacci, de opdrachtgever, kon niet anders dan Petrus als onderwerp te nemen.173 Bovendien past deze evangelist zoals al beschreven goed bij de toneelopvoering van Hemelvaart in de viering direct voor de Brancacci kapel. De frescocyclus is gebaseerd op twee bronnen: de Handelingen van de Apostelen in het Nieuwe Testament en het verhaal over Petrus in de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine (hier in het Engels te lezen). De opwekking van de zoon van Theophilus staat wel in de Legenda Aurea, maar niet bij Petrus (Leg. Aur. XLIV De Cathedra Sancti Petri; de telling volgens Maggioni) zoals bij de andere geschilderde verhalen wel het geval is.
Het centrale thema van de cyclus is Petrus als berouwvolle zondaar die van zijn zonden verlost wordt en Christus als plaatsvervanger op aarde opvolgt. Petrus wijst ons de weg naar de verlossing. Dit is natuurlijk een perfect onderwerp voor een grafkapel. Van het geschilderde berouw van Petrus is slechts een deel van een sinopia overgebleven dat bij de grote restauratie weer aan het licht kwam. Deze gebeurtenis is van cruciaal belang om de verhalencyclus te begrijpen. Christus sprak bij het Laatste Avondmaal nadat Petrus hem verzekerd had dat hij Christus nooit zou verraden:
Glas-in-lood ramen Notre-Dame de Strasbourg 14e eeuw
‘Ik verzeker je: deze nacht zul je, nog voor de haan gekraaid heeft, mij driemaal verloochenen. ’En als Christus wordt verhoord nadat hij gevangen was genomen volgt Petrus hem en aldus Matteüs. Er kwam een dienstmeisje naar hem toe, dat zei: Jij [Petrus] hoorde ook bij die Jezus uit Galilea! Maar hij ontkende dat met klem, zodat allen het konden horen: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Toen hij wilde weggaan naar het poortgebouw, zag een ander meisje hem. Ze zei tegen de omstanders: ‘Die man hoorde bij Jezus van Nazaret!’ En opnieuw ontkende hij en zwoer: ‘Echt, ik ken de man niet! Even later kwamen de omstanders naar Petrus toe, ze zeiden: ‘Jij bent wel degelijk een van hen, trouwens, je accent verraadt je.’ Daarop begon hij te vloeken en hij bezwoer hun: ‘Ik ken die man niet!’ En meteen kraaide er een haan.’ Matteüs (26: 34, 69-75 uit de nieuwe bijbelvertaling 2004).
Petrus verraadt zijn Heer en zondigt. Volgens het verhaal over deze apostel in de Legenda Aurea had Petrus berouw over zijn verraad want:
Naar verluidt droeg hij altijd een doek in een plooi van zijn tuniek waarmee hij zijn veelvuldig vloeiende tranen droogde, want wanneer hij terugdacht aan de liefdevolle woorden en aanwezigheid van de Heer kon hij zijn tranen niet bedwingen omdat deze liefde zo heerlijk was. Wanneer hij de herinnering ophaalde aan de schuld die hij op zich had geladen door de Heer te verloochenen huilde hij tranen met tuiten. Vandaar dat hij er zo aan gewoon was om te huilen dat zijn hele gezicht verschroeid leek door de tranen, zoals Clemens zegt. Hij vertelt ook dat Petrus altijd opstond om te bidden wanneer hij ’s nachts een haan hoorde kraaien en ook dan, naar verluidt, altijd in tranen uitbarstte.’ acob de Voragine, ‘De hand van God De mooiste heiligenlevens uit de Legenda Aurea,’ (vertaling Vincent Hunink en Mark Nieuwhuis) Athenaeum-Polak&VanGennep, Amsterdam 2006 De heilige Apostel Petrus blz. 112-113
Het zal de lezer duidelijk zijn Petrus had oprecht berouw. Petrus kreeg later niet alleen de sleutels van de hemelpoort, maar werd ook nog eens de eerste paus
Verdrijving uit het Paradijs In situ
De moraal was voor iedere christen duidelijk: Petrus was door zijn berouw en de genade van de Heer uiteindelijk verlost. Hier ligt ook de verklaring waarom direct bij het betreden van de kapel links en rechts Adam en Eva zijn afgebeeld. Masolino schilderde rechts de zondeval en Masaccio op de tegenoverliggende wand de verdrijving uit het Paradijs.174 De hele cyclus komt uit het Nieuwe Testament, waarom dan opeens twee scènes uit het Oude Testament? Adam en Eva waren de eerste zondaars. Door hun zonde was de mensheid verdoemd. Door Christus’ dood aan het kruis kon de mens weer gered worden. Petrus als berouwvolle zondenaar wijst als apostel en eerste paus de weg naar de verlossing. Hierdoor wordt het mogelijk voor de gelovige om na het aardse leven weer naar het paradijs, de hemel, terug te keren.
De vraag die vaak in de literatuur over deze kapel gesteld is, luidt: waarom is er geen afbeelding te vinden van Christus die Petrus de sleutels van de hemel geeft, terwijl dat toch het thema is van het spel dat in de viering voor de kapel werd opgevoerd? Volgens de kunsthistoricus, Pope-Hennesy, was het reliëf van Donatello: ‘het overhandigen van de sleutel aan Petrus en de Hemelvaart van Christus’, een onderdeel van het originele altaar uit het dugento; Geciteerd en vertaald uit: Borsook, E., ‘The mural painters of Tuscany From Cimabue to Andrea del Sarto’, Clarendon Press Oxford 1980 (second edition, revised and enlarged) 64 and 66-67 voetnoot 30).
Donatello ‘Christus overhandigt de sleutels aan Petrus’
De verhalen uit het leven van Petrus in de Brancacci-kapel worden door Jacob de Voragine in zijn relaas over deze apostel opgesomd en wel als volgt:
Hij liep over het water van de heer [wel geschilderd, maar verdwenen] en was door God uitverkoren om aanwezig te zijn bij de transfiguratie van de Heer en de opwekking van het meisje; hij vond een geldstuk in de bek van een vis, ontving van de Heer de sleutels van het koninkrijk der hemelen [reliëf Donatello op altaar], kreeg van Christus de taak om schapen te hoeden [verdwenen], bekeerde drieduizend mensen door zijn preek tijdens Pinksteren, genas samen met Johannes een lamme en bekeerde bij die gelegenheid vijfduizend mensen, voorspelde de dood van Ananias en Saphira, genas de verlamde Eneas, doopte Cornelius, wekte Tabita weer tot leven, genas zieken met de schaduw van zijn lichaam en werd door Herodes in een kerker opgesloten, maar door een engel bevrijd.’ Jacobus Voragine, ‘De hand van God De mooiste heiligenlevens uit de Legenda Aurea,’ (vertaling van Vincent Hunink en Mark Nieuwenhuis) Atheneum-Polak&Van Gennep, Amsterdam 2006 blz. 112
Vervolg Florence dag 5: Brancacci-kapel (Santa Maria del Carmine) III