Bernini’s Sant Andrera al Quirinale
Piazza San Bernardo en de kerken Santa Maria della Vittoria en Santa Susanna
We verlaten de Santa Maria della Vittoria en lopen naar het westen door de Via Quirinale en komen aan onze linkerhand eerst de San Carlo alle Quattro Fontane tegen en zien daarna de Sant’Andrea al Quirinale.
Sant Andrea al Quirinale ingang en facade
Voorzijde kerk Wapenschild
B. Falda Plattegrond 1670 Sant Andrea Via Pia Huidige Via Quirinale
Falda’s Rome Rijksmuseum Luchtfoto Quirinaal
Sant Andrea al Quirinale Via Quirinale Zij- en achterkant
Guido Ubaldo Abbatini Cornaro-kapel 1652
De architectuur van de Cornaro-kapel die we net hebben gezien staat volledig in dienst van het beeldhouwwerk en fungeert meer als omlijsting van het verhaal. Als Bernini van de jezuïeten de opdracht krijgt om de Sant’Andrea al Quirinale te bouwen, heeft hij voor het eerst de kans om zelfstandig een gebouw te ontwerpen. Een gebouw waarbij de beeldhouwkunst en de schilderkunst wel een grote, maar niet meer overheersende rol spelen.
Paus Innocentius X (Diego Velázquez)
De kerk is onderdeel van een kloostercomplex dat de jezuïeten gebruikten voor het opleiden van nog niet gewijde monniken: de novicen. De jezuïeten hadden in 1566 dit complex in handen gekregen. Er was een oude eenvoudige vierhoekige kerk met vijf altaren. Rond 1650 wilden de jezuïeten het verouderde klooster, maar ook de kerk ingrijpend verbouwen. Zij kregen echter grote problemen met de financiering. Zij gingen op zoek naar geldschieters. Twee keer leek het te lukken, maar werd het op het laatst toch weer afgeblazen. Zo wilde kardinaal Francesco Adriano Ceva een flink bedrag geven. Een architect was ook al gevonden en wel Borromini. De lievelingsarchitect van paus Innocentius X die de dichtbij gelegen kerk, de San Carlo alle Quattro Fontane, had ontworpen. Toch was het juist deze paus die een stokje voor dit plan stak. Hij wilde namelijk het uitzicht vanuit het Palazzo Quirinale, dat schuin tegenover de nieuw te bouwen kerk lag, niet bederven.
Plattegrond
1. Hoofdingang
2. Kapel van de heilige Francis Xavier
3. Kapel van de lijdensweg
4. Kapel van de heilige Stanislaus Kostka
5. Kapel van de heilige Ignatius of Loyola
6. Hoofdaltaar
7. Toegang tot noviciaat en de toegang tot de kamers van Stanislaus Kostka
De Sant’Andrea al Quirinale ligt dicht bij het gelijknamige palazzo. Dit paleis waar nu de president van Italië woont, was eerst een residentie voor de geestelijkheid. Oorspronkelijk een villa, maar in de 16e eeuw wilden de pausen dit gebouw gebruiken. De pausen Paulus V (Bernini) en Alexander VII verbleven liever in dit paleis dan in het Vaticaan. Onder hen kreeg het paleis er een lange vleugel bij, aan de Via Pia richting het oosten. Dit was de zogenaamde manica lunga oftewel de lange mouw. Deze lange mouw wordt door sommigen aan Bernini toegeschreven. De drie verdiepingen tellende vleugel is tussen 1656 en 1659 gebouwd. Hierdoor konden de pausen vaak hun werkzaamheden voortzetten vanuit deze rustige buurt met nog enkele wijngaarden en tuinen.
Bernini ‘Zelfportret’ 1638-1640 Galleria Borghese
Vlak nadat in 1658 de fundamenten van de Sant’Andrea al Quirinale gelegd zijn, wordt er al gesproken over een architectonisch meesterwerk. Zo beschrijft zijn biograaf, Filippo Baldinucci, hoe de zoon van Gian Lorenzo, Domenico, hem toevallig in deze kerk tegenkomt. Bernini vertelt dan aan zijn zoon dat hij hier vaak komt om troost en rust te vinden bij dit werk van hem. Gian Lorenzo beschouwde deze kleine kerk als zijn beste architectonisch werk.
Als de nieuwe vleugels van het Palazzo Quirinale voltooid zijn en paus Alexander VII toestemming geeft voor de bouw van een nieuwe kerk tegenover zijn paleis biedt kardinaal Camillo Pamphili de jezuïeten vijftienduizend scudi voor de te bouwen kerk aan. De jezuïeten accepteerden dit aanbod maar al te graag. Natuurlijk stond er wel iets tegenover zo’n genereus aanbod.
Als we voor de kerk staan en ook als we naar binnen gaan, is het wapenschild van de familie Pamphili (raam en de duiven op het kapitelen van de zuilen) zowel buiten als binnen niet te overzien. Het is paus Alexander VII geweest die Bernini heeft gevraagd om voor de, tegenoverliggende buren, de jezuïeten, een kerk te ontwerpen (plattegrond Sant’Andrea al Quirinale Bernini 1658- 1676).
Ik zal ter plekke met behulp van enkele A3-tjes uitleggen hoe Bernini al ontwerpend langzaam maar zeker tot de opzet van de huidige kerk kwam. Het eerste ontwerp (links vijfhoekige plattegrond en geheel rechts de oude kerk) was totaal verschillend van de kerk die er uiteindelijk gekomen is.
Gian Lorenzo ging in zijn eerste ontwerp uit van een pentagonale (vijfhoekige) plattegrond. Het aardige is dat de verschillende ontwerptekeningen bewaard zijn gebleven. Het papier en de teksten zijn van paus Alexander VII die bevriend was met Bernini. Deze paus was zeer geïnteresseerd in zijn ontwerpen. In Bernini’s tweede ontwerp zien we een ovale plattegrond, maar nog niet de zijvleugels. De zwarte lijnen geven het ontwerp van Bernini weer terwijl de andere lijnen het gebouw uit 1566 aangeven. Rechts van de kerk met de ovale plattegrond heeft Gian Lorenzo de sacristie vereenvoudigd en verlengd. Het bestaande kloostercomplex moest hier en daar flink worden aangepakt.
Twee Lantaarns Tweede lantaarn Stucco
Het verrassende is dat Gian Lorenzo de kerk met de decoraties niet in een keer ontworpen heeft. Al bouwende veranderde hij verschillende onderdelen en voegde er een tweede lantaarn en twee concave zijvleugels voor de gevel aan toe.
Sant Andrea al Quirinale Pamphili’s Wapenschild
In zijn derde ontwerp komt Bernini op het idee een tweede lantaarn te bouwen en wel precies boven het hoofdaltaar. Als je naar binnengaat, merk je niet direct hoe klein deze kerk eigenlijk is. Door een zeer uitgekiende plattegrond en belichting gaat je oog eerst naar het hoofdaltaar. Het altaar wordt geflankeerd door gepaarde rode en gecanneleerde zuilen die opvallen door het vele licht dat erop valt.
Ook hier krijgt dat wat belangrijk is, zoals het altaar, net als in de nis van de Cornaro-kapel, veel licht. Maar zo gauw je dit hebt gezien, gaat je blik dwalen langs het ovaal. Door een handige truc heeft Bernini bereikt dat de korte as, de lijn van de ingang tot aan het hoofdaltaar, toch meer opvalt dan de lange as. Dit weet hij te bereiken door het licht wel op het hoofdaltaar te laten vallen, maar niet in de nissen rechts en links van de lange as.
Het idee van een tweede lantaarn is ontstaan onder invloed van de decoraties die nog ontworpen moesten worden. De bouw van de kerk was betrekkelijk snel voltooid. In 1658 zijn de fundamenten gelegd, in november 1659 was de ovale koepel voltooid en in 1661 waren de oculus en de lantaarn af.
Koepel Koepel en lantaarn Ramen en lantaarn
Hierna werd begonnen met de decoraties. Het duurde zestien jaar voordat de decoraties voltooid waren. Door geldgebrek en de dood van Camillo Pamphili werd de bouw sterk vertraagd. Op het plafond zijn maar liefst 138 figuren weergegeven waaronder putti, vissers, de vrienden van Andreas en natuurlijk de heilige zelf
Uit het Racconto dat de jezuïeten hebben opgetekend weten we dat Bernini nauw toezicht hield op de werkzaamheden van zijn assistenten zoals Antonio Raggi. Die was verantwoordelijk voor de figuren en Pietro Sassi decoreerde de koepel. Te lezen valt onder meer dat Bernini zelf op de steigers klom om het werk te controleren. Als een figuur hem niet beviel, paste hij die aan of liet hij na duidelijke aanwijzingen te hebben gegeven een nieuwe maken. Voor de figuur van Andreas heeft Bernini zelf een klein model gemaakt zodat zijn assistent Raggi precies wist wat hij moest doen. In het Racconto wordt nadrukkelijk vermeld dat de figuur Andreas die door het segmentvormige fronton voor het hoofdaltaar naar de hemel opstijgt de anima oftewel de ziel van de heilige Andreas is.
Achter en boven het hoofdaltaar heeft Guglielmo Cortese een groot altaarstuk van de kruisiging van Andreas geschilderd. God de Vader kijkt vanuit de lantaarn op de gekruisigde apostel neer.
Guglielmo Cortese “Martelaarschap van Andreas” 1668
Lantaarn In situ
Andreas, de broer van Petrus, is tot de kruisiging veroordeeld omdat hij het evangelie preekte. Op het moment dat diegenen die hem gevangen hadden genomen hem van het kruis wilden halen om hem te doden riep hij hen op: laat mij hangen opdat ik aan het kruis kan sterven. De mannen gaven geen gehoor aan de hartenkreet van Andreas. Zij wilden de touwen losmaken, maar zie zij ontdekten dat hun ledematen verlamd raakten en dat zij hun taak niet konden uitvoeren. Volgens het middeleeuwse verhaal van Jacobus de Voragine riep Andreas hen toe:
“Beveel mijn lichaam naar de aarde, zodat het niet meer betaamt om te ontwaken, maar laat het vrijelijk naar u [God] worden uitgerekt, een bron van vreugde die nooit faalt. En toen hij dit had gezegd, kwam er uit de hemel een groot schijnend licht, dat hem een half uur lang omgaf, op zo’n manier dat niemand hem zou zien. En toen dit licht wegging, gaf hij toe en gaf daarmee zijn geest.” Jacobus de Voragine De Leganda Aurea: Het leven van Andreas p. 104
Waarschijnlijk heeft Bernini al tekenend (deze ontwerptekeningen zijn nog bewaard gebleven) bedacht dat het wel zo aardig was om een tweede lantaarn te bouwen zodat het licht van buiten direct op het schilderij van de kruisiging van Andreas kon vallen. Boven het schilderij werd met vergulde engelen van stucwerk het licht uit de lantaarn naar het schilderij geleid. Hier zien we dus dat Bernini net als in de Cornaro-kapel weer indirect licht gebruikt om een dramatisch effect te bereiken.
In een boek van de jezuïeten uit 1662 met een verslag over de oude Sant’Andrea al Quirinale wordt uitgelegd waarom het altaarstuk met de kruisiging van Andreas zo belangrijk was voor de novicen. Het kon van de monniken in opleiding goede soldaten maken. Het boek over Geestelijke schilderijen van Louis Richeome legt uit hoe dit schilderij de novice bewust maakt dat Andreas een voorbeeld voor hem moet zijn. De geloften van deze heilige zijn als touwen die hem aan het kruis vasthouden, de ziel moet passief de wil van God ondergaan. De persoonlijke wil moet opzij gezet worden en hij moet naar de ziel luisteren, net zoals Andreas de lijdensweg van Christus volgde. De novicen zagen bij dit doek hoe de ziel het lichaam overwint en tenslotte in de hemel wordt opgenomen.
De ziel van de heilige Andreas
Bernini gebruikt alle middelen om het verhaal van Jacob de Voragine te vertellen en wel beeldhouwkunst, architectuur en schilderkunst. Als Andreas aan het kruis hangt, smeekt hij de Heer om hem van dit zware kleed te bevrijden, het lichaam dus. De Andreas als anima vertegenwoordigt voor de novice de opneming van de ziel in de hemel en de overwinning van de ziel op het lichaam.
Giovanni Battista Falda Facade detail
Giovanni Battista Falda ‘Sant’Andrea al Quirinale’ ca. 1668
Als je deze gevel vergelijkt met die van de Santa Maria della Vittoria van Maderno waar we net geweest zijn, valt op hoe groot de verschillen zijn. Hier geen rechte maar convexe en concave muren. De gevel van de Sant’Andrea al Quirinale is in 1675 door Bernini nog aangepast. De gevel bestaat uit een timpaan dat gedragen wordt door kolossale Corinthische pilasters. Een uitstekende convexe portiek die gesteund wordt door twee Ionische zuilen nodigen de bezoeker uit om de kerk te betreden.
Al van het begin af aan wilde Bernini een klein plein voor de kerk. Er mocht wel een voorhofje komen, maar de muur die dit voorhof scheidde van de Via Pia mocht van Clemens X niet worden afgebroken. Hierdoor werd de gevel van de kerk aan het zicht van de voorbijganger onttrokken. De kerk en het klooster werden aan alle vier kanten omgeven door muren. De novicen moesten aldus het Racconto worden afgeschermd tegen de liederen en andere onfatsoenlijkheden die je gewoonlijk op straat hoorde. Bernini heeft de oude sacristie, rechts naast de kerk wat groter gemaakt. Hierdoor werd het voorhof wat kleiner. Om toch een symmetrisch voorhof te krijgen plaatst Gian Lorenzo aan de linkerkant ook een muur. In deze muren zet Bernini onechte ramen tegenover de echte ramen bij de muur rechts aan het voorhofje van de sacristie. Hierdoor wordt het voorhofje volledig symmetrisch. Pas in 1676 krijgen de jezuïeten toestemming om de muur langs de Via Pia af te breken, waardoor de voorbijganger de gevel van de kerk kon zien. Op het moment dat de muur mocht worden afgebroken heeft Bernini de zijvleugels laten bouwen. Deze vleugels zijn voor het eerst te zien in zijn pauselijke tekeningen uit 1658.
Oorspronkelijk zou de gevel van de Sant’Andrea gewoon met stucwerk worden afgewerkt. Giovanni Battista stond erop dat de gevel met marmer werd bekleed want deze mocht niet teveel afsteken bij de gevel van Borromini. Het antwoord van Bernini op het verzoek van zijn geldschieter was niet alleen een gevel van marmer, maar ook een ronde uitstekende portiek met Corinthische kolossale pilasters in combinatie met Ionische zuilen.
Sant’Andrea al Quirinale Facade
Portico Entablement Onderaanzicht Detail
De schaal van de kolossale pilasters komt overeen met de steunberen aan de buitenzijde, terwijl de Ionische zuilen even groot zijn als de pilasters aan de binnenzijde van de kerk. Hierdoor wordt het exterieur met het interieur verbonden.
Bij Borromini hadden de kolossale zuilen en de kleine zuilen aan de gevel geen overeenkomst in grootte met de zuilen in de kerk.
De kolossale pilasters die Bernini voor de gevel gebruikte zijn van Michelangelo. Buonarroti paste ze voor het eerst in de geschiedenis toe bij de gevel van het Palazzo Nuovo aan het Campidoglio. De kolossale pilasters van Bernini zijn een zeer nauwkeurige kopie van die van Michelangelo. Hiermee wilde Gian Lorenzo laten zien dat hij in staat was om de architectuur uit de Renaissance in een heel andere context, en wel met gebogen muren en ovale plattegronden, toch toe te passen.
Kapel van Sint Stanislaus Kostka Tombe
Tenslotte nemen wij nog even een kijkje bij de kamer van de Heilige Stanislaus Kostka (via 7 op deze plattegrond is de kamer van Stanislaus Kostka te bereiken).
‘[…] Stanislaus op 15 augustus 1568, nog geen achttien jaar oud, overleed tijdens een visioen waarin Maria hem met een engelenkoor tegemoet kwam. Zijn kamer is een reconstructie, want de originele kamers verdwenen in 1872 toen een deel van het klooster door het ministerie van Koningszaken werd ingepalmd. In de kamer is een prachtig marmeren beeld van Sint-Stanislas te zien dat in 1703 door de Franse beeldhouwer Pierre Legros [of Pierre Le Gros Wikipedia] werd gemaakt.
De kunstenaar gebruikte vijf kleuren marmer: zachtroze voor het bed, geel voor de matras, grijswit voor de kussens, zwart voor het gewaad, wit voor de lichaamsdelen. Toen hij het beeld had voltooid, was de protestantse Legros er zo over in zijn nopjes dat hij overging tot het katholicisme. De twaalf schilderingen hier die het verhaal van Sint-Stanislas uitbeelden zijn het werk van de jezuïet Andrea Pozzo, de schilder van de unieke trompe-l’oeil in de Sant’Ignazio. Het graf van de heilige bevindt zich in de kerk onder het altaar van de tweede kapel links.’ Geciteerd uit: Luc Verhuyck ‘SPQR Anekdotisch reisgids voor Rome’ Rainbow, Amsterdam 2019 blz. 185 Meer informatie: Wikipedia
Pierre Legros ‘Stanislaus Kostka’ Hoofd Rechter hand Linker hand
We lopen nu weer terug en komen na enkele tientallen meters bij een andere beroemde kerk aan de Via XX Settembre: de San Carlo alle Quattro Fontane.
Vervolg Rome dag 4: Borromini en de San Carlo alle Quattro Fontane