Angelico, Fra en de San Marco IX
De cellen van Cosimo de Medici (noordzijde)
De dubbele cel, achtendertig en negenendertig, van Cosimo de Medici gaat in tegen alle regels van de constitutie. Volgens de voorschriften was het slaapgedeelte alleen toegankelijk voor de broeders. Er is eigenlijk, maar één mogelijke verklaring en dat is dat dit deel van het dormitorium niet bij het gesloten deel (in claustra) van het klooster hoorde.
De huidige museumbezoeker ziet tegenwoordig twee donkere cellen. Het dakraam in cel negenendertig is veel later aangebracht. Oorspronkelijk waren beide cellen echter helemaal niet donker. Een cel van Cosimo zonder raam? Ondenkbaar! De cellen hebben geen raam vanwege de aanbouw van een loggia die in de zestiende eeuw achter vier cellen werd gebouwd. De cellen achtendertig tot en met eenenveertig aan deze kant hebben geen ramen. Vóór de bouw van de dubbele loggia was hier een open terras dat achter cel negenendertig naar cel eenenveertig liep. Je had uitzicht op de noordelijke kloostertuin. Als Michelozzo de bibliotheek bouwt, een late niet geplande ingreep, trekt hij het terras door tot aan de westkant van de bibliotheek. In een travee van de bibliotheek heeft deze architect drie deuren gemaakt. De overblijfselen van het terras zijn de vloeren van opslagruimtes achter cellen acht– en negenendertig (zie plattegrond). Op het westelijke einde sloot het terras aan bij de uitstekende cel van Cosimo en de trap. Waarschijnlijk heeft in de oostwand van cel negenendertig een raam gezeten. In cel achtendertig van Cosimo heeft een deur gezeten die toegang gaf tot een terras en daarmee ook tot de bibliotheek.
Gozzoli ‘Aanbidding der koningen’ Inzoomen
In de tweede cel, waar je via een trapje vanuit de eerste cel komt, is op de achterwand een grote schildering van de Aanbidding der koningen. Dit fresco is waarschijnlijk geschilderd door de hoofdassistent in het atelier van Fra Angelico: Benozzo Gozzoli.
Onder het fresco van de Aanbidding zie je Christus als man van smarten in zijn graf en ook als Arma Christus in de wangen van de nis met roede, geselkolom en lans kortom de passiewerktuigen (voor meer informatie zie Wikipedia). In het vloertje van de nis was een kleine ronde opening naar een holle ruimte in de muur.De vorm en grootte doen denken aan de kruisiging in de kapittelzaal. Andere aspecten echter lijken meer op het hoofdaltaar in de kerk van de San Marco. In het hoofdaltaar werd de leek en dan met name de familie Medici, maar ook de monnik aangesproken. De kleine nis onder de Aanbidding in de cel van Cosimo doet denken aan het geschilderde paneeltje in Maria op de troon van het hoofdaltaar en de bewening in het midden van de predella. Het lijken wel pendanten.
Later is de holle riuimte aan de voorzijde toegankelijk gemaakt door een klein deurtje met een ronde bovenkant. De Arma Christus en de man van smarten zie je ook in het hoofdaltaar van de San Marco terug. In de predella in het midden is de man van smarten en er boven in het hoofdpaneel hebben de engelen rond de troon van Maria met haar kind de passiewerktuigen in hun handen.
De nis in de cel zit op dezelfde plek als het geschilderde paneeltje met de kruisiging in het hoofdaltaar van de San Marco. Dit zijn beroemde symbolen van de eucharistie. De eucharistie die ook werkelijk bij het altaar werd uitgevoerd. Dit alles wijst erop dat in cel negenendertig de hosties in de kleine ruimte in de muur bewaard werden. Met dit in je achterhoofd krijgen de kruisigingen in de cellen een mooie context en extra betekenis.
Angelico ‘Bewening’ predella van het hoofdaltaar van de San Marco
Hoofdaltaar (zonder predella)
Dit roept twee vragen op: waarom een tabernakel of sacramentshuis en wilden de dominicanen of Cosimo dit? Het eerste kun je uitsluiten. Bij de dominicanen was het sacramentshuis altijd en overal boven het hoofdaltaar geplaatst. Waarschijnlijk was er in cel negenendertig een altaar. Een altaar voor een leek mocht alleen maar met toestemming van de paus. Martinus V heeft hiervoor toestemming geven aan de monniken van het klooster en Cosimo. Een priester kon de mis in de cel van Cosimo of beter gezegd in de kapel opdienen. De dubbele cel is dus een cel en een altaarruimte. Eigenlijk was Cosimo, de heerser van Florence, een vierde koning als hij voor zijn altaar stond en naar de Aanbidding keek.
‘Kruisiging met Maria, Cosmas, Johannes en Peter Martyr’ Inzoomen
In cel achtendertig is een kruisiging geschilderd. De naamheilige van Cosimo is duidelijk te zien. De betekenis wordt op een ouderwetse wijze verklaard. De woorden uit de mond van Christus staan omgekeerd. Hierdoor kan God in de hemel ze lezen. Dit doet denken aan de beroemde Aankondiging die Jan van Eyck op de achterzijde van het Gentse altaarstuk schilderde. De tekst komt uit Johannes 19: 26-27 en luidt: ‘Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon.’
Benozzo Gozzoli heeft in de Aanbidding kostbare pigmenten gebruikt zoals ultramarijn blauw (lapis lazuli), groen malachiet (edelsteen) en orpiment. De naam van het mineraal orpiment is afgeleid van het Latijnse ‘auripigmentum’ ofwel goudverf dit vanwege de gouden glans van het mineraal. Wel heel anders dan de eenvoudige en goedkope pigmenten die in de andere cellen zijn toegepast. De Medici moeten heel tevreden zijn geweest met het resultaat. Piero, de zoon van Cosimo, geeft Gozzoli enige jaren later opdracht om een Aanbidding te schilderen in zijn kapel in het paleis van de Medici dicht bij de San Marco (klik hier als je het verhaal over Gozzoli en de Medici-Riccardi kapel wilt lezen).
Literatuur:
Bartz, G., Fra Angelico, Könemann, Köln 1998
Hood, W., Fra Angelico at San Marco, Yale Uninversity Press, New Haven and London 1993
Morachiello, P., ‘Fra Angelico The San Marco Frecoes’, Thames and Hudson, New York 1996
Pope-Hennessy, J., Angelico, Scala Firenze, 1981 (tekst uit 1974)
De teksten over Fra Angelico en de San Marco zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de monografie die William Hood over deze schilder en het klooster schreef.