Andrea Pisano en Lorenzo Ghiberti: Deuren van het Baptisterium II
De competitie in 1401 voor het tweede paar deuren van het Baptisterium
De eerste deur was het resultaat van een competitie, maar niet zozeer tussen kunstenaars maar tussen steden. Bonanno’s bronzen deuren uit 1186 van de kathedraal van Pisa moesten overtroffen worden. Zo was na het begin van de nieuwe Duomo in Florence de rivaal Siena ook begonnen met de bouw van een nog grotere kathedraal. In de vijftiende eeuw werd de onderlinge concurrentie tussen de steden steeds meer een strijd tussen individuele kunstenaars. Daarnaast beconcurreerden de gilden en andere organisaties elkaar ook. Terwijl het gilde van de handelaren, Arte di Calimala (gilde van wolhandelaren), de deuren voor het Baptisterium had besteld, gaf het, Arte della Lana (gilde van wolbewerkers), opdracht voor de decoraties van de Porta della Mandorla bij de Duomo.
Lorenzo Ghiberti ‘Zelfportret’ replica
In 1401 schrijft het Arte di Calimala een prijsvraag uit. De kunstenaar die het beste werkstuk wist te maken zou de opdracht voor het tweede paar deuren van het Baptisterium krijgen. Het onderwerp was het offer van Izaäk. Zo’n thema betekende dat de kunstenaar van alle markten thuis moest zijn. Hij moest niet alleen mensen kunnen weergeven, maar dieren, landschap en niet te vergeten een overtuigend verhaal in een goed leesbare vorm maken. In zijn, ‘I Commentarii’, noemt de schrijver, kunstenaar en de uiteindelijke winnaar, Lorenzo Ghiberti, zes van de zeven mededingers die aan de wedstrijd meededen: Filippo Brunelleschi, Symone da Colle (Simone da Colle), Nicholò d’Areco, Jacopo della Quercia, Francesco di Valdombrina en Nicholò Lamberti (Zie Wikipedia Engels: competitie 1401).
Brunelleschi kijkt naar zijn koepel
De jury, die een oordeel moest vellen over de inzendingen bestond uit vierendertig belangrijke Florentijnen: zij moesten een keus uit de zeven reliëfs maken. Twee reliëfs vielen direct op: één van Brunelleschi en het andere van Ghiberti. Beide reliëfs zijn nog bewaard gebleven en te zien in het Bargello, waar ze naast elkaar hangen. De andere vijf proefpanelen zijn waarschijnlijk omgesmolten. De jury koos uiteindelijk voor Lorenzo Ghiberti. Toch was er ook veel bewondering voor het werk van Brunelleschi.
Toch was er wel bewondering voor het werk van Brunelleschi als we de biograaf van de kunstenaar, Manetti, mogen geloven, want hij schrijft dat alle juryleden:
“[..] stonden versteld over de moeilijkheden die hij zichzelf had opgelegd: de houding van Abraham, de positie van diens vinger onder Izaäks kin, zijn vastberaden beweging, zijn kleding en wijze van uitbeelding, en het tengere jongenslijf van Izaäk; en de uitbeelding en draperieën van de Engel en diens houding en manier waarop hij Abrahams handgreep; en de pose en de manier van uitbeelden en de verfijndheid van de man die een doorn uit zijn voet verwijdert en ook van de andere man die vooroverbuigt en drinkt. Ze stonden verbaasd over zoveel moeilijkheden in die figuren en hoe goed die figuren in het geheel functioneerden […] Vertaald uit`: Manetti, di, A, ‘The life of Brunelleschi’, Pennsylvania State University Press, University Park and London, 1970 (regels) 277-285
De moeilijkheden waar Manetti over schrijft, worden in die tijd hogelijk gewaardeerd. Het was een manier om andere kunstenaars te overtreffen. Wat dit betreft is er al sprake van het begin van de Renaissance. Hoewel Ghiberti en ook Brunelleschi gebruik maken van voorbeelden uit de Oudheid zoals de doorntrekker en het naakte bovenlichaam van Izaäk (gebaseerd op een klassieke torso van een centaur Metropolitan, NY), is er nog niet sprake van een echte nieuwe stijl: de Renaissance.
Bij de definitieve keus voor het paneel van Ghiberti heeft waarschijnlijk ook de hoeveelheid brons een rol gespeeld. Het winnende reliëf woog, maar liefst zeven kilo minder dan dat van Brunelleschi. Dit zullen we op de dag dat we het Bargello bezoeken nog kunnen zien. Enkele originele panelen van Ghiberti’s tweede deur, de Paradijsdeur, zijn in het Museo dell’Opera del Duomo ook aan de achterkant te bekijken (zie: JSTOR). Dan kun je zien hoe handig Ghiberti zoveel brons uitspaarde. Op de gehele deur met achtentwintig panelen is een aanzienlijke besparing bereikt van een kleine tweehonderd kilo brons.
Volgens Ghiberti werd hij door alle juryleden en mededingers unaniem als beste aangewezen. Lorenzo Ghiberti beschrijft in zijn, I commentarii, de uitslag van de competitie als volgt:
Mijn concurrenten waren onder andere: Filippo di Ser Brunellesco, Symone da Colle, Nicholò d’Areco, Jacopo della Quercia uit Siena, Francesco di Valdombrina en Nicholò Lamberti. Met z’n zessen zouden we de eerder genoemde uitdaging van het offer van Izaäk aangaan om te bewijzen dat we de overgrote meerderheid van de beeldhouwkunst beheersten. Alle experts en degenen die samen met mij de uitdaging aangingen, kenden mij unaniem de overwinning toe. Zonder uitzondering werd mij de glorie toegekend (geparafraseerd). Bron: René van Stipriaan, ‘De jacht op het meesterwerk Ooggetuigen van twintig eeuwen kunstgeschiedenis’, Athenaeum-Polak&van Gennep, Amsterdam 2010 blz. 45-46
Vasari, die Donatello ten onrechte nog opvoert als één van de kunstenaars die meedeed aan de competitie, bevestigt dit voor de mededingers want:
“Filippo [Brunelleschi] en Donatello [vonden] dat alleen dat van Lorenzo voldeed, en ze waren van mening dat hij geschikter was voor dit werk dan zij of dan de anderen die een tafereel hadden ingeleverd. Dus gingen ze naar de consuls en met goede redenen overtuigden ze hen ervan dat ze hun opdracht bij Lorenzo [Ghiberti] moesten plaatsen, waarbij ze aantoonden dat zowel de publieke als de persoonlijke zaak daarbij het best zou zijn gediend; en hiermee lieten ze zien dat ze echte vrienden waren, met talent vrij van afgunst, en met een gezonde zelfkennis, [..]’ Giorgio Vasari, ‘De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, Deel1, 1992 blz. 162 (originele editie 1568).
De biograaf van Brunelleschi, Manetti, heeft echter een heel ander verhaal. Volgens Brunelleschi was er met de competitie geknoeid. Manetti schrijft dat de jury verdeeld was en geen keus kon maken tussen de twee reliëfs. Beide kunstenaars zouden de opdracht voor de deuren krijgen. Mocht Brunelleschi hier niet mee akkoord gaan dan dreigde de opdracht aan Ghiberti toegewezen te worden. Daar het rapport van de jury verloren is gegaan, zullen we nooit weten wie gelijk heeft: Ghiberti en Vasari of de biograaf van Brunelleschi.
Toch is de keuze van de jury wel begrijpelijk al was het alleen maar vanwege de flinke besparing van brons. Waarschijnlijk speelde bij de keus voor Lorenzo Ghiberti ook nog mee dat deze kunstenaar een atelier had dat als degelijk en betrouwbaar gold. Zo heeft Ghiberti zijn paneel, op de figuur van Izaäk na, in één keer gegoten. Brunelleschi heeft zijn paneel in zeven aparte delen gegoten. Het verschil in stijl zal zeker ook een belangrijke rol in de overwegingen van de juryleden hebben gespeeld.
Brunelleschi ‘Offer van Abraham’
Het paneel van Brunelleschi is duidelijk anders dan dat van zijn rivaal. Brunelleschi is opvallend realistisch. Zo gaat er een sterke dreiging uit van Abraham. Je blijft in het ongewisse of de dolk het lichaam van zijn zoon, Izaäk, zal doorboren, ondanks de hand van de engel die de arm van de vader al stevig omklemt. Heel anders dan het werk van Ghiberti waar op het eerste gezicht al duidelijk is dat de reddende engel het offer zal voorkomen. Bovendien heeft Brunelleschi zijn realisme in de ogen van de jury misschien wel wat erg ver doorgevoerd. Zo heeft hij twee figuren gemaakt, die zich absoluut niet bewust zijn van wat er zich afspeelt. De een haalt een doorn uit zijn voet (gebaseerd op een beroemd klassiek beeld), terwijl de ander vooroverbuigt en drinkt. Zelfs het schaap nabij Izaäk krabt met de achterpoot aan zijn kop. Het werk van Ghiberti daarentegen maakt een wat elegantere indruk zoals dit onder meer in de plooien van de mantel te zien is. Toch gebruikt Ghiberti ook wel realistische details zoals de beide figuren links op de voorgrond die de ezel een zadel opbinden. Opvallend is wel dat Abrahams kleed een duidelijk gotische dus meer decoratieve plooival heeft, terwijl het naakte lichaam van zijn zoon zo uit de Oudheid zou kunnen komen.
Vervolg Florence dag 3: Andrea Pisano en Lorenzo Ghiberti: Deuren van het Baptisterium III