Sant Francesco a Ripa en Bernini
We verlaten de Sint Pieter en lopen naar de wijk Trastevere door de Via della Lungara gaan zien de oude Porta Settimiana, waar we San Francesco a Ripa zullen bezoeken.
Porta Settimiana Trastevere A. Moschetti ‘Porta Settimiana’ 19e eeuw
Giuseppe Vasi ‘Porta Settimiana’ ca. 1750
Als we deze kerk binnengaan, is geheel links in de vierde travee de Cappella Paluzzi-Albertoni ook wel de Altieri-kapel of Albertoni-kapel genoemd te vinden. Hier te vinden op het internet.
Bernini laat de oude kapel slopen. Hij verdiept de kapel zodat er daglicht naar binnen kan vallen.(Wikipedia: Blessed Ludovica Albertoni).
Linkerzijbeuk in de vierde travee Ludovica Albertoni-kapel
Kapel van Ludovica Albertoni De gezegende Ludovica Albertoni
Santa Cecilia hoogaltaar Stefano Maderno ‘Santa Cecilia’
In de nabijgelegen Santa Cecilia is de het beeld van de heilige Cecilia onder het altaar. Bernini plaatst Ludovica Albertoni op het altaar.
De gezegende Ludovica Albertoni Kleimodel Victoria&Albert Museum, London
Bij dit late werk van Bernini keert hij weer terug naar zijn vroege periode toen hij opdrachten voor de Pamphili’s maakte. Ook hier net als bijvoorbeeld voor de Cornaro-kapel is het geheel een combinatie van sculptuur, schilderkunst en architectuur. Deze kapel is gebouwd om de heilige Ludovica Albertoni die in deze buurt vereerd werd te gedenken. In 1671 kreeg Bernini de opdracht en in 1674 was het werk voltooid. De kapel was er al, net als de Chigi-kapel, de structuur en de fresco’s zijn door Bernini niet veranderd. De al bestaande kapel had een vierkante plattegrond met een koepel op pendentieven die door pijlers gedragen werd.
Bernini ‘De gezegende Ludovica Albertoni’
Nieuw was dat Bernini er een altaar aan toevoegde. Achter en boven dit altaar is een sarcofaag met een bed erop waarop in heftige beroering onze heilige vrouw ligt.
B. Gaulli ‘Maria met kind en Anna’ Gaulli ‘Zelfportret’ 1639
Putti kijken naar Ludovica
Boven Ludovica is een schilderij te zien van Battista Gaulli waarop Maria met kind en de heilige Anna staan. Net buiten de vergulde houten lijst van dit schilderij heeft Bernini een aantal putti gezet. Hun blikken zijn gericht op de vrouw die op het bed ligt.
Het licht valt via ramen aan de beide zijkanten, die niet te zien zijn als je in de kapel staat, naar binnen. Bernini heeft de kapel nog vergroot om meer ruimte voor deze ramen te krijgen. De boog met cassetten omarmt als het ware het schilderij van Gaulli. Achter Ludovica is een fries te zien met granaatappels die openbarsten. Veel details zijn variaties op eerdere tekeningen bijvoorbeeld van de scala regia zoals dit te zien is bij de lijst om het schilderij.
Battista Gaulli ‘Ludovica Albertoni deelt aalmoezen uit’ ca. 1670
Ludovica Albertoni (1473-1533) was een rijke vrouw die gedwongen werd om te trouwen, maar alras weduwe werd. Zij wijdde haar leven aan de armen en trad toe tot de observanten: een orde van de franciscanen in Trastevere. Er werd beweerd dat als Ludovica tot God bad zij in de lucht zweefde. Als zij zestig is, sterft ze aan de koorts. Zij werd al direct als heilige gezien hoewel zij pas in 1671 officieel zalig wordt verklaard. De status van een door de kerk erkende heilige heeft Ludovica nooit bereikt. Kardinaal Paluzzo Paluzzi Albertoni (portret), wiens neef getrouwd was met de machtige Altieri familie, wilde Ludovica als familielid vereren. Deze kardinaal heeft haar als een gezegende persoon aangemerkt. Dit was de eerste stap op weg naar de zaligverklaring (Wikipedia).
Het beeld van de Ludovica, een laat meesterwerk van Bernini, heeft veel vragen opgeroepen. Bevindt deze gekwelde en opgewonden dame zich misschien in de klauwen van de goddelijke liefde? Haar hand bij haar borst lijkt hierop te wijzen. Als je de plooien van de draperie bekijkt, zou je denken dat zij naar de hemel wordt gedragen.
Onder het bed dat de grafkist bedekt, is nog een kleed gebeeldhouwd van kostbaar jaspis uit Sicilië. Een soortgelijk kleed zijn we bij het grafmonument van Urbanus VIII ook al tegengekomen (het kleed dat de Dood met zijn zandloper omhoog hield). Hoewel dit kleed eerst van hout is gemaakt dat beschilderd werd, is het in 1702 vervangen door het huidige kleed van jaspis. Waarschijnlijk heeft Bernini dit al direct van kwarts willen maken. In de 17e eeuw, maar ook al eerder was het zeer gebruikelijk om een lijkkist met een kleed te bedekken, waar vaak nog de insignes van de overledene op werden geplaatst. Het lijk van Ludovica ligt nog steeds in dit graf.
Om de zaligmaking officieel te bezegelen werden getuigen in deze buurt ondervraagd om te kijken of de verering van Ludovica ook werkelijk effect had. De nonnen van het convent van Tor de’Specchi waren getuigen. De zuster van Bernini zat ook bij deze orde.

Bernini ‘Zelfportret’ 1638 Galleria Borghese
De broer van Bernini, Luigi, had een jonge knaap met veel geweld verkracht achter het beeld van Constantijn in de scala regia toen die nog niet geheel voltooid was. Luigi Bernini werd uit Rome verbannen. De familie kreeg een flinke geldboete. Gianlorenzo die deze schande moest dragen bood aan om zonder betaling de Altieri-kapel te ontwerpen en te maken. Hiermee hoopte hij de schande en geldboete voor een deel teniet te doen. En inderdaad werd hierna de geldboete verlaagd en mocht Luigi in 1675 weer naar Rome terugkeren. Deze opdracht was voor Gianlorenzo dus heel bijzonder. Het was voor de diep gelovige kunstenaar een manier om vergiffenis af te smeken.
Giovanni Battista Maini ‘Saint Anna’ Altaar Gezicht
Giovanni Battista Maini heeft in de 18e eeuw de heilige Anna gebeeldhouwd voor de kerk, Sant’Andrea delle Fratte, in Rome. Maini heeft de Ludovica van Bernini als voorbeeld genomen. Hij plaatste haar zoals gebruikelijk wel onder het altaar.
Tenslotte nemen we nog even een kijkje, als de koster het tenminste toestaat, in het aangrenzende klooster waar de kloostercel van de heilige Franciscus is (eerste etage kerk en klooster). Er is in deze cel nog een portret van de heilige te zien dat vlak na zijn dood is gemaakt.
Heel bijzonder is ook een reliekhouder. Hier zijn maar liefst achttienduizend resten van heiligen in bewaard. Via een vernuftige mechaniek (zie Youtube 0.10 minuten) kun je deze resten een voor een bewonderen. Het is om hier even ene Rob te citeren: ‘een ware prijzenkast’. Klik hier voor meer informatie (video) over de kloostercel en de restauratie.
“Franciscus van Assisi kwam in 1209 naar Rome om paus Innocentius III te ontmoeten. Tijdens dit bezoek hielp de Romeinse edelvrouw Jacoba de’ Settesoli Franciscus om een verblijfplaats te vinden. Het werd het klooster-ziekenhuis van de benedictijnse monniken nabij de oevers van de rivier de Tiber.
Franciscus van Assisi was altijd dol op deze plek en verbleef hier verschillende keren tijdens zijn reizen naar Rome [de steen waarvan wordt aangenomen dat hij door Franciscus van Assisi als kussen werd gebruikt] Na de dood van de heilige en in opdracht van paus Gregorius IX, werd het benedictijnenklooster in 1229 overgedragen aan de Franciscanen.” Bron St. Franciscus in Rome- The restoration (vrij vertaald)
We lopen naar de Viale di Trastevere waar we de bus nemen of gaan gewoon te voet naar ons hotel.
Einde Rome dag 4
Begin Rome dag 5: Caravaggio intro