Museo Nazionale del Bargello III
We wijken af van het chronologische verhaal, helaas niet te vermijden en gaan terug in de tijd naar de periode vóór Michelangelo. Deze grote zaal ligt precies boven de zaal met beelden uit de zestiende eeuw waar we net vandaan kwamen. Hier staan we in de vijftiende eeuw.
Sala di Donatello (2021) Inzoomen
Aan de wand die grenst aan de binnenhof kun je de twee beroemde bronzen reliëfs zien van Brunelleschi en Ghiberti en zelf oordelen of je het eens bent met de uitspraak van de jury die Ghiberti’s werk als het beste aanwees. Dit verhaal is al uit de doeken gedaan bij het tweede paar deuren van het Baptisterium (klik hier voor het verhaal over deze reliëfs). Hetzelfde geldt voor de Sint-Joris waarvan we de replica al hebben bekeken bij de Orsanmichele (klik hier voor de Sint-Joris).
Twee Davids van Donatello in het Bargello
Donatello ‘David’ 1408 -1409 In situ
Eén van marmer en de ander van brons De marmeren David is een vroeg werk van Donatello. De David werd in augustus 1416 naar het Palazzo della Signoria vervoerd en hier opgesteld. Donatello voltooide de David op het piazza. Het beeld werd vervolgens in de Sala dell’Orologio opgesteld. De muur achter de David werd beschilderd met lelies op een blauwe ondergrond, het wapen van Florence, met de tekst: ‘Aan hen die moedig voor het vaderland streden De goden hielpen hen tegen de meest verschrikkelijke vijand.’ De David staat sinds 1874 in het Bargello.
Het gelaat van de held vertoont geen enkele emotie, de ogen zijn niet uitgewerkt, maar juist glad gebeeldhouwd.
Donatello ‘Bovenlichaam van David’
Het gezicht heeft geen individuele trekken en doet levenloos aan. Het lichaam daarentegen lijkt wel te leven zeker het bovenlichaam dat onder de dunne leren kledij goed te zien is. De krans in het haar is een amaranth dat is een symbolische bloem die staat voor de onsterfelijkheid. Dit beeld van Donatello staat wel ver af van de Bacchus van Michelangelo. Zelfs de Sint-Joris van Donatello die je rechts op de achterwand kunt zien is heel anders. Het zal duidelijk zijn dat deze David van marmer een vroeg werk is van Donatello: het werk heeft veel kenmerken van de internationale stijl.
Als je dicht bij het beeld staat, kun je zien dat er iets raars mee is gebeurd. Bij de linkerelleboog is er een nieuw stuk aangezet. De duvels waarmee dit marmerstuk op zijn plaats wordt gehouden, zijn goed zien. Er is duidelijk iets gebeurd tijdens het hakken wat niet de bedoeling was. Het is goed mogelijk dat Donatello in zijn snelheid of onoplettendheid niet gezien heeft dat deze elleboog net buiten het marmerblok viel. Zodat er niets anders overbleef om er dan maar een stuk marmer aan te zetten. Vasari vond dit soort missers maar niets. Zo merkt hij op wat er gebeurt als beeldhouwers niet de goede techniek gebruiken: ‘En hierdoor ontstaan veel fouten, die in beelden te zien zijn. Omdat de kunstenaar de wens heeft de vrijstaande figuur in één keer uit het blok te zien, ontdekt men vaak een fout, die men niet kan herstellen zonder er stukken aan toe te voegen – zoals we gezien hebben, dat veel moderne kunstenaars dit plegen –en dit lapwerk is de gewoonte van ketellappers en niet van vakmensen of uitnemende meesters.’
Snelheid was iets waar Donatello bekend om stond en dan niet zozeer in positieve zin. Geen andere vijftiende-eeuwse kunstenaar is hiervoor zo vaak geprezen of juist verguisd, zijn werk zou slecht uitgevoerd zijn. Vasari beschrijft het beeldhouw proces als het wegwerken van de sporen van de beitels als: ‘na de beitel, de rasp en puimsteen, Tripoli aarde, en tenslotte stro zodat het voltooide en glimmende [beeld] voor ons verschijnt.’ Dit nu is bij dit beeld zeker het geval. Wat dit betreft heeft Donatello zich wel netjes gehouden aan het advies van Vasari zoals je aan het gepolijste oppervlak van het marmer kunt zien.
Donatello’s David van brons in het Bargello
De bronzen David is Donatello’s bekendste beeld en is waarschijnlijk rond 1440 gemaakt. De jonge David staat er ontspannen bij en is in zichzelf gekeerd, terwijl hij toch net een strijd op leven en dood heeft gevoerd met de grote Filistijn Goliath en zijn hoofd heeft afgehakt. Niets in zijn gezicht wijst op een gemoedstoestand die je zou verwachten na zo’n gruwelijk gevecht op leven en dood.
Het beeld stond oorspronkelijk in de binnenhof van het Palazzo van de Medici in de linkernis naast de deur die naar de trap leidt. In 1495, na de dood van Lorenzo en de verdrijving van zijn zoon Piero uit Florence, is het beeld verhuisd naar het Palazzo della Signoria. Het beeld (158 cm hoog) stond oorspronkelijk op een hoogte tussen de 1,8 en 2,4 meter op een zuil van gekleurd marmer. Vasari beschrijft in ‘Het leven van Desiderio da Settignano,’ dat deze kunstenaar in zijn jeugd het voetstuk voor Donatello’s David gemaakt heeft. De huidige opstelling is in ieder geval duidelijk te laag, waardoor het beeld niet overkomt zoals het bedoeld is. Hoog op de oorspronkelijke zuil is het gezicht van David goed te zien en kijkt David naar de toeschouwer beneden hem.
Door een blikseminslag in 1511 werd een bronzen riem beschadigd en brak een van de vier bladeren af. De eerste vinger van de rechterhand is afgebroken evenals een deel van het zwaard bij deze vinger. Ook is een deel van de hoedrand, rechts, door de bliksem getroffen en verdwenen. In het basement dat door een krans wordt omgeven zijn drie gaten te vinden die waarschijnlijk voor nog een attribuut hebben gediend, misschien een slinger of een steen die apart gegoten is. Het beeld is nu niet meer compleet, want de pluim op de hoed is weg evenals de veer op het hoofd van Goliath. Het reliëf op de helm van Goliath zou gebaseerd zijn op een cameo die in bezit was van paus Paulus II en later in handen kwam van Lorenzo il Magnifico. Dit is echter niet juist; deze afbeelding is een vrije inventie in de stijl van de antieken en stelt waarschijnlijk de triomf van de trots voor, aldus Pope-Hennessy.
Dit beeld is het eerste vrijstaande en bijna levensgrote bronzen naakte beeld sinds meer dan duizend jaar maar er is niets bescheidens aan de houding van David te zien. David balanceert ontspannen: de ene voet op het afgehakte hoofd van Goliath en de andere op de vleugels van de helm, zijn heupen en buik naar voren stekend. Vasari vond het zo levendig dat hij het maar moeilijk vond om niet te geloven, net als andere kunstenaars, dat het beeld naar een mal van een levend lichaam gemaakt was.
Donatello ‘David’ verguld replica
De hoed en de laarzen van David versterken zijn naaktheid, die sensueel aandoet onder andere door het donkere fijn afgewerkte brons waarop het licht weerkaatst. De marmeren David van Donatello draagt wel kleding, maar de bronzen niet. Toch is deze naaktheid wel degelijk gebaseerd op het boek van Samuël uit het Oude Testament. David die eerst door Saul in de wapenrok was geholpen, reageerde zoals beschreven in Samuël 17: 39-40 als volgt: ‘Toen zeide David tot Saul: Ik kan hierin niet lopen, want ik heb het nog nooit beproefd. Daarop ontdeed David zich ervan, nam zijn staf in de hand, zocht zich vijf gladde stenen uit de beekbedding en deed ze in de herderstas, die hij bij zich had […]’ Eén van deze stenen heeft de bronzen David in zijn linkerhand.
De marmeren David in dezelfde zaal van het Bargello is gekleed, hij heeft zijn kin iets omhoog, de slinger en de steen die zich in het hoofd van Goliath boorde zijn ook te zien bij zijn voeten. Het gebogen hoofd van de bronzen David wekt de indruk van bescheidenheid. De marmeren David is ook in zichzelf gekeerd, maar de bronzen David kijkt naar beneden alsof ook hij peinst over wat er gebeurd is.
De David is niet zozeer een verhalend figuur, maar bovenal een symbool waarmee Florence zich vereenzelvigde. David wordt als een werktuig van God gezien die de vijand van het Joodse volk weerstaat zoals Florence zijn tegenstanders zal bedwingen. Iets wat we nog zullen tegenkomen als we de eveneens beroemde David van Michelangelo bespreken.
Volgens de schrijver, Phillip Fehl, heeft Donatello hier niet alleen de jonge David afgebeeld, maar ook de oudere David, die dichtte, muziek maakte en psalmen schreef. Deze interpretatie is gebaseerd op de lauwerkrans bij zijn hoed. Zo’n krans werd ook aan dichters gegeven. Deze these zou zeer wel kunnen kloppen gezien de kringen van de Medici voor wie dit beeld gemaakt is.
David heeft duidelijk vrouwelijke trekjes waardoor hij een enigszins androgyne en sensuele indruk maakt. De sensualiteit wordt nog versterkt omdat de blik van David eigenlijk weinig zegt zodat je al snel naar zijn lichaam kijkt. Om het beeld te begrijpen moet je met je ogen wel op zoek gaan naar andere elementen die een verklaring kunnen geven. Hierbij stuit je onvermijdelijk op het naakte lichaam. Opvallend is de veer die langs het rechterbeen te zien is. Het androgyne karakter van het beeld wordt door sommigen, waaronder Janson, die een monografie over Donatello heeft geschreven, in verband gebracht met de homoseksuele geaardheid van de kunstenaar (De seksuele geaardheid zegt volgens Pope-Hennessy niets over de intenties van de kunstenaar; Janson gaat vrij uitgebreid in op de vermeende homoseksualiteit van Donatello: Pope-Hennessy, J., ‘Italian Renaissance Sculpture’ volume II, Phaidon, London 1996 (2000 paperback edition) 354; Janson, H.W., ‘The Sculpture of Donatello’, Princeton University Press, Princeton/New Jersey 1963 85-86).
Het beeld heeft, naast een frontaal aanzicht, nog drie kanten waarop je een mooi zicht hebt als je er omheen loopt. Bij al deze gezichtshoeken (rechts van het beeld, maar ook bij de achterzijde) is sprake van een middenas met rechts en links ervan uitstekende armen, een been of een zwaard die samen compositorisch een uitgebalanceerd geheel vormen. Dit is precies in overeenstemming met de ideeën die Alberti later in zijn boek, ‘De Statua,’ ventileerde.
Raffaello Romanelli ‘Buste van Benvenuto Cellini’ 1901
De David is in delen gegoten en is vrij dun, het beeld heeft heel wat scheurtjes en barstjes. De hoed en het hoofd zijn apart gegoten. Het brons is sterk gepolijst en zo glad als een spiegel. Als je goed kijkt, zie je dat niet alleen bij het hakken van marmer fouten worden gemaakt, maar ook bij het gieten van brons. De beeldhouwer Cellini schrijft in zijn autobiografie nog kritisch over het werk van Donatello want: ‘Ik wist dat de vermaarde Donatello Florentijnse klei had gebruikt bij het gieten van zijn beelden in brons, maar ik had de indruk dat hij daarmee grote moeilijkheden had ondervonden en in de veronderstelling dat dit het gevolg was van een gebrek in de klei, wilde ik alvorens aan het gieten van mijn Perseus [Teg: een beeld dat we nog zullen bekijken] te beginnen daarmee eerst proeven doen. Daarbij bleek me dat de klei uitstekend was en dus moest de vermaarde Donatello deze waarschijnlijk niet goed hebben behandeld, daar ik kon zien dat hij met het gieten de grootste moeite had gehad.’ Benvenuto Cellini, ‘Het leven van Benvenuto Cellini’, Querido, Amsterdam 1969 (voor het eerst in 1728 in druk verschenen, eind 16e eeuw geschreven) blz. 343
Een ontbrekende tweede knokkel
Niet alleen voor een zestiende-eeuwse beeldhouwer als Cellini, maar zelfs voor een leek zijn de gietfouten bij de bronzen David duidelijk te herkennen. Zo is onder de kin van David een gaatje te zien. Verder zijn er in de bovenbenen herstelplekken te vinden. De verbinding van het basement en de kop van Goliath is ook al verre van perfect en in de heup van David is inlegwerk gebruikt. Wat moeilijker te zien is de gietfout bij de hand die het zwaard vasthoudt. Als je deze hand van dichtbij bekijkt, zul je ontdekken dat er bij de rechterwijsvinger onder geen tweede knokkel te vinden is.
We bevinden ons nog steeds in de vijftiende eeuw, zij het in het laatste kwart ervan. We hebben al een werk van de kunstenaar, Verrocchio, bekeken bij de Orsanmichele. In het midden van de zaal zie je opnieuw een jonge David staan.194 De Medici hebben Verrocchio de opdracht gegeven een bronzen David te maken. In 1494 als de Medici uit Florence worden verdreven, wordt de David van Verrocchio vermeld op een inventarislijst. Het werk moest nog wel betaald worden, terwijl Lorenzo en Giuliano het beeld al voor 150 florijnen aan de Signoria verkocht hadden. Waarschijnlijk is in dit museum dit beeld tussen 1469-1470 gemaakt. De porfieren zuil waarop David staat in dit museum is dezelfde zuil die het beeld kreeg toen het in het Palazzo Vecchio werd geplaatst bij trap die leidt naar de Sala dell’Orologio.
Two Davids: Verrocchio and Donatello De andere kant van Verrocchio’s David
Verrocchio’s David is qua stijl en grootte heel anders dan de David van Donatello.
Andrea del Verrocchio ‘David’ ca. 1474 Het gezicht van David
De David waar je nu voor staat, is niet levensgroot noch naakt. Toch is, ondanks de wapenrok die David draagt, het lichaam eronder nog goed te zien is. Donatello’s David is in zichzelf gekeerd en heel anders dan het gezicht dat Verrocchio zijn David meegaf. Hier zien we een onbezorgde, ja zelfs ontspannen uitdrukking zoals zijn glimlach al verraadt. De kop van Goliath is niet zo gruwelijk als die bij de David van Donatello. De wijze waarop de jonge knaap door Andrea hier wordt weergegeven, verschilt nogal van de Bacchus van Buonarroti. Verrocchio idealiseert sterk en de jongeman ziet er gracieus uit. Net als bij de bronzen David van Donatello die we hiervoor hebben gezien, is ook hier niet te zien dat er een strijd op leven en dood is geweest.
Alleen het afgehakte hoofd van Goliath maakt duidelijk dat we te maken hebben met David die net de grote Goliath verslagen heeft. De David van Verrocchio is anders dan die van Donatello wel bedoeld om op ooghoogte te zien.
Andrea del Verrocchio ‘David’ Gezicht van Goliath
Als je om de David heenloopt, ontdek je dat het beeld altijd overtuigend overkomt uit welke hoek je dit beeld ook bekijkt. Blijkbaar was Verrocchio zich er heel goed van bewust dat de kijker om dit beeld kon lopen. Dit ziet er wel heel anders dan wat we zijn tegengekomen bij de nissen van de Orsanmichele, de Campanile of de gevel van de Duomo.
Deze David is wel minder origineel dan die van Donatello, maar had aanzienlijk meer invloed. De sierlijke jongen met zijn resolute blik vanonder zijn haardos werd bijna een prototype voor de late vijftiende en zestiende eeuw.
Hoewel in deze zaal nog het nodige werk van Donatello te zien is, gaan we nu naar de bovenste verdieping. We kunnen nu eenmaal niet alles bekijken en behandelen. Als we de trap opgaan, lopen we eerst naar de zaal van Andrea del Verrocchio.
Andrea del Verrocchio ‘Dame met bloemen’ 1475 – 1480 Achterzijde
We werpen nog een blik op een buste van Andrea del Verrocchio, genaamd: Portret van een vrouw.
Leonardo da Vinci ‘Ginevra de’ Benci’ 1471 – 1478
Andrea del Verrocchio ‘Portret van een vrouw ‘ Inzoomen
Waarschijnlijk komt dit beeld uit de collectie van de Medici, hoewel het niet voorkomt op de inventarislijst uit 1494. Deze lijst werd opgesteld toen de Medici uit Florence werden verdreven. De identiteit van de vrouw is niet bekend. Haar gezicht lijkt op het schilderij dat Leonardo da Vinci maakte van Ginevra de’ Benci. Als jonge kunstenaar in opleiding werkte Leonardo in het atelier van Andrea del Verrocchio. De manier waarop de handen zijn uitgehouwen is zo naturalistisch dat het waarschijnlijk is dat Verrocchio beïnvloed is door Leonardo da Vinci.
Bernini ‘Costanza Bonarelli’ jaren 1630 Zijkant
We werpen nog even een blik op de portretbuste die Gianlorenzo Bernini van zijn grote liefde, Costanza Bonarelli, maakte. De paus Urbanus VIII (Caravaggio) zag in hem een nieuwe Michelangelo en wilde hem ook de narthex van de Sint Pieter laten schilderen. Bernini heeft op advies van Urbanus VIII maar liefst honderdvijftig schilderijen gemaakt, waarvan we enkele nog in de Villa Borghese bekeken hebben. Toch vond Gianlorenzo zich niet goed genoeg als schilder. Urbanus VIII was bang dat de ongetrouwde Bernini zou overlijden aan de ziekte nummer één van die tijd: de Franse ziekte. Hij raadde hem daarom aan te trouwen. Bernini antwoordde de paus op zijn verzoek met: ‘mijn beelden zijn mijn kinderen’. Uiteindelijk trouwde hij toch met Caterinia Tezio. Zij krijgen elf kinderen. Voor het huwelijk had hij van zijn minnares, Costanza Bonarelli, de vrouw van een van zijn assistenten, een intieme portretbuste gemaakt.
Bernini ‘Costanza Bonarelli’ jaren 1630 Inzoomen
Hij had haar gezicht wel vaker gebruikt. De wijze waarop Gianlorenzo zijn geliefde portretteert, is uniek voor de 17e eeuw. Bernini heeft de buste uitsluitend voor zichzelf gehakt. Van een heroïsche of belangrijke kop is hier geen sprake. Allerlei details zijn voor die tijd van een ongekend realisme. Zo is haar blouse deels geopend, zij kijkt je aan als een volkse vrouw alsof je haar toevallig tegenkomt. Haar achterover gekamde haren zijn ongewassen. Voordat Bernini naar een groot huis nabij het Piazza Spada verhuisde, bracht hij het beeld van Costanza gauw naar zijn vriend die het voor hem bewaarde. Tegenwoordig is dit portretbeeld in Florence in het Bargello te zien.
Op onze weg naar beneden zullen we nog even een bronzen model van Giambologna bekijken dat hij maakte voor het marmeren beeld: ‘de roof van de Sabijnse maagd’, maar over dit beeld meer als we naar de Loggia dei Lanzi gaan om de levensgrote marmeren versie te bekijken. Natuurlijk kijken we ook even naar een kleimodel en een bronzen model die Cellini maakte voor zijn Perseus en naar de originele beelden die in de nissen van de sokkel van Perseus (Wikipedia) geplaatst zij als we de beelden bij het Piazza della Signoria bekijken, zullen we die nader bespreken. We verlaten dit museum en lopen richting het noorden naar de Accademia.
Vervolg Florence dag 4: Michelangelo’s beelden in de Accademia I