Cellini ‘Perseus en Medusa’
Cellini ‘Perseus en Medusa‘ 1545 – 1554
In augustus 1545 krijgt Cellini de opdracht voor een Perseus van brons. Perseus, een halfgod, werd beschouwd als de stichter van de Medici familie. Het onthoofden van Medusa laat zich makkelijk vergelijken met de wijze waarop hertog Cosimo zijn tegenstanders uitschakelde. Het bewind onder deze hertog was buitengewoon streng en er rolden heel wat koppen waaronder die van leden van belangrijke families. Voor Benvenuto Cellini was deze opdracht een uitgelezen kans. Hij kon zich nu immers meten met de grootste beeldhouwers uit het quattrocento en cinquecento: Donatello en Michelangelo. Tevens kon hij laten zien dat zijn tijdgenoot Bandinelli met zijn Hercules en Cacus ver beneden zijn niveau stond. Op het moment dat Cellini de opdracht voor Perseus kreeg, stond de Judit en Holofernes van Donatello bij de westelijke boog van de Loggia dei Lanzi. Michelangelo’s David was links van de ingang op de ringhiera (verhoogd podium dat later is afgebroken) te vinden en rechts ervan ook op het podium stond de Hercules en Cacus. De Marzocco uit de dertiende eeuw stond geheel links op de ringhiera.
Cellini versus Bandinelli
Cellini’s en Bandinelli’s beelden in situ
De verhouding tussen Benvenuto Cellini en Baccio Bandinelli was vriendelijk geformuleerd niet zo best. In zijn autobiografie verhaalt Cellini gretig en uitgebreid over elke gebeurtenis waarbij Bandinelli een nederlaag moest incasseren. Als Benvenuto in 1545 naar Florence terugkeert, ontdekt hij dat Baccio dé beeldhouwer in Florence is geworden. Cellini wordt daarmee natuurlijk de grote uitdager en concurrent van Bandinelli. Benvenuto: ‘Ik ben velen [kunstenaars] voorbijgestreefd en op een niveau aangekomen waarbij er nog maar één beter is dan ik.’ Dit was natuurlijk Michelangelo Buonarroti. Benvenuto noemt Baccio een grote stomkop. In zijn boek schrijft Cellini, als hij voor de hertog Cosimo aan zijn Perseus werkt, onder andere over Bandinelli: ‘Uit razende afgunst blies Bandinelli echter de godganse dag de oren van zijne hoogheid vol met verhalen dat ik wel enkele beelden afzonderlijk kon gieten, maar dat het me nooit zou gelukken de groep [Perseus en Medusa] in elkaar te zetten daar ik een nieuweling in dat vak was; zijne hoogheid moest dus goed oppassen zijn geld niet weg te gooien.’
Cellini heeft zichzelf ook afgebeeld en wel op de achterzijde van Perseus. Bandinelli’s influisteringen hebben wel indruk gemaakt op Cosimo, want ‘de hertog die dikwijls naar de Medusa was komen kijken was doodsbang dat het gieten me niet zou gelukken en wilde daarom dat ik er een vakman bij zou halen om het beeld voor mij te gieten.’ (Cellini 278) Natuurlijk liet ook Benvenuto zich niet onbetuigd als het over de kunstenaar Baccio Bandinelli ging zoals we in zijn autobiografie kunnen lezen:
“Bandinello gebruikte voor zijn Hercules en Cacus afkomstig was uit de groeve van onze onvergelijkbare Michel Agnolo Buonarroti. Hij had het model gemaakt voor een Samson met vier figuren, wat het mooiste meesterwerk ter wereld zou zijn geweest; maar uw Bandinello maakte er slechts twee figuren van, beide slecht uitgevoerd en op de slechtst mogelijke manier geklungeld. Daarom roept onze school nog steeds uit tegen het grote onrecht dat dat prachtige blok is aangedaan. Ik geloof dat er meer dan duizend sonnetten zijn geschreven om die verfoeilijke prestatie te veroordelen, en ik weet dat uw zeer illustere Excellentie zich dat feit zeer goed herinnert. Daarom, mijn machtige prins, gezien hoe degenen aan wie dat werk was toevertrouwd, bij gebrek aan smaak en wijsheid, het marmer van Michel Agnolo van hem afnamen en aan Bandinello gaven, die het bedierf op de manier die de hele wereld kent, oh! zult u toelaten dat dit veel prachtiger blok, hoewel het toebehoort aan Bandinello, in handen blijft van die man die het niet kan laten om het te verminken, in plaats van het aan een getalenteerde kunstenaar te geven die het recht kan laten wedervaren?” Vertaald uit: Cellini, Benvenuto ‘The Autobiography of Benvenuto Cellini’ 1500-1571 (translator Symonds, John Addington) Gutenberg Part II XCIX
Donatello’s Judith stond toen in de Loggia dei Lanzi op de plek waar nu de Sabijnse Maagdenroof van Giambologna te zien is. Perseus is zo ontworpen dat het beeld in de bogen van de Loggia dei Lanzi past.
Loggia dei Lanzi Enrico FanFani ‘De morgen van 27 April 1859’
Friedrich Wilhelm Moritz ‘Loggia dei Lanzi in Florence’ 1827
Twee modellen van Perseus
Cellini ‘Perseus’ model, 1540s Voorzijde Wasmodel
We hebben in het Bargello al even twee modellen bekeken, één van was en de ander van brons, die Cellini maakte voor zijn Perseus. In het wasmodel is te zien dat Cellini’s ontwerp van Perseus duidelijk gebaseerd is op de Judit en Holofernes van Donatello. Beide helden staan met opgeheven arm en het slachtoffer beneden hen, hoewel hier een kussen nog niet is te zien in het model van was. Dit wasmodel overtuigde Cosimo en hij gaf, nadat hij dit model gezien had, Cellini de opdracht voor een bronzen beeld van Perseus. Hierbij sprak de hertog: ‘Mijn beste Benvenuto, als je dit kleine modelletje precies zo op grote schaal kunt uitvoeren zal het ’t mooiste beeld van het plein worden.’ (Cellini)
De Perseus werd door tijdgenoten bewonderd. Benvenuto schrijft er zelf het volgende over: ‘Wat me evenwel de grootste voldoening schonk en tevens hoop op gunstbetoon van de hertog, was dat kunstenaars, beeldhouwers zowel als schilders, wedijverden wie mijn werk de hoogste lof zou toezwaaien.’ (Cellini)
Cellini ‘Perseus en Medusa’ Achterzijde in situ
Hierna maakte Cellini een gipsmodel van Perseus op ware grootte, maar de kunstenaar besloot dit niet te gebruiken, want het was veel te omslachtig en zou teveel tijd kosten. Vervolgens (Medusa en Perseus zijn apart gegoten) begon hij ‘met de figuur van de Medusa en maakte daarvoor een armatuur van ijzer; hierover modelleerde ik de figuur in klei en toen ik daarmee klaar was, bakte ik dit model. Als enige hulp had ik een paar leerjongetjes, van wie één, een zoontje van een lichtekooi, La Gambetta genaamd, bijzonder mooi was. Ik gebruikte dat jongetje ook als model, want de Natuur is het enige boek waaruit we de kunst kunnen leren. (Cellini)
Het gieten van Perseus: een uiterst riskante onderneming
De Perseus is voor die tijd het meest complexe beeld ooit gegoten. Donatello had zijn Lodewijk van Toulouse in maar liefst elf delen gegoten. Het was niet voor niets dat de opdrachtgever, de hertog Cosimo, Benvenuto aanraadde om er een vakman bij te halen. Tijdens het gieten zou het brons vast afkoelen zodat in de lager gelegen delen zoals de benen of voeten het brons niet zou doordringen. Cellini gaf de vorst te kennen dat hij wel degelijk zou slagen, maar dat er bij de voeten van Perseus misschien wel een probleem zou kunnen ontstaan. Vergeet niet dat men in die tijd de temperatuur van brons nog niet zo hoog kon krijgen dat stollingen bijna niet voor kwamen. Cellini gebruikte voor het gieten de directe (of verloren was) methode. Dit gaat als volgt:
1. Eerst wordt de binnenste kern (het model) gemaakt iets kleiner dan het beeld. De samenstelling van deze kern wisselde en kon uit klei – vermengd met stukken stof, doeken, haar, urine en paardenmest – bestaan. Belangrijk is dat deze kern niet barst of scheurt terwijl hij droogt en toch gemakkelijk te modelleren is. Bovendien moet de kern poreus genoeg zijn om de gassen die bij het smelten van het metaal vrijkomen in zich op te nemen.
2. Over de binnenste kern komt een laag was, precies zo dik als het beeld moet worden. Benvenuto spreekt in zijn boek over een halve vinger dik. De waslaag wordt verfijnd gemodelleerd. Deze laag smelt bij het gieten van het brons.
3. De derde en buitenste laag is van zeer fijne klei, bijna vloeibaar en wordt met lagen op de waslaag opgebracht en er als het ware ‘in geborsteld’, laag na laag zodat deze laatste laag dikker en ruwer wordt. Vervolgens worden er verschillende dunne stokken of twijgen door de buitenste mantel tot in de binnenste kern gestoken, om te voorkomen dat er tijdens het gieten iets gaat glijden en de buitenste mantel tegen de binnenste gaat schuiven.
Martin Desjardins ‘Louis XIV on horseback’ 1652 – 1694
4. Tenslotte worden er dunne luchtkanalen gemaakt voor de afvoer van gas en warme lucht, maar ook om de was weg te laten vloeien. Aan de bovenzijde komt de gietkop en hierin wordt het gloeiende en vloeibare brons gegoten. De buitenste mantel wordt verhit zodat de was langzaam smelt. Te snelle verhitting van was veroorzaakt brand waardoor de details verdwijnen. Het brons, een mengsel van koper, tin, lood en wat zink wordt dan via een gietkop in de hete mal gegoten. Als de buitenste mantel wordt weggehaald komt het beeld er nogal ruw uit. De gietkop en de luchtkanalen moeten eerst verwijderd worden en vervolgens moet er nog flink aan het ruwe gietmodel gewerkt moet worden. Dit is nog te zien bij een beeldje (56 cm) van een ruiter te paard uit de zeventiende eeuw van de Nederlandse beeldhouwer Martin van den Bogaert (ook bekend onder Desjardins).
Benvenuto Cellini gaat in zijn boek uitgebreid in op het gieten van Perseus waarbij eerst alles mis leek te gaan. In de nacht nadat het brons in de mal gegoten was en hij was gaan slapen, werd Cellini ruw gewekt met de kreten:
“O Benvenuto! jouw standbeeld is bedorven, en er is absoluut geen hoop om het te redden.” Nauwelijks had ik de schreeuw van die ellendeling gehoord of ik slaakte een huil die vanaf de sfeer van vuur gehoord had kunnen worden. Springend uit mijn bed greep ik mijn kleren en begon me aan te kleden. De dienstmeisjes, mijn jongens en iedereen die om me heen kwam om me te helpen, kregen schoppen of vuistslagen, terwijl ik bleef roepen in jammerklacht: “Ah! verraders! afgunstigen! Dit is een daad van verraad, bedreven met voorbedachten rade! Maar ik zweer bij God dat ik het tot op de bodem zal uitzoeken, en voordat ik sterf, zoveel getuigen aan de wereld zal nalaten van wat ik kan doen, dat een twintigtal stervelingen zich zullen verwonderen.” […] “Ik ging meteen naar de oven om deze te inspecteren en ontdekte dat het metaal helemaal gestold was; een ongeluk dat we uitdrukken als “gestold zijn.” Ik vertelde twee van de werknemers om de weg over te steken en bij de slager Capretta een lading jong eikenhout te halen, dat meer dan een jaar droog had gelegen; dit hout was eerder aan mij aangeboden door Madame Ginevra, de vrouw van voornoemde Capretta. Zodra de eerste armen vol arriveerden, begon ik de rooster onder de oven te vullen. Nu verwarmt eikenhout van dat soort krachtiger dan enige andere boomsoort; en om deze reden, waar een langzaam vuur gewenst is, zoals bij een wapensmid, wordt els of den verkozen. Dienovereenkomstig, toen de stammen vlam vatten, oh! hoe begon de gestolde massa onder die vreselijke hitte te bewegen, te gloeien en te fonkelen in een vuurzee! Tegelijkertijd bleef ik de kanalen roeren en stuurde ik mannen het dak op om de brand te stoppen, die kracht had verzameld door de toegenomen verbranding in de oven; ook liet ik planken, tapijten en andere ophangingen tegen de tuin plaatsen om ons te beschermen tegen de hevigheid van de regen.” Vertaald uit: Cellini, Benvenuto ‘The Autobiography of Benvenuto Cellini’ 1500-1571 (translator Symonds, John Addington) Gutenberg Part II LXXVI
En ja hoor, de klomp begon aldus Cellini inderdaad te smelten, maar helaas de bronslegering was niet goed en
Hoofd van Perseus Achterzijde hoofd van Perseus
“Plotseling vond een explosie plaats, vergezeld van een enorme flits van vlammen, alsof een bliksemschicht was ontstaan en tussen ons was afgevuurd. Ongekende en ontzagwekkende angst verbaasde iedereen, en mijzelf nog meer dan de rest. Toen het lawaai voorbij was en het verblindende licht was gedoofd, begonnen we elkaar aan te kijken. Toen ontdekte ik dat de kap van de oven was ontploft en het brons borrelde over vanaf de bron eronder. Dus liet ik onmiddellijk de monden van mijn vorm openen en dreef tegelijkertijd de twee pluggen in die het gesmolten metaal tegenhielden. Maar ik merkte op dat het niet zo snel stroomde als normaal, waarschijnlijk omdat de felle hitte van het vuur dat we hadden aangestoken, de basislegering had verbruikt. Daarom liet ik al mijn tinnen borden, schalen en gerechten, ongeveer tweehonderd stuks, halen en liet een deel ervan een voor een in de kanalen gieten, de rest in de oven. Dit middel slaagde, en iedereen kon nu zien dat mijn brons in de meest perfecte vloeibaarheid verkeerde en mijn vorm werd gevuld. Hierop hielpen en gehoorzaamden allen met opgewektheid en vreugde mijn bevelen, terwijl ik, nu hier, dan daar, bevelen gaf, met mijn eigen handen hielp en luid riep: “O God! Gij die door Uw onmetelijke kracht uit de dood opstond en in Uw heerlijkheid ten hemel voer! Vertaald uit: Cellini, Benvenuto ‘The Autobiography of Benvenuto Cellini’ 1500-1571 (translator Symonds, John Addington) Gutenberg Part II LXXVII
De figuur Perseus kwam er bijna in zijn geheel uit op een deel van de rechtervoet na.
Perseus: een beeld met een oneindig aantal kanten?
Er is aldus Pope-Hennessy een wijd verbreide misvatting dat de Perseus een kinetisch kunstwerk is (Pope-Hennessy Volume III 133). Het beeld zou een oneindig aantal gezichtshoeken hebben, die elk even fantastisch zijn. Dit lijkt te worden bevestigd door een gedicht van Benvenuto waarin hij schrijft over een beeld met duizend gezichtshoeken. Toch ziet Cellini dit zelf heel anders. Zo schrijft hij in een brief uit 1549 dat: ‘[…] de kunst van het beeldhouwen is zeven keer zo groot als elke andere kunst die van een ontwerp afhangt, want een sculptuur moet acht gezichtshoeken hebben en die moeten allen even mooi zijn.’Cellini schrijft zelf ook over de meerdere kanten van een beeld. Als Cosimo I met het model van de Neptunusfontein geconfronteerd wordt, vermeldt hij in zijn boek: ‘liep eromheen, en bleef staan op de vier gezichtspunten, precies zoals een bij uitstek ervaren kunstkenner dit zou hebben gedaan. (Cellini) Net als de Judit van Donatello staat ook Perseus op een vierkante basis: het kussen en zo zijn er vier gezichtshoeken.
De sokkel van Perseus
Voor elk van de vier nissen van het hoge voetstuk maakte Cellini figuren die veel te maken hadden met de legende van Perseus: Jupiter de vader van Perseus en Athena, Mercurius die Perseus beschermden tijdens zijn zoektocht naar Medusa en Danaë de moeder van Perseus en Minerva. De originele beelden voor de nissen van de sokkel hebben we al even bekeken in het Bargello.
Bargello Museum:
Mercurius 96 cm Sokkel
Minerva 89 cm Sokkel
Danaë en zoon Perseus 84 cm Sokkel
Agnolo Bronzino ‘Eleonor van Toledo en haar zoon’ 1545
Elonora’s gezicht Uffizi
Het lukt Cellini toch deze beelden in de nissen van de sokkel te plaatsen. Hij deed dit op het moment dat Eleonora even niet in Florence was. De hertogin Eleonora was zo onder de indruk van de beelden dat ze deze in haar paleis wilde zetten.
Perseus, het lichaam van Medusa en de figuren in de nissen van de sokkel zijn goed op elkaar afgestemd.
Op het reliëf aan de voorzijde is, hoe kan het ook anders, wederom de held Perseus te zien. Hij duikt in volle vaart met opgeheven zwaard uit de lucht naar beneden om de arme prinses Andromeda te redden. Zij dreigt net door een akelig zeemonster te worden verslonden.
Reliëf ‘Perseus redt prinses Andromeda’ In situ
We bekijken nu het beeld dat geheel rechts in de Loggia dei Lanzi te vinden is van een beeldhouwer uit Vlaanderen die een succesvolle kunstenaar in Italië zou worden. Het model van deze Vlaming hebben we al in de Accademia bekeken.
Loggia dei Lanzi en Giambologna’s Ontvoering van de Sabijnse vrouwen
Vervolg Florence dag 4: Giambologna en zijn ‘Sabijnse Maagdenroof’