Angelico, Fra en de San Marco X
De twee Maria’s in de gangen van het dormitorium
In de oostelijke gang op de wand tegenover cel zes is een Maria met kind en heiligen geschilderd. In het noorden zie je als je vanuit de trap de gang betreedt een Aankondiging. In Fiesole in het klooster van de San Domenico was aan het einde van de trap ook een fresco met Maria en haar Kind.
Fra Angelico (?) ‘Maria met kind, Dominicus en Thomas van Aquino’ Fiesole
Dag en nacht moesten er bij de fresco’s van Maria in de gangen licht branden zo stond in de regels van de orde te lezen. Humbert van Romans, de dertiende eeuwse broeder beschreef in zijn Vitae fratrum, in hoofdstuk honderdachtennegentig hoe Maria door de dominicanen vereerd werd.
“Nadat ze staande de metten hadden gereciteerd [melodieus voordragen] verzamelde zij zich devoot bij haar altaar waar ze kort wachten om weer naar het koor te gaan, maar zij gingen niet zonder een gebed. […] In de cellen hadden zij voor hun ogen de afbeelding van haar en haar gekruisigde zoon, zodat lezen en bidden zij naar Maria kon kijken en op hun beurt zij worden aangekeken met ogen vol van genade.’” Vitae fratrum, p. 213 (William Hood p. 255 voetnoot 1)
Er moesten volgens de regels metten worden gehouden in het dormitorium. In de eerste kloosters van de dominicanen was altijd een altaar voor Maria.
Maria met Kind en Heiligen
De monniken van de San Marco verzamelden zich voor het fresco van de Madonna met Kind en acht heiligen om de nachtelijke gebeden te reciteren. Het werk laat zich goed verklaren aan de hand van teksten.
Fra Angelico heeft de tronende Maria op een podium geschilderd voor een nis met een goudkleurige conga. Deze nis doet sterk denken aan de architectuur van Michelozzo. Twee composiet pilasters steunen het hoofdgestel. Op de fries zijn decoraties van een wijnrank aangebracht. Het architectonische scherm waartegen de figuren zijn afgezet, is wit. Het heeft dezelfde kleur als de muur waarop het fresco geschilderd is. De lucht boven het geschilderde muurvlak is donker blauw. Aan elke kant van Maria staan vier figuren. Te zien zijn rechts van Maria: Marcus (open boek), Cosmas en Damianus (tweelingbroers) en Dominicus met zijn geopend boek. Links van Maria staan Johannes de evangelist (boek), Thomas van Aquino (alleen zijn gezicht is te zien), Laurentius met zijn rooster en tenslotte Petrus Martyr. Dezelfde heiligen als op het hoofdaltaarstuk in het koor. Alleen Franciscus is in dit fresco vervangen door Thomas van Aquino. Dominicus versimpelt de houdingen van de figuren en de achtergrond als je dit vergelijkt met het hoofdaltaarstuk in de San Marco.
Fra Angelico ‘Madonna met Kind en acht Heiligen’ (gang oost) Inzoomen
Gezicht Marcus (links) Gezicht Johannes (rechts)
Het landschap achter het doek wordt nu een donkerblauwe streep boven een muur. Er is een sterk doorgevoerde symmetrie in de houdingen van de heiligen. De houdingen van de personen in de rechtergroep keren deels terug bij de heiligen in de linkergroep. Het gezicht en de baard van Marcus de evangelist en Johannes lijken zoveel op elkaar dat voor beide figuren waarschijnlijk één karton is gebruikt. Zo’n mechanische herhaling associeer je niet met de schilder Angelico.
Het geheel omlijst Angelico met een smalle streep oker. De geschilderde architectuurlijst aan de onderzijde is veel zwaarder dan de lijst in het fresco zelf. Tijdens de laatste restauratie bleek dat de lambrisering rijk en gedetailleerd is uitgewerkt. Vier fictieve marmeren platen in een witte lijst. Deze panelen zijn geschilderde porfieren platen die kostbaar ogen.
Vaak wordt dit fresco ‘de Madonna van de schaduw’ genoemd. Het licht komt horizontaal uit het zuiden dus van links als je voor het fresco staat. Er vallen scherpe schaduwen van de acanthusbladeren van de Korinthische kapitelen op de muur. Boven het hoofd van Maria, in de conga, zie je het licht reflecteren. Ook in de gouden aureool van Maria zie je het licht afketsen. Voor de aureolen is bladgoud gebruikt en geen geel pigment zoals in de cellen. Angelico heeft kostbare materialen gebruikt voor dit fresco. De schaduwen zijn ook te zien in de zacht glanzende gezichten van de heiligen. De wijze waarop Dominicus en het kind kijken, wekt de indruk dat deze scène zich voor je ogen afspeelt.
Twee muren en de houten dakstoel
Het fresco is voor die tijd op een unieke wijze gemaakt. Er zijn namelijk twee technieken gebruikt: fresco buon en secco. Voor meer informatie klik hier bij Wikipedia of mijn verhaal over Giotto (wel even scrollen). Angelico begint met de voorgeschreven methode (buon fresco). Als de onderlaag is aangebracht, brengt hij de laatste dunne laag intonaco in dagdelen op. Vervolgens gaf hij met een licht vale kleur de omtrekken van de figuren aan. De delen met huidkleur kregen dan een licht groene ondergrond (terraverde). Tot zover werkte hij nog steeds per dagdeel in de vochtige kalk. Als het geheel er schetsmatig opstaat en de kalk droog is, gaat Angelico op de droge kalk, a secco, en wel van boven naar onderen verder en wordt alles geschilderd. Hierbij stapt hij over op een techniek die voortkomt uit het schilderen van panelen. Uit analyses van monsters tijdens de restauratie bleek dat Angelico als bindmiddel voor zijn pigmenten eigeel gebruikt heeft. Voor het schilderen op de droge kalk gebruikten schilders altijd lijm van dieren. Zo is dit werk eigenlijk geen fresco, maar een schildering in tempera.
Dit kon technisch gezien in dit geval wel. Het fresco was immers geschilderd op een binnenmuur die niet tot het dak reikte noch de ondergrond raakte. De muur is boven de gewelven van de refter gezet. Dit alles betekent dat er geen vocht kon doordringen in de muur die de zouten in de stenen kunnen activeren. Zout is een ramp voor fresco’s het ruïneert de verf. Sterker nog de muur tussen cel vijfentwintig en zesentwintig was nog stabieler dan een paneel. Hout werkt door temperatuurverschillen immers altijd.
Dominicus en het open evangelie van Marcus
Angelico waarschuwt zijn broeders door Dominicus met een boek af te beelden. Dominicus kijkt je als toeschouwer aan en wijst met zijn vinger naar de tekst die duidelijk te lezen is. Je kunt het bijna niet overzien. Marcus houdt ook een boek open. De eerste drie verzen van zijn evangelie zijn te lezen, maar die hebben geen betrekking op de betekenis van dit werk. Het is zijn attribuut zo weet de kijker dat deze heilige de evangelist Marcus is. Over Dominicus is geen twijfel: de ster op zijn hoofd, de lelie en het habijt.nDe tekst van het geopende boek luidt:
CARITATEM HABETE HUMILITATEM SERVATE PAUPERTATEM VOLUNTARIAM POSSIDETE. MALEDICTIONEM DEI ET MEAM IMPRECOR POSSESSIONES INDUCENTIBUS IN HOC ORDINE
Wees barmhartig; blijf nederig, wees vrijwillig arm. Ik roep de vloek van God en de mijne op als bezittingen in deze kloosterorde komen.’
De Annunciatie in de Noordelijke gang
De vloek van Dominicus was betekenisloos voor niet-dominicanen. Dit verklaart ook waarom Angelico dit juist in de gang van de monniken schilderde en niet in de noordgang die ook toegankelijk was voor Cosimo
De Aankondiging is voor iedereen te begrijpen. Zij groet als het ware de bezoekers die de trap komt oplopen. Annunciaties heeft Angelico zijn hele carrière gemaakt. Hij had al tenminste vier Aankondigingen zelf geschilderd. Rond 1450 heeft Angelico deze Aankondiging geschilderd. Hij is zelfs de uitvinder van deze compositie, die na 1435 typisch werd voor andere Annunciaties in Florence. Angelico heeft dit type ontworpen om theologische redenen die te maken hebben met de Toscaanse observanten, de manier waarop zij Maria vereerden en de deugden die zij symboliseerde.
De trap en het zicht op Fra Angelico’s Annunciatie
De Aankondiging van Angelico is zeer naturalistisch, meer dan ooit in zijn oeuvre. Het fresco is prachtig op de muur gezet met fictieve pietra serena lijsten die aansluiten op de echte omlijstingen. Het schilderij is ingeklemd tussen een hoeklijst, een bovenlijst en de ronde lijst om de deur van cel 31. De andere lijsten zijn geschilderd. Onder de bovenste lijst die langs het hele muurvlak doorloopt, schildert Angelico een donkere rand. Hierdoor lijkt het alsof je naar de onderkant van een balk kijkt die zich vóór de muurschildering bevindt. Aan de onderzijde opent de lichtgrijze bovenkant van lijst de wereld van het fresco. Dit is in werkelijkheid ook geschilderd. De vorm van deze lijst is een herhaling van de profilering van de traptreden die naar het fresco leiden. De verkorting van de geschilderde lijnen lopen parallel aan die van de deur waardoor je de gang betreedt. Hierdoor lijkt het alsof de lijsten rondom het fresco een voortzetting zijn van de deurruimte. Het verdwijnpunt van de loggia zelf ligt duidelijk hoger dan het verdwijnpunt van de lijsten. De lijst en de geschilderde voorstelling zijn zo twee verschillende werelden.
San Marco Fra Angelico ‘Annunciatie’ noordelijke- en oostelijke gang
De wereld aan de bovenkant en zijkanten achter de lijst loopt door. Links opent zich een omheinde tuin met daarachter een bos. Je kijkt door een open deur via een klein raam nog naar buiten. In de rechtertravee zit Maria. De onderste inscriptie, de tweede is later aangebracht, luidt: Als je voor het beeld van de eeuwige maagd komt pas dan op dat je niet vergeet het Weesgegroet op te zeggen.
Bezoekers zijn altijd verbaasd over de wonderbaarlijke echte aanwezigheid van de schildering. Alsof het zich afspeelt achter de omlijsting en je als het ware door de muur heen kijkt. Dit effect is tegenwoordig helaas minder groot door het plexiglas aan de onderzijde. Dit was nodig om de Aankondiging tegen nog meer graffiti te beschermen. Waarom lijkt het zo vreselijk echt? Ten eerste omdat de geschilderde lijsten en de werkelijke architectuur prachtig op elkaar aansluiten. Het is een ware trompe l’oeil. Een tweede reden is dat het licht uit het fresco zelf lijkt te komen. Waarbij niet vergeten moet worden dat het raam dat nu aan het oostelijke einde van de gang zit niet origineel is. Hier zat vroeger geen raam. Het werd er na de aardbeving in 1453 geplaatst.
Angelico wilde de architectonische setting in het fresco heel overtuigend maken. Hij was bijzonder goed op de hoogte van de nieuwe stijl van Brunelleschi, Alberti en Michelozzo. De proporties die een grote rol spelen in de architectuur van de renaissance past hij toe in zijn schilderij.
De belichting is zeer gecontroleerd aangebracht. Dit kun je zien bij de fictieve lijsten die met licht en donker gemodelleerd worden. De lichtval op de architectuur is heel realistisch. Van links naar rechts in het fresco zie je dat de lichtval in het rechterdeel, in de travee waar de Maria zit, duidelijk minder wordt.
Ionische kapitelen Korinthische kapitelen
Hoe echt alles ook lijkt toch zijn er paar vreemde dingen aan hand, die trouwens absoluut niet storen. De figuren zijn veel te groot in verhouding tot de architectuur en de gewelven kloppen niet in verhouding tot de arcaden. Gabriël werpt geen schaduw en de kapitelen zijn vreemd: er zijn Corinthische, maar ook twee Ionische. Dit laatste was hoogst ongebruikelijk. Ondanks deze tegenstrijdigheden ziet het geheel er op het eerste gezicht overtuigend uit.
Waarom twee zuilen met Ionische kapitelen? Het soort Ionische zuilen die Michelozzo gebruikte in het kloosterhof van de San Marco. Het was gebruikelijk om in Aankondigingen alleen Korinthische zuilen te schilderen. Angelico wilde hiermee niet alleen het huis van Maria in Nazareth laten zien, maar ook het huis van de dominicanen in de San Marco.
Een derde reden waarom het fresco zo levensecht aandoet, komt door de geschilderde architectuur die is afgestemd op de wand. De verhoudingen van de schildering zijn onderdeel van de muur waar het op geschilderd is. De middelste zuil in de loggia valt precies in het midden van de deuropening. Dat is ook de plek vanwaar je het fresco moet zien.
De aartsengel Gabriël en Maria
Van deze zuil zijn alle delen van de compositie afgeleid. De zuil bepaalt de geometrie van de compositie. De gehele muur tot en met de lijst is 6 braccia (1 braccia is 58,36 cm) hoog. De breedte van de lijst tot aan de lijst van de deur is 5,5 braccia. Voor het aanbrengen van de intonaco had Angelico de proporties al bepaald. De hoogte van de schacht van de zuil (dus zonder voetstuk en kapiteel) is 2 braccia en de hoogte van de arcade 1 braccia. Een verhouding van twee staat tot één. De kapitelen zijn 0,5 hoog en de doorsnede van de zuil 0,25 braccia wederom deze verhouding. Alle andere verhoudingen laten dezelfde proporties zien namelijk twee staat tot één.
Annunciatie in de Santissima Annunziata
Fresco Annunciatie
Jacopo di Cione ‘Annunciatie’ ca. 1371 San Marco kerk
Bij Angelico vindt de Aankondiging niet meer plaats in een slaapkamer, maar in een loggia waar je overigens nog wel haar slaapkamer kunt zien. Dit was niet gebruikelijk in Florence. Hét model voor dit onderwerp was de Aankondiging die in de Santissima Annunziata nu nog te zien is. Hier vond de Annunciatie in de slaapkamer van Maria plaats. Dit fresco verricht als men de verhalen mag geloven nu nog wonderen. In de San Marco is aan de binnenzijde van de gevel nog een Aankondiging te zien. Deze Aankondiging is net als alle Annunciaties in Florence gebaseerd op die in de Santissima Annunziata. Het is Angelico geweest die als eerste een nieuwe compositie bedacht heeft.
In Angelico’s Aankondigingen, in Cortona, Fiesole en noordgang San Marco gaat het over het mysterie van de vleeswording in de wereld van de verschijningen of wat aardser geformuleerd: Maria die haar Christuskind krijgt. De inscriptie op de lijst roept de kijker op om voor het werk Ave op te zeggen.
Fra Angelico ‘Cortona altaarstuk’ 1433-1434
Gabriël and Maria
Wees gegroet Maria,
Vol van genade.
De Heer is met U.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
En gezegend is Jezus,
Vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria,
Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
nu en in het uur van onze dood.
Amen.
De kijker wordt door het Weesgegroet opgeroepen om de woorden van Gabriël te herhalen. De dominicanen moeten tijdens het Ave Maria knielen net als Gabriël. Dit fresco wordt daardoor een onderdeel van hun liturgie. De houding, het bidden van het Ave Maria, van de monniken vóór de schildering wordt visueel herhaald in de schildering van deze Aankondiging. De monnik is als het ware ooggetuige van de redding van de mens. In de muurschildering is het ochtend, het begin van een heldere en nieuwe dag. De zon komt op vanuit het oosten. Het idee van tuin is natuurlijk de hortus conclusus, de gesloten tuin, die symbool staat voor de zuiverheid van Maria
De tweede inscriptie is rond 1500 bij de Aankondiging aangebracht en luidt: ‘Wees gegroet moeder van erbarmen en edelmoedige rustplaat van de heilige drie-eenheid.’ Angelico roept met zijn inscriptie de kijker op tot gebed en spreekt het gedrag van de kijker aan. De tweede inscriptie sluit dit juist uit, het verwijst naar iets buiten het schilderij het wonder en de rol van Maria als moeder of tempel van de goddelijke drie-eenheid. Het nieuwe citaat sprak niet de kijker, maar Maria zelf aan.
Maria Inzoomen Maria’s gezicht
Maria is sterk vergroot ze is te groot in verhouding tot de engel. Haar hoofd steekt uit boven dat van Gabriël. Dit is niet realistisch ten opzichte van de architectuur toch is dit bewust gedaan zij is immers de koningin van de hemel. Vreemd lijkt ook dat de engel geen schaduw werpt. Toch is dit wel logisch, daar alleen materie een schaduw kan werpen en niet een engel die zuiver geestelijk is.
Voor de Moeder van Christus is Angelico zuinig met zijn pigmenten. Het blauw van azuriet is alleen gebruikt bij de mantel en dan nog in bescheiden mate. Het kostbare ultramarijn dat Angelico wel gebruikte voor Maria in het hoofdaltaar wordt hier niet toegepast. Bovendien wordt Maria niet als een koningin van de hemel, maar als een eenvoudige vrouw weergegeven. Haar nietsvermoedende gezicht, open en oplettend, suggereert dat zij nog maar aan het begin staat van haar periode als koningin van de hemel. Zij heeft nog geen idee van wat haar te wachten staat. Hier is zij geen icoon, maar een persoon, een vrouw die zich volledig overgeeft aan wat er van haar gevraagd wordt.
Dit is de enige keer in heel zijn oeuvre dat Maria een wit kleed met een donkerblauwe mantel draagt. Meestal draagt Maria bij Angelico een rood kleed onder haar blauwe mantel. Maria zelf had de dominicanen hun zwart-witte habijt overhandigd. Hierbij stond het wit natuurlijk voor de zuiverheid. Niet alleen het witte kleed, maar haar deemoedige houding en de eenvoudige kruk waarop ze zit, wijst op onderdanigheid en eenvoud. Een dergelijke houding was waar de observanten van de San Macro ook naar streefden. Maria was hier ook de abdis van hun klooster.
Paul-Hippolyte Flandrin ‘Engelen bezoeken Fra Angelico’ 1894
Vasari verhaalt ook over de nederigheid van de schilder Angelico als volgt: “Kortom, deze nimmer volprezen pater was in al zijn woorden en daden bescheiden en bijzonder nederig, en in zijn werken zachtaardig en vroom; en de door hem geschilderde heiligen zijn in houding of uiterlijk heiliger dan wie dan ook. Nooit retoucheerde of verbeterde hij een van zijn schilderingen, maar hij liet ze altijd precies zoals ze waren uitgevallen, want dat -zo zei hij- was de wil van God. Sommigen zeggen dat Fra Giovanni nooit zijn penselen ter hand nam dan na een gebed te hebben uitgesproken. Nooit maakte hij een Kruisiging zonder dat de tranen hem over de wangen vloeiden: vandaar dat men in de gelaatsuitdrukkingen en houdingen van zijn figuren de goedheid van zijn ziel gewaarwordt, groot en oprecht in de christelijke godsdienst.” Giorgio Vasari, ‘De Levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten Van Cimabue tot Giorgione’, Contact, Amsterdam, 1990 deel I blz. 220 (oorspronkelijke uitgave 1568).
Michel Dumas ‘Fra Angelico in Fiesole’ 1844
Michel Dumas ‘Broeder Giovanni Angelico in gebed’ 1845
In 1455 werd Fra Angelico op zestig jarige leeftijd begraven in de hoofdkerk (Santa Maria Sopra Minerva) van de dominicanen in Rome. In 1982 werd Il Beato Angelico door het Vaticaan zalig verklaard.
Literatuur:
Bartz, G., Fra Angelico, Könemann, Köln 1998
Hood, W., Fra Angelico at San Marco, Yale Uninversity Press, New Haven and London 1993
Morachiello, P., ‘Fra Angelico The San Marco Frecoes’, Thames and Hudson, New York 1996
Pope-Hennessy, J., Angelico, Scala Firenze, 1981 (tekst uit 1974)
De teksten over Fra Angelico en de San Marco zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de monografie die William Hood over deze schilder en het klooster schreef.
Het einde van Florence dag 5
Vervolg Florence dag 6: Gozzoli en de Cappella dei Magi I